Mediagebruik hoeft geen struikelblok te zijn in de opvoeding. Dat zegt prof. dr. Patti Valkenburg, hoogleraar Media, Jeugd en Samenleving aan de Universiteit van Amsterdam in haar laatste boek Schermgaande jeugd. Met dit boek steekt zij ouders en professionele opvoeders een wetenschappelijk onderbouwd hart onder de riem.
Door de vele afkeurende nieuwsberichten ontstaat makkelijk de indruk dat media vooral negatieve effecten hebben op de jeugd. Uit onderzoek komt echter een ander beeld naar voren. In haar boek bespreekt Valkenburg de laatste stand van zaken rond het gebruik, de aantrekkingskracht en de effecten van media onder kinderen en jongeren. Ze verwijst naar uiteenlopende onderzoeken, licht onderzoekstermen toe, geeft heldere uitleg over de manier waarop die onderzoeken zijn uitgevoerd, de technieken die zijn ingezet en de waarde die we eraan moeten hechten. ‘Schermgaande jeugd’ bevat maar liefst 416 pagina’s bronmateriaal en is verrassend leesbaar, overzichtelijk en bevat een positieve rode draad. Daarmee is het een onmisbaar boek voor mediacoaches, mediamakers en (professioneel) opvoeders.
In aanloop naar het 7e Nationaal Mediawijsheid Congres – waar Patti Valkenburg overigens ook zal spreken – selecteerde ik 7 onderzoeksresultaten die je als (professioneel) opvoeder of mediamaker moet kennen.
1. Waarom is de tablet bijna onweerstaanbaar voor jonge kinderen?
Uit onderzoek blijkt dat jonge kinderen zich vooral aangetrokken voelen tot dingen die passen bij hun cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Ofwel: wat ze (nog) niet snappen, interesseert ze ook (nog) niet. De technologie van tablets sluit feilloos aan bij hun motorische en cognitieve ontwikkelingsniveau, net als de inhoud:
- Apps met bewegende en kleurrijke figuurtjes
- Geanimeerde geluiden
- Contrastrijk beeld
- Instant feedback; je doet iets en er verandert direct iets
2. Kunnen kinderen agressief – of zelfs crimineel – worden van media-geweld?
De meeste theorieën beschouwen mediageweld slechts als één van de bepalende factoren voor agressief en crimineel gedrag. Recente studies naar het effect van computergames op agressief gedrag laten klein tot middelgroot positief verband zien. Het verband met criminele gedrag is echter veel kleiner. Ook bij normaal gamegedrag is geen verband aangetoond.
Wanneer normaal gamegedrag omslaat in pathologisch gamen, gaat dat wel vaker gepaard met conflicten en problemen in de sociale omgeving. Ongeveer 5% van de jongeren heeft hier last van.
3. Wat is de invloed van online porno?
Onderzoek laat zien dat het bekijken van online porno invloed heeft op de kennis, opvattingen en het gedrag van jongeren. De effecten die zijn gevonden, zijn echter minimaal. Op veel kinderen en jongeren zal seks in de media dus niet of nauwelijks effect hebben. Seksuele media helpen jongeren juist om hun seksualiteit te ontdekken en te vormen.
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de positieve effecten van seks in de media, maar onderzoekers laten wel zien dat het bekijken van porno – of andere vormen van seksuele media – de kennis over seks vergroten, denk hierbij aan condoomgebruik of seksuele handelingen.
44% van de jongens en 18% van de meisjes van 12-14 jaar heeft in het laatste jaar doelbewust op internet naar porno gezocht. Van de 15-17 jarigen is dat 62% en 22%. De meerderheid is wel eens per ongeluk op porno gestuit.
Valkenburg adviseert opvoeders in haar boek om jongeren vooral te leren omgaan met seks in de media, in plaats van ze af te schermen.
4. Wat zijn positieve en negatieve effecten van gamen?
Spelen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Diverse onderzoeken laten zien dat dat ook geldt voor digitaal spelen. Er zijn positieve effecten te zien op het gebied van ruimtelijk inzicht, werkgeheugen, geduld, probleemoplossend vermogen, oog-handcoördinatie en creativiteit.
Verreweg het meest negatieve effect – bij normaal gamegedrag – is het vele zitten. Een inactieve leefstijl is een gevaar dat voor bijna alle kinderen en jongeren op loer ligt en grote gevolgen heeft voor hun gezondheid. Groter dan een WhatsAppduim of een gamebochel.
Gamen is overigens allang niet meer domein van jonge mannen. Ook peuters, kleuters, meisjes, vrouwen en senioren zijn massaal gevallen voor casual games, brain games en serious games. De oorzaak hiervan wordt gezocht in het toegenomen gebruikersgemak (touch screen) en de groeiende variëteit in aanbod en genres.
Top5 games bij jongens 10-15 jaar
- Minecraft
- Call of duty
- Grand Theft Auto
- Fifa
- Leagau of Legends
Top 5 games bij meisjes 10-15 jaar
- Candy Crush
- De Sims
- Just Dance
- Subway Surfers
- Minecraft
Het opvallende is dat Minecraft populair is bij zowel jongens als meisjes. Beide sexen kunnen hun interesse en creativiteit kwijt in dit spel. Verder verschillen jongens en meisjes dus weldegelijk in hun voorkeur voor de inhoud, maar inmiddels is er geen verschil meer in de hoeveelheid tijd die zij spenderen aan digitale media.
5. Hoeveel nut heeft reclamewijsheid?
Overal ter wereld worden kinderen en jongeren geconfronteerd met gemiddeld 28 tv-reclames per uur. Welke invloed heeft dat op ze?
Studies laten zien dat reclame en product placement een heel sterke invloed heeft op het vraaggedrag van kinderen. Het is echter niet de meest belangrijke invloed, maar een van velen. Verder kunnen kinderen en jongeren die veel reclame zien materialistischer zijn, meer conflicten hebben met hun ouders en gevoeliger zijn voor obesitas.
Reclamewijsheid – het herkennen en doorzien van reclame – ontwikkelt zich grotendeels in de basisschoolleeftijd. Reclamewijsheid is echter onvoldoende om kinderen niet te laten verlangen naar mooie en/of ongezonde producten. Dat geldt ook voor volwassenen, ook al weten we dat reclame overdrijft, we vinden het soms toch leuk/informatief en kunnen verlangen naar het product.
Datzelfde zien we bij media waarin sterke emoties worden opgeroepen, zoals horrorfilms. Angst is een heftige emotie, maar zorgt tegelijkertijd ook voor aantrekkingskracht. Mensen hebben angst nodig om zichzelf te beschermen. Door kinderen te wijzen op de gevaren van het verkeer, leren ze veilig de straat oversteken. Kinderen die niet leren wat de risico’s zijn, zijn kwetsbaarder dan andere kinderen.
6. Hoe kun je voorspellen welk effect media heeft op jouw kind?
Vroeger ging onderzoek ervan uit dat mediagebruik de oorzaak is van veranderingen in kennis, emoties, attitudes en gedrag. Tegenwoordig gaan we ervan uit dat mediagebruik zowel oorzaak als gevolg is. Mediagebruik is immers ook een gevolg van factoren binnen onszelf:
- Persoonskenmerken
- Leeftijd/ontwikkelingsniveau
- Sociale omgeving
Al deze factoren bepalen hoe, hoe vaak en welke media we gebruiken. Mediagebruik is het gevolg van (met) wie we (willen) zijn.
7. Hoe kun je als opvoeder de negatieve effecten van media tegengaan en de positieve versterken?
Uit al die wetenschappelijk onderzoeken heeft Valkenburg een aantal opvoedadviezen weten te destilleren.
- Een autoritatieve opvoedstijl werkt het beste, dit stimuleert zelfredzaamheid.
- Stel grenzen aan mediagebruik, zowel aan inhoud, aan tijd als aan locatie. Kinderen gedijen goed onder regels.
- Wees echter niet té restrictief, dat werkt averechts.
- Praat voor/tijdens/na mediagebruik met je kind. Hierdoor vorm je als ouder(s) en/of opvoeder(s) een tegenwicht tegen ongewenste normen en waarden. Het stimuleert kinderen om vrijwillig hun ervaringen met ouders te delen en helpt daarmee de positieve ervaringen te versterken en de negatieve af te zwakken.
- Voorkom gewoontevorming.
- Leer je kind dat mediagebruik één van de activiteiten is, niet de hoofdactiviteit.
- Zorg voor een actieve leefstijl.
- Wanneer je schermtijd beperkt, bied dan wel alternatieven.
Conclusie
Valkenburg laat zien dat de meeste kinderen baat hebben bij de nieuwste generatie schermmedia. In haar boek ‘Schermgaande jeugd’ laat zij zien dat er geen disciplineoverstijgende theorie is over de effecten van media op kinderen. Alle nuances, voors, tegens en verschillende aanpakken passeren de revue op een aangenaam leesbare wijze.
‘Schermgaande jeugd’ is een absolute aanrader voor iedereen die zich met mediaopvoeding bezighoudt, en zijn/haar doelgroep onderbouwde en praktische adviezen wil geven.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.