Mediawijsheid intrigeerde me al toen ik nog niet wist wat het woord bestond. Als digital immigrant ben ik me ervan bewust wat ik op internet zet. Ik denk er over na, al is het tien seconden, of ik echt wil dat datgene wat ik plaats voor altijd op internet terug te vinden is. Op het moment dat ik met iemand sprak over mijn plannen voor de toekomst, zei ze: ‘Wat jij beschrijft is mediawijsheid. Daar moet je iets mee gaan doen’. Mijn professionaliseringstocht begint.
Foto’s op Facebook
Veel mensen denken dat iedereen zich wel bewust is van de mogelijkheden en gevaren op internet. Ik durf met een aan zekerheid grenzende stelligheid te beweren dat dat niet het geval is. Laatst reageerde een collega nogal geprikkeld omdat ik het niet prettig vond dat hij zomaar foto’s op Facebook zette van ons team. Ik wilde eerst graag zien hoe ik erop stond. ‘Jouw vrienden kunnen dit ook gewoon zien hoor’, grinnikte hij. Niet dus. Ik ben baas over mijn eigen timeline.
Foto’s van je kroost
Ik ben makkelijk te vinden op internet. Ik facebook, twitter en blog er lustig op los. Toen mijn zoon werd geboren, nam ik me voor niet scheutig te zijn met foto’s waar hij zichtbaar op staat. Die bewaar ik voor Whatsapp, de mail of Dropbox. Om mij heen zie ik anderen vaak andere keuzes maken. Alle memorabele momenten worden zonder schroom gedeeld. De echo, het eerste plasje op het potje, waterpret in het badje bij de buren en het afzwemmen. Goed om hier bewuste keuzes in te maken; maar ik denk dat niet iedereen weet wie de foto’s van hun kroost onder ogen krijgt.
Een openbaar fotoalbum
Zo gingen mijn man en ik laatst voor het eerst kennismaken bij een basisschool in de wijk. Onze zoon is nog lang geen vier, maar tegenwoordig is het prima om op tijd te beginnen met oriënteren. We werden hartelijk ontvangen, kregen een uitgebreide rondleiding door de bijna gepensioneerde directeur en de sfeer op de school voelde goed. Veilig en vertrouwd. Hier zouden wij onze kinderen met een gerust hart naartoe kunnen sturen.
Tot slot kregen we een inschrijfformulier mee dat we thuis mochten invullen.
‘Hier kunt u ook nog even toestemming geven voor plaatsing van foto’s van uw kind op de schoolwebsite’, zei de directeur.
‘Maar dat is een openbaar fotoalbum’, zei ik. ‘Dat willen wij niet’.
‘Dan kruist u nee aan’, vond de directeur. ‘Er zijn maar twee andere ouders die het ook niet willen. Twee ouders. Van de hele school’. Hij stak twee vingers op om zijn woorden kracht bij te zetten.
‘Waarom geen beveiligde omgeving waar alleen ouders met een wachtwoord bij kunnen?’, vroeg ik me hardop af.
‘Dat is weer zoiets moderns’, zuchtte de directeur. ‘Dat moet mijn opvolger maar regelen’.
Media-angst
Er is nog een wereld te winnen op het gebied van mediawijsheid. Als digital immigrants denken wij misschien dat ‘de jeugd’ veel beter en sneller om kan gaan met de nieuwe media. Maar het maakt ons ook angstig. Is dat de reden dat jongeren in gesloten inrichtingen een sociale media verbod krijgen? Maar wat gebeurt er dan als zij weer op vrije voeten zijn? Hoe reageren we adequaat op mensen met een verstandelijke handicap die op Facebook willen? Hoe leggen we ons kind van negen uit dat zijn broers wel een Facebookpagina mogen en hij niet? Blijven we de telefoon van ons kind controleren totdat hij zestien is? Of scharen we het mobieltje onder ‘eigen verantwoordelijkheid’ en bemoeien we ons er niet meer mee? Wel zo makkelijk natuurlijk; totdat er iets gebeurt. En zijn wij als ouders en professionals eigenlijk niet verplicht om ons te verdiepen in de nieuwe media, zodat wij (onze) kinderen kunnen helpen? Want een kind van acht jaar kan dan wel heel handig zijn met de iPad, maar weet hij ook met wie hij praat als hij een onschuldig spelletje Wordfeud doet? Interessante vragen waar ik de antwoorden op wil.
Mijn opleiding tot mediacoach
In de tijd dat de mobieltjes net hip werden, werkte ik in een internaat voor moeilijk opvoedbare jongeren. Natuurlijk werd dit gebruik meteen flink aan banden gelegd. Er werden regels opgesteld waarin stond wat allemaal niet mocht. Ik kocht zelf ook een mobieltje en ging sociale psychologie studeren. Het werken met jongeren en opvoedingsvraagstukken bleven mij boeien. Als online media adviseur ben ik ook vooral geïnteresseerd in het ‘sociale’ van sociale media. En nu ben ik zelf ook opvoeder van een zoon. Als alles goed blijft gaan, komt er in november een tweede telg bij. Ook in dit huis draait het opvoeden op volle toeren en zullen ook wij voor mediawijze uitdagingen komen te staan. In januari start mijn opleiding tot mediacoach. Ik kan niet wachten.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.