7 tips om jongeren te helpen gezond om te gaan met sociale media
Jongeren besteden steeds meer tijd op Instagram, Snapchat, YouTube, TikTok en WhatsApp. Het gebruik van sociale media kan van invloed zijn op hun fysieke, mentale en sociale welzijn. Maar die invloed is niet voor alle jongeren hetzelfde. Welke persoonlijke eigenschappen of omgevingsfactoren zorgen ervoor dat die effecten meer of minder optreden?
In opdracht van Netwerk Mediawijsheid analyseerde Bitescience, in samenwerking met het Expertisecentrum Digitalisering en Welzijn van het Trimbos-instituut, het meest recente en relevante onderzoek onder jongeren naar dit thema. Ook geven we op basis van dit onderzoek zeven tips om jongeren te helpen gezonder om te gaan met sociale media.
De positieve en negatieve kanten van sociale media
Het geanalyseerde onderzoek laat zien dat er zowel een positief als negatief verband is tussen sociale mediagebruik en het welzijn van jongeren. Sociale media bieden jongeren veel mogelijkheden, zoals contacten leggen, relaties verdiepen, steun vinden bij anderen en het vormen van een identiteit. Dat kan bijdragen aan een hoger zelfvertrouwen, positiever zelfbeeld, sterkere sociale vaardigheden, minder eenzaamheid en grotere levenstevredenheid.
Maar het gebruik van sociale media kan ook gerelateerd zijn aan angst, depressieve gevoelens, en lagere levenstevredenheid. Daarnaast kan de druk om altijd verbonden en bereikbaar te zijn onrust veroorzaken en ervoor zorgen dat jongeren slechter slapen.
Wat weten we vanuit het onderzoek?
Het is voor onderzoekers lastig om te bewijzen dat sociale media echt effect hebben op het welzijn van jongeren. Een oorzakelijk verband wordt vaak niet gevonden. Maar dat er een relatie is, wordt in sommige onderzoeken wel bevestigd. Het gaat dan bijvoorbeeld om een wisselwerking. Denk bijvoorbeeld aan jongeren die door depressieve gevoelens meer sociale media gebruiken. Waarbij hun depressieve gevoelens op hun beurt versterkt worden door die sociale media.
Wat opvalt in de onderzoeken is dat het verband tussen sociale media en het welzijn van jongeren over het algemeen erg klein is. Voor een grote groep jongeren zien we zelfs helemaal geen verband. Dat neemt volgens sommige onderzoekers niet weg dat de maatschappelijke gevolgen groot kunnen zijn, ook als maar een kleine groep negatieve effecten ervaart. Voor sommige jongeren zien we wel een duidelijke relatie tussen sociale media en hun welzijn. In deze Bitefile maken we inzichtelijk welke factoren hierin meespelen.
Persoonlijke eigenschappen
In het wetenschappelijk onderzoek zijn verschillende eigenschappen gevonden die de relatie tussen sociale mediagebruik en welzijn kunnen beïnvloeden. De belangrijkste zijn gender, leeftijd, het kunnen reguleren van je emoties, je persoonlijkheid en lichamelijke activiteit.
Gender
- Meisjes lijken sociale media vaker te gebruiken voor het onderhouden van sociale relaties dan jongens. Daardoor ervaren ze meer online steun en betekenisvollere online relaties. Maar ze zijn ook vatbaarder voor de negatieve kanten van sociale media. Vooral als het gaat om tevredenheid over het lichaamsbeeld.
- Meisjes die vaker blootgesteld worden aan onrealistische beelden van perfecte lichamen en bewerkte foto’s van anderen, zijn vaak minder tevreden over hun eigen lichaam. Die relatie is niet gevonden voor jongens.
- Bovendien lijken meisjes met een lager zelfbeeld en zorgen over hun lichaam sociale media vaker te gebruiken om alleen hun ideale zelf aan anderen te presenteren (bijv. foto’s die alleen de positieve kanten van zichzelf tonen). Zo willen ze aan de sociale schoonheidsverwachtingen te voldoen.
- Meisjes lijken meer tijd te besteden aan sociale media dan jongens. De relatie tussen depressieve gevoelens, (sociale) angst en sociale mediagebruik is ook sterker voor meisjes dan voor jongens.
- Meisjes worden vaker online gepest, waardoor ze een hoger risico lopen op depressie.
Leeftijd
- Jongere tieners (10 tot 15 jaar) die relatief veel tijd aan sociale media besteden lijken kwetsbaarder voor het ontwikkelen van depressieve en angstige symptomen als gevolg van sociale mediagebruik. Dat komt doordat zij beperktere sociale en emotie-regulerende vaardigheden hebben dan oudere jongeren.
Emoties kunnen reguleren
- Jongeren die goed hun emoties kunnen reguleren hebben minder last van de negatieve kanten van sociale media.
- Jongeren die minder goed zijn in het reguleren van hun emoties gebruiken sociale media vaker om hun stemming te reguleren (zij zoeken bijvoorbeeld afleiding op sociale media als ze zich rot voelen). Dit zijn ook vaker jongeren die depressieve gevoelens hebben.
Persoonlijkheid
- Extraverte, sociaal zelfverzekerde jongeren die een sterk offline sociaal netwerk hebben zouden sociale media vooral gebruiken om met dat netwerk te communiceren. Daardoor ervaren ze betere offline vriendschappen en meer sociale steun.
- Introverte jongeren met een lager sociaal zelfbeeld en een minder sterk offline sociaal netwerk zouden eerder geneigd zijn online met vreemden om te gaan. Daardoor neemt het risico op ongewenste contacten via sociale media toe.
- Sociaal angstige jongeren lopen het risico sociale media op een problematische manier te gaan gebruiken. Dat komt doordat zij de online wereld als een ‘veiligere’ plek ervaren dan de offline wereld en er daarom meer tijd doorbrengen.
- Jongeren met een laag zelfvertrouwen zijn eerder geneigd zich online op een negatieve manier met anderen te vergelijken. Dat kan hun zelfvertrouwen verder verlagen en leiden tot depressieve gevoelens, ontevredenheid over het lichaamsbeeld en uiteindelijk ook tot een hogere gevoeligheid voor eetstoornissen.
- De relatie tussen sociale mediagebruik en het hebben van een eetstoornis, het streven naar slankheid en ontevredenheid met het lichaam is sterker voor jongeren die de neiging hebben hun uiterlijk te vergelijken met anderen.
- Jongeren die worstelen met hun mentale gezondheid of andere problemen kunnen sociale media gebruiken om (anoniem) hun ervaringen en zorgen te delen en steun te zoeken bij leeftijds- en lotgenoten. Jongeren die die steun ook daadwerkelijk vinden zijn gelukkiger, meer tevreden met hun leven, zelfverzekerder, minder eenzaam en minder sociaal angstig.
- Jongeren die zich eenzaam voelen besteden meer tijd aan sociale media. Soms zelfs zoveel tijd dat er sprake is van problematisch sociale mediagebruik.
Er is sprake van problematisch sociale mediagebruik (soms ook wel sociale mediaverslaving genoemd) als jongeren niet zelf kunnen stoppen of minderen met sociale media, stress ervaren als ze niet met sociale media bezig zijn, het gebruik ervan verkiezen boven andere activiteiten en dit leidt tot verstoring van het alledaags functioneren.
Lichamelijke activiteit
- Jongeren die lichamelijk meer in beweging zijn lijken minder vatbaar voor de negatieve kanten van sociale mediagebruik, zoals angst en depressieve gevoelens.
Hoe gebruiken jongeren sociale media?
De manier waarop jongeren sociale media gebruiken kan hun mentale gezondheid en welzijn beïnvloeden. De belangrijkste kenmerken die in onderzoek gevonden worden zijn: de manier waarop ze het gebruiken, hoe lang ze op sociale media zitten en het soort feedback dat ze ontvangen.
De manier van gebruik
- Jongeren die sociale media vooral op een passieve manier gebruiken (bijvoorbeeld door foto’s van andere gebruikers te bekijken of door opmerkingen of feeds te bladeren) zijn ook vaker jongeren die zichzelf vergelijken met anderen. Ook ervaren ze vaker afgunst, eenzaamheid, angst en depressieve gevoelens.
- Jongeren die sociale media vooral op een actieve manier gebruiken, ervaren een positievere stemming, kijken positiever naar zichzelf, zijn meer tevreden met hun leven en ervaren meer sociale steun van anderen. Zo blijkt dat jongeren die sociale media gebruiken om uiting te geven aan hun gedachten en gevoelens en om sociale steun te vinden, een betere algemene mentale gezondheid hebben. Ook zijn ze tevredener met hun leven.
- Jongeren die sociale media gebruiken om hun stemming te reguleren, kunnen hun emoties en stress daardoor beter beheersen. Als er meer tijd aan besteed wordt kunnen ze zich er op termijn ook minder goed door gaan voelen.
- Jongeren die sociale media gebruiken om andere taken uit te stellen (ook wel procrastinatie genoemd) zijn ook vaker de jongeren die stress in school en studie ervaren.
Tijd op sociale media
- Angst, depressieve gevoelens en slaapproblemen lijken vaker voor te komen bij jongeren die veel tijd aan sociale media besteden. Volgens sommige onderzoeken is dat meer dan 2 uur per dag. Volgens andere onderzoeken gaat het om meer dan 4 uur per dag. Ook jongeren die sociale media op een problematische manier gebruiken ervaren meer negatieve gevolgen.
- De relatie tussen overmatig/problematisch sociale mediagebruik en angst en gevoelens van depressieve is tweezijdig: overmatig en problematisch sociale mediagebruik kan leiden tot angst en gevoelens van depressie. Anderzijds kunnen die gevoelens leiden tot overmatig en problematisch gebruik van sociale media.
- Matig gebruik van sociale media (minder dan ongeveer twee uur per dag) wordt in sommige onderzoeken in verband gebracht met een hogere levenstevredenheid, meer ervaren sociale steun, betere sociale relaties en sterkere maatschappelijke betrokkenheid.
Er zijn echter ook onderzoeken die geen relatie vinden tussen de tijd die besteed wordt aan sociale media en welzijn. Er is consensus over dat andere factoren, zoals context en persoonlijke eigenschappen, een belangrijkere rol spelen in de relatie tussen sociale mediagebruik en welzijn dan de ‘schermtijd’ op zichzelf.
Feedback
- Jongeren die positieve feedback ontvangen op sociale media (zoals complimenten of aardige reacties) hebben een hoger gevoel van eigenwaarde, een positiever zelfbeeld en zijn tevredener met hun leven. Dat geldt vooral als die feedback van goede vrienden komt.
- Jongeren die negatieve feedback ontvangen (bijvoorbeeld haat of andere onaardige reacties) of genegeerd of buitengesloten worden op sociale media, ervaren een lager gevoel van zelfacceptatie en eigenwaarde. Ze hebben het gevoel minder goed in hun vel te zitten.
- Jongeren die online genegeerd of buitengesloten worden ervaren bovendien het gevoel er niet bij te horen en Fear of Missing Out. Deze FOMO is een angst of ongemakkelijk gevoel dat je kan ervaren als je het idee hebt iets leuks of belangrijks te missen. Het kan leiden tot lichamelijke reacties, zoals zweten, nervositeit en hartkloppingen.
Eigenschappen van de inhoud
De inhoud waar jongeren op sociale media aan blootgesteld worden en het ontwerp van de platformen kunnen ook van invloed zijn op de relatie tussen sociale mediagebruik en mentale gezondheidsuitkomsten en welzijn.
- Positieve berichten over mentale gezondheid (zoals berichten die het taboe rond mentale gezondheid doorbreken) kunnen jongeren inspireren en hen iets leren. Ook kan het discussies over mentale gezondheid bevorderen en jongeren die herstellen van een stoornis ondersteunen.
- Negatieve berichten, zoals onbetrouwbaar gezondheidsadvies, verontrustende nieuwsberichten, gewelddadige of seksuele inhoud en berichten die eetstoornissen/zelfbeschadiging promoten, kunnen een negatieve invloed hebben op stemming en gedrag.
- Jongeren die vaker visuele sociale media gebruiken, zoals Instagram en TikTok, lijken zich meer zorgen te maken over hun lichaamsbeeld en hebben vaker last van angst en depressieve gevoelens. Zo blijkt bijvoorbeeld dat als ze vaak worden blootgesteld aan beelden die het ‘perfecte lichaam’ en het ‘slanke ideaal’ promoten, ze minder tevreden zijn met hun eigen lichaam, zich meer schamen, zich meer zorgen maken over het uiterlijk en vaker verlangen naar cosmetische chirurgie. Ook fitspiration (posts die bedoeld zijn om fysieke fitheid te inspireren en gezondheid te promoten) kan leiden tot een laag zelfbeeld en ongezonde eetgewoontes.
- Het kunnen zien van het aantal likes, vrienden en volgers kan de zelfacceptatie van jongeren beïnvloeden. Dat komt doordat het kan worden geïnterpreteerd als een maatstaf voor eigenwaarde en populariteit. Dat brengt het risico met zich mee dat jongeren zich overmatig met anderen gaan vergelijken en meer gaan piekeren.
7 tips om jongeren te helpen met een gezonde balans
Tot slot kan ook de sociale omgeving van jongeren, zoals familie, vrienden en leerkrachten, de relatie tussen sociale mediagebruik en welzijn beïnvloeden. Op basis van het onderzoek geven we zeven tips:
- Stel samen met jongeren een gezond sociale mediadieet samen. Bij het bepalen van dat dieet gaat het er niet alleen om hoe lang je sociale media gebruikt, maar ook om wat je daar precies leest, hoort en ziet.
- Doe dat met respect voor de autonomie en privacy van de jongeren. Toezicht en betrokkenheid van ouders en verzorgers kan dienen als buffer tegen de mogelijke negatieve effecten van het gebruik van sociale media. Een ondersteunende ouderschapsstijl is hierbij effectiever dan een beperkende ouderschapsstijl.
- Help jongeren om de sociale media-content te vinden waar zij naar op zoek zijn, en de content die zij als onprettig ervaren zoveel mogelijk te vermijden (bijvoorbeeld door middel van het opschonen van de lijst van mensen die ze volgen, en door sommige creators/accounts weg te filteren).
- De motivatie van jongeren bepaalt hun ervaring: help ze daarom om stil te staan bij wat ze precies uit hun sociale mediagebruik zouden willen halen, zodat ze daar meer doelgericht hun tijd doorbrengen.
- Investeer in positieve en actieve offline relaties met familie en/of vrienden
- Versterk de emotieregulatievaardigheden van jongeren
- Investeer in het vergroten van het zelfvertrouwen van jongeren en het verminderen van eenzaamheid
Deze bitefile is gebaseerd op deze bronnen
Van 8 t/m 15 november 2024 is de Week van de Mediawijsheid. Met nieuw onderzoek, handige tips en activiteiten over gezond schermgebruik. Kijk op weekvandemediawijsheid.nl.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.