Bitefile – Weerbaarder tegen desinformatie? Dit weten we over vaccineren, nudgen en factchecken

maandag 29 januari 2024

Veel mensen geloven desinformatie. Sociale media zijn dé plek om desinformatie te delen. Daar is weinig controle op de berichten en is het bereik groot. Verkeerde informatie wordt de wereld ingestuurd en gaat soms zelfs viral doordat veel mensen die informatie delen. Dit kan grote gevolgen hebben voor de samenleving en democratie. Hoe kunnen mediagebruikers weerbaarder gemaakt worden tegen desinformatie? Bitescience dook in het onderzoek en zet de belangrijkste inzichten op een rij.

In opdracht van Netwerk Mediawijsheid analyseert Bitescience het meest recente en relevante wetenschappelijke onderzoek naar mediawijsheid-thema’s. Het thema waar in deze Bitefile aandacht aan wordt besteed is de effectiviteit van vaccineren, nudgen en factchecken in het vergroten van de weerbaarheid tegen desinformatie. Ook bespreken we de belangrijkste mediawijze vragen voor de toekomst. Bekijk hier ook de andere thema’s.

Wetenschappelijk onderzoek richt zich met name op drie verschillende interventietechnieken: vaccineren (inoculatie), nudgen en factchecken. In hoeverre zijn deze interventietechnieken effectief? En wat zijn de voor- en nadelen ervan?

Wat is desinformatie en hoe herken je het?

Onjuiste informatie komt in allerlei vormen voor en worden bewust of juist onbewust verspreid. In dit stuk houden we hiervoor de term desinformatie aan. Een vorm van desinformatie waar veel onderzoek naar gedaan wordt is nepnieuws op sociale media: onjuiste nieuwsberichten die opzettelijk verspreid worden om te misleiden of de publieke opinie te beïnvloeden. Het is onduidelijk hoeveel nepnieuws en andere vormen van desinformatie er online precies voorkomen. Alhoewel percentages per website en platform kunnen verschillen, laat onderzoek zien dat het merendeel van de informatie online betrouwbaar is.

Uit onderzoek komt naar voren dat mediagebruikers bepaalde kennis en vaardigheden nodig hebben om desinformatie te kunnen herkennen.

Drie belangrijke kenniselementen:

  1. Vormen van desinformatie
  2. Kenmerken en technieken van desinformatie
  3. De manier waarop desinformatie wordt verspreid

Vijf belangrijke vaardigheden:

  1. Evalueren van de bron van een bericht
  2. Beoordelen van het doel van een bericht
  3. Evalueren van de toon van een bericht
  4. Beoordelen van het type informatie in een bericht
  5. Beoordelen van een eventuele afbeeldingen of video’s

Op isdatechtzo.nl staat meer informatie over hoe desinformatie werkt en hoe je het kan herkennen. Zoek je lesmateriaal? Kijk dan op mediawijsheid.nl/lesmateriaal, het overzicht op Retina of de selectie van mediawijsheidinterventies van BENEDMO.

Vaccineren tegen desinformatie

De roep om mediagebruikers, jong en oud, weerbaarder te maken tegen desinformatie wordt steeds luider. Een veel onderzochten interventiemethode om dat te doen is inoculatie. Inoculatie, ook wel prebunking genoemd, is een methode die je kunt zien als een vaccinatie tegen desinformatie. Je krijgt een beetje desinformatie toegediend, waardoor je er weerbaarder tegen wordt.

Dat werkt zo: mensen worden blootgesteld aan verschillende vormen van desinformatie. Ook krijgen zij informatie over de vormen van desinformatie, de kenmerken en manipulatietechnieken van desinformatie, de manier waarop desinformatie wordt verspreid (kennis) en wat zij kunnen doen om desinformatie te herkennen (vaardigheden).

Inoculatie werkt het beste als mensen ook actief met die kennis en vaardigheden aan de slag gaan door zelf desinformatie te maken. Het idee is dat mensen door deze ervaring leren zich te beschermen tegen desinformatie, omdat ze al hebben kunnen oefenen met het herkennen van desinformatie en het afweren ertegen. Een voorbeeld van mediawijsheidprogramma’s waarin inoculatie wordt toegepast is de serious game Slecht Nieuws.

Uit onderzoek blijkt dat inoculatie de volgende effecten kan hebben:

  • Mensen kunnen desinformatie en de misleidende technieken die daarin gebruikt worden beter herkennen
  • Zij worden zelfverzekerder in het herkennen van desinformatie
  • Zij zijn eerder geneigd betrouwbare berichten met anderen te delen

Inoculatie kent verschillende voordelen:

  • Het traint mensen om desinformatie beter te herkennen waardoor hun vertrouwen in die informatie afneemt
  • Het kan gebruikt worden om mensen weerbaarder te maken tegen verschillende vormen van desinformatie

Maar er zijn ook kanttekeningen:

  • Er kan een spillover-effect optreden. Dat wil zeggen dat mensen niet alleen kritischer worden over de betrouwbaarheid van desinformatie, maar ook over betrouwbaarheid van juiste informatie
  • Effectieve inoculatie vraagt om actieve deelname van deelnemers, omdat zij zelf aan de slag moeten met het creëren van desinformatie. Dat kost tijd en moeite. Niet iedereen zal even gemotiveerd zijn om eraan deel te nemen
  • Het is niet bekend hoe lang het positieve effect van inoculatie aanhoudt en of en wanneer de interventie herhaald moet worden

Een nudge in de goede richting

Het kan voor mediagebruikers best uitdagend zijn om desinformatie te herkennen en zich ertegen te weren. Zelfs na ‘ingeënt’ te zijn tegen desinformatie. Onderzoek laat zien dat websites en platformen hun gebruikers daarbij kunnen helpen door nudging toe te passen. Nudging is een interventiemethode die gebruikt wordt om het gedrag van mensen op een positieve manier te sturen. Je kunt het zien als een duwtje in de goede richting.

Een voorbeeld van een nudge is een pop-upbericht dat verschijnt bij berichten op websites of socialemediaplatformen. Het bericht herinnert mensen eraan om na te denken over de betrouwbaarheid van een bericht, voordat ze het doorsturen (bijvoorbeeld “Hoe betrouwbaar denk je dat deze post is?”).

De meeste mensen willen graag betrouwbare informatie met anderen delen. Maar we worden vaak afgeleid door de grote hoeveelheid informatie en prikkels op sociale media en vergeten daardoor de betrouwbaarheid van berichten te beoordelen. Uit onderzoek blijkt dat een nudge – zoals het hierboven beschreven pop-upbericht – mensen helpt om hun aandacht te richten op de betrouwbaarheid van informatie. Dat gaat automatisch en kost mensen dus weinig moeite.

Nudging heeft verschillende voordelen:

  • Het kan ervoor zorgen dat mensen minder onbetrouwbare en meer betrouwbare berichten met anderen delen
  • Het gebruik van nudges is makkelijk, snel en goedkoop
  • Het kan op grote schaal worden geïmplementeerd omdat het flexibel kan worden aangepast aan de structuur van een website of platform

Er zijn ook kanttekeningen:

  • Er kan een spillover-effect optreden. Dat wil zeggen dat mensen niet alleen kritischer worden over de betrouwbaarheid van desinformatie, maar ook over betrouwbaarheid van juiste informatie
  • Als iemand geen voorkennis heeft over het onderwerp en het bericht er betrouwbaar uitziet, dan zal zelfs aandacht voor nauwkeurigheid diegene niet helpen om te bepalen of het waar of onwaar is
  • Het is niet bekend hoe lang het positieve effect van een betrouwbaarheidsnudge aanhoudt en hoe vaak zo’n nudge herhaald moeten worden
  • Websites en platformen moeten betrouwbaarheidsnudges implementeren in hun online omgeving en de vraag is of zij dat willen

Hoe effectief zijn factchecks?

Een andere manier waarop websites en platforms gebruikers kunnen helpen om desinformatie te herkennen is door factchecklabels aan berichten toe te voegen. Factchecking houdt in dat berichten op waarheid worden gecontroleerd. Dit kan gedaan worden door mensen, maar ook door computergestuurde factcheckers (algoritmes). Als een bericht (gedeeltelijk) niet waar blijkt te zijn, dan wordt dat vermeld. Posts op Instagram en Facebook krijgen bijvoorbeeld een speciaal label als een bericht door factcheckers (gedeeltelijk) als onjuist is beoordeeld. Op het label staat ook waarom de informatie niet klopt. Factcheckers helpen mensen dus bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van informatie.

Uit onderzoek blijkt dat het gebruik van factchecklabels het volgende effect heeft:

  • Mensen hebben minder vertrouwen in de als (gedeeltelijk) onjuist beoordeelde berichten en zijn minder geneigd om die berichten met anderen te delen
  • De hoeveelheid betrouwbare informatie die gedeeld wordt neemt toe

Factchecking heeft verschillende voordelen:

  • Factcheckers verminderen alleen het vertrouwen in gelabelde berichten, niet in andere berichten. Er treedt dus geen spill-over effect op
  • Het vraagt weinig inspanning van mediagebruikers, omdat zij niet of nauwelijks zelf hoeven na te denken over de betrouwbaarheid van de informatie

Er zijn ook kanttekeningen:

  • Factchecking kan ervoor zorgen dat desinformatie beter wordt onthouden en na verloop van tijd steeds meer als waar gaat aanvoelen, ondanks dat is aangegeven dat het niet klopt. Dat komt doordat mensen met het verstrijken van de tijd geneigd zijn de boodschap te onthouden, maar het label (juist/onjuist) vergeten
  • Factcheckers helpen mensen bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van informatie, maar leren hen niet de kennis en vaardigheden die nodig zijn om dat zelf te kunnen doen. Factcheckers kunnen mediawijsheidlessen dus niet kunnen vervangen, maar zouden een aanvulling op elkaar moeten zijn
  • Ze werken niet zo goed voor kinderen, vooral niet voor kinderen onder de 10 omdat ze bronnen en informatie niet met elkaar kunnen verbinden
  • Door bepaalde informatie als onjuist te labelen, kan andere informatie (zonder label) juist als betrouwbaarder worden gezien. Mensen kunnen dus het idee krijgen dat niet-gelabelde informatie betrouwbaar is, terwijl de juistheid ervan nog niet door een factchecker beoordeeld is
  • Ondanks dat professionele en computergestuurde factchecking al veel worden ingezet, kan hiermee nooit alle informatie online worden gecontroleerd. Daarom is het belangrijk dat mediagebruikers dit zelf ook doen
  • Factchecks komen niet altijd aan bij mensen die in eerste instantie overtuigd waren door desinformatie. Doordat mensen over het algemeen een neiging hebben om informatie die tegen bestaande overtuigingen ingaat te weerleggen of te vermijden, kan een factcheck gezien worden als een aanval op bestaande overtuigingen

Vragen voor de toekomst

Er is al vrij veel onderzoek gedaan naar hoe mediagebruikers weerbaarder gemaakt kunnen worden tegen desinformatie. Maar een aantal vragen is nog onbeantwoord:

  • Een belangrijke onbeantwoorde vraag is wat de lange termijneffecten zijn van de methoden inoculatie, nudging en factchecking. Hoe vaak moeten zij herhaald moeten worden om effectief te blijven?
  • Een andere belangrijke vraag is hoe het spill-over effect tegengegaan kan worden. Interventies mogen het vertrouwen in betrouwbare informatie niet schaden. Hoe zorgen we ervoor dat interventies alleen de geloofwaardigheid van desinformatie verlagen en niet ook die van juiste, betrouwbare informatie?
  • Een nieuwe vorm van desinformatie is de deepfake-video en -audio. Dit zijn met kunstmatige intelligentie gemaakte nepvideo’s of audiofragmenten die bijna niet van echt te onderscheiden zijn. Het herkennen van deepfake is een belangrijke uitdaging, waar nog veel vragen over zijn. Het onderzoek dat ernaar gedaan is, richt zich vooral op het ontwikkelen van slimme technologie die deepfake video’s kunnen herkennen. Onderzoek naar de manieren waarop mediagebruikers weerbaar gemaakt kunnen worden tegen deze vorm van desinformatie staat echter nog in de kinderschoenen.

De Bitefile ‘Weerbaarder tegen desinformatie’ is gebaseerd op deze artikelen

Meer lezen?

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.