Blended learning bij talentontwikkeling: zo zetten jonge talenten media in

donderdag 6 april 2017

Sociale media en internet spelen een grote rol bij de ontwikkeling van kunstzinnige en artistieke talenten. Bij veel jongeren die hun begaafdheden op het gebied van muziek, beeldende kunst, theater of dans ontwikkelen, is sprake van ‘blended learning’, een combinatie van traditioneel onderwijs en allerlei vormen van online learning.  Dit blijkt uit een onderzoek dat wij gedurende vier jaar uitvoerden in opdracht van het Fonds voor Cultuurparticipatie bij zo’n duizend jonge talenten in de kunsten. Hoe weten deze talenten media in te zetten om hun doelen te bereiken?

Dit artikel werd geschreven samen met Koen van Eijck, hoogleraar Cultuursociologie, Erasmus Universiteit Rotterdam

Meer dan 80% van de door ons onderzochte talenten maakt gebruik van de mogelijkheden van Web 2.0. Web 2.0 applicaties worden vooral gebruikt om inspiratie van anderen op te doen, bijvoorbeeld door het bekijken van filmpjes op YouTube. Bijna driekwart van de jonge talenten blijkt Web 2.0 op deze wijze te gebruiken. Zo vertelde een violiste: “Ik gebruik heel veel YouTube om opnames te luisteren van allerlei grootheden”. Een jong talent op het gebied van film- en videokunst: “Ik kijk op Internet naar analyses van bekende filmmakers, hoe ze een scene in elkaar hebben gezet om een effect te creëren”.

Daarnaast gebruikt 32% van de jonge talenten internet en sociale media voor het oefenen van de eigen talenten, bijvoorbeeld door technische oefeningen te doen bij muziek of Stanislavksi-oefeningen bij theater.  Een jonge pianist legde bijvoorbeeld uit: “Ik heb altijd op een klassieke manier geleerd om piano te spelen, maar ik kan totaal niet improviseren. Dat probeer ik nu te leren via filmpjes op YouTube: dan speel ik mee met andere liedjes. Dat wil ik ook leren: improviseren”.

Facebook als netwerk en podium

40% gebruikt sociale media en internet (ook) voor het presenteren van de eigen talenten aan anderen, het aankondigen van optredens en (andere) netwerkactiviteiten. Web 2.0 blijkt door de jonge talenten bewust omarmd te worden als hulpmiddel om bekendheid te krijgen en relaties te onderhouden. Facebook is veruit het meest favoriete medium, omdat het zowel netwerkactiviteiten faciliteert als een podium biedt. Zo gaf een jonge dichteres aan dat ze op Facebook “een soort dichtersnetwerkje” heeft opgebouwd van mensen die ze kent via poetry slams.

De netwerken die hier ontstaan, zijn waardevol voor het verkrijgen van erkenning en opdrachten.

Typerend is de uitspraak van een deelnemer aan Jeugdorkest Nederland: ”Je blijft in contact met andere mensen met dezelfde passie als jij, ook in het buitenland. Ik promoot bijvoorbeeld mijn concerten via Facebook. En ik onderhoud mijn netwerk er ook op. Je ziet op je tijdlijn toch vaak dingen langskomen die interessant voor je zouden kunnen zijn.”

Met name in de popmuziek en de urban kunstvormen (hiphop, rap, breakdance e.d.)  spelen online netwerken een grote rol in de carrière van de talenten.  Een jonge popmusicus vertelde bijvoorbeeld hoe hij sociale media strategisch probeert in te zetten: “Ik probeer nu met de nieuwe naam van onze groep zoveel mogelijk platforms te gebruiken: Facebook, Instagram, GooglePlus, YouTube, Spotify, SoundCloud. Alles om makkelijk te vinden te zijn. Ik probeer ook dingen te schrijven waarin naar voren komt wie we zijn. Ik houd in de gaten welke platformen recensies over ons schrijven.”

Een jonge danser stelde zelfs dat hij Facebook ziet als een ‘business boek’. Hij let erop niets persoonlijks op Facebook te posten maar uitsluitend zaken die met dansen te maken hebben. Op die manier vergaart hij tachtig procent van zijn opdrachten via Facebook.  Ook dat is een wezenlijk onderdeel van talentontwikkeling in de kunsten.

Blended learning

Het intensieve gebruik van internet en sociale media hoeft niet te verbazen. Het lesaanbod via lokale centra voor de kunsten, muziekscholen en theaterhuizen is de afgelopen jaren sterk afgenomen als gevolg van gemeentelijke bezuinigingen. Veel lokale muziekverenigingen, jeugdorkesten, jeugdtheaterscholen en dergelijke staan onder druk. Het afnemende aanbod van lokale instellingen maakt het gebruik van Web 2.0 als leeromgeving aantrekkelijker.

Toch is het zeker niet zo dat digitale platforms pas relevant worden als andere lesmogelijkheden zijn uitgeput. De door ons onderzochte talenten in de kunsten blijken de mogelijkheden van Web 2.0 juist naast meer formele vormen van instructie te gebruiken. Op die manier creëren zij hun eigen vorm van blended learning, ofwel een combinatie van online leren en contactonderwijs, want de contacten met docenten, begeleiders, regisseurs  en dirigenten blijven de basis vormen. Wel kan het gebruik van internet en sociale media gevolgen hebben voor de rol die docenten en begeleiders gewend zijn te spelen: meer coach en stimulator en minder leraar en instructeur.

Al met al blijken jonge talenten media goed te kunnen inzetten om hun doelen te bereiken en een eigen digitale identiteit te vormen. Ook dat is mediawijsheid.

Auteurs:
Koen van Eijck, hoogleraar Cultuursociologie, Erasmus Universiteit Rotterdam
Peter van der Zant, onderzoeker Bureau ART

Dit artikel verscheen eerder in Zicht op actieve cultuurparticipatie 2016 (LKCA/FCP). Het boek is te bestellen op de website van het LKCA (€20,-).

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.