Boekrecensie – Wie wil er leven in een datadictatuur?

maandag 21 januari 2019

Misschien reageerde ik iets te enthousiast op de oproep van Mediawijzer.net om een recensie te schrijven over een nieuw deeltje uit de serie Nieuw Licht. Voor dit enthousiasme is een duidelijke verklaring: ik ben zowel fan van Kuitenbrouwer als van Habermas (waaraan Kuitenbrouwer in dit boek zijn verhaal ophangt). Kuitenbrouwer waardeer ik vanwege zijn deskundigheid en omdat hij zo helder formuleert en Habermas om de tegenovergestelde reden: het kan niet complex en abstract genoeg bij Habermas en zijn Strukturwandel der Öffentlichkeit vind ik nog steeds fascinerend. Dat maakt kritische beschouwing van dit boekje lastiger dan gedacht.

Nieuw licht is een serie pamfletten waarmee Frank Meester en Coen Simon vanuit het perspectief van ‘oude denkers ’ een nieuw licht willen laten schijnen op actuele, maatschappelijke kwesties. Daarvoor vraagt het duo steeds iemand die is ingevoerd in een bepaald vakgebied. Het pamflet van Jan Kuitenbrouwer Datadictatuur – Hoe de mens het internet de baas blijft, is de twaalfde editie en kreeg op verschillende plekken al ruim aandacht. De vraag die de bedenkers van Nieuw Licht aan Kuitenbrouwer stelden, luidt: “Beste Jan, zou jij Habermas nog eens willen herlezen en een nieuw licht willen laten schijnen op regels voor het cyberpark? Hoe kunnen we het internet beschaven? Making the web a better place!”

Hoewel Kuitenbrouwer in dit boek vooral de schaduwzijden van het internet belicht, is een van de verworvenheden van het web – en zo was het een kwart eeuw geleden ook bedoeld – dat je als gebruiker eenvoudig toegang hebt tot een wereld aan informatie. Ook over de auteur dus. Jan Kuitenbrouwer preludeerde in maart 2018 in een opiniestuk in de Volkskrant al op het verschijnen van zijn publicatie. NRC publiceerde begin oktober een stuk van Kuitenbrouwer en het Dagblad van het Noorden besteedde er aandacht aan omdat Kuitenbrouwer de boer op ging met zijn werk. Op De Nieuwe Reporter reageerde mediawetenschapper Rik Smit begin november 2018 op het pamflet. Voor de Correspondent interviewde Lex Bohlmeijer de auteur. Wie dit allemaal al genoeg vindt, kan nu stoppen met lezen, maar dat zou jammer zijn. Want Kuitenbrouwer verdient het om gelezen te worden.

Commodificatie van het publieke debat

Van al die vrij beschikbare informatie zou Habermas overigens wel vrolijk worden: als iedereen gelijke toegang heeft tot informatie zullen geïnformeerde burgers in staat zijn tot een rationeel kritisch debat en botsende meningen zullen uiteindelijk leiden tot een meer of minder gedragen oordeel of standpunt over kwesties van algemeen belang. Maar, zo schrijft Kuitenbrouwer, internet is ‘big business’ geworden, en zelfs meer dan dat. Habermas zou dit ‘commodificatie’ noemen: het tot handelswaar maken van immateriële goederen, in dit geval deelname aan het publieke debat. “Deelname aan de democratie. Precies wat Habermas beschrijft als de grote bedreiging van het publieke domein. De baas van het koffiehuis zit aan de knoppen en bepaalt wie gehoord wordt en wie niet” (pp. 67-68).

En toeval of niet? in de week waarin ik dit verhaal schrijf, vindt op petities.nl een bijzondere actie plaats die een directe relatie heeft met het betoog van Kuitenbrouwer: Trouwe fans vinden dat KPN de merknaam XS4ALL moet laten bestaan en inmiddels ondertekenden al meer dan 30.000 fans de petitie. Ze uiten hun ongenoegen over het feit dat ‘de industrie’ hen ‘hun merk wil afnemen en daarmee het ideaal waarmee de provider 25 jaar geleden ooit begon’.

De actie sluit prima aan bij de boodschap van Kuitenbrouwer: de internetindustrie is in amper 25 jaar uitgegroeid tot het grootste economische machtsblok aller tijden, maar de grootste industrie ter wereld mag nog steeds genieten van de voorrechten van een kwetsbare start-up. Waar doelt hij op? Op allerlei (voor)rechten die ‘de groten in de wereld van het internet’ wel hebben en bijvoorbeeld uitgevers niet. Het kapitaal regeert!

Waarom verdient Kuitenbrouwer het om gelezen te worden?

Als internetter van het eerste uur gaat hij in grote stappen door de geschiedenis van het internet heen, verhaalt hij over de idealistische beginjaren en probeert hij de vraag van de samenstellers te beantwoorden. Het is geen probleem dat we geen concreet en praktisch bruikbaar antwoord krijgen op de vraag hoe we internet ‘a better place’ kunnen maken. Dat is ook bijna onmogelijk en niet de bedoeling van de samenstellers van de reeks Nieuw Licht. De oplossing volgens Kuitenbrouwer: Al Gore maakte het internet ‘publiek’ in de zin van openbaar, aan ons de taak om het ‘publiek’ te maken in de zin van Habermas: onafhankelijk, betrouwbaar en veilig (p. 101).

Geen antwoord dus, maar het boek inspireert en zet aan tot denken. Kan ‘de vierde macht’ nog overleven in het tijdperk dat gedomineerd wordt door enkele internetgiganten die vrijelijk hun gang kunnen gaan? Niet in toom gehouden door een regulerende overheid. En daarmee grenzen overschrijdend die in het pre-internettijdperk niet voor mogelijk werden gehouden. Kunnen we (de mens) het internet wel de baas blijven? Dat zijn de vragen die Kuitenbrouwer terecht stelt.

Denkmateriaal over digitale geletterdheid

Cruciaal is dat we niet meer zonder internet kunnen. Kijk maar eens naar de inmiddels talloze apps, tools en spelletjes die kinderen, jongeren en volwassenen ondersteunen in hun ontwikkeling tot ‘digitaal geletterde’. Aan de ‘doe-kant ’ is er inmiddels genoeg en bruikbaar materiaal voor een leerlijn digitale geletterdheid.

Het pamflet van Kuitenbrouwer kan prima op de lijst met ‘denk’-materiaal over digitale geletterdheid. Het zet – zoals gezegd – aan tot reflectie. “We denken dat we een koffiehuis hebben gekozen om met elkaar te praten, maar in werkelijkheid heeft het koffiehuis ons gekozen” (p. 74). Docenten in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en in het hoger onderwijs zullen hier en daar dan wel toelichting moeten geven want hoewel Kuitenbrouwer toegankelijk schrijft en goed te volgen is, heb je echt voorkennis nodig om het boek volledig te begrijpen en er ten volle van te genieten.

Daarbij kan de door Kuitenbrouwer geraadpleegde literatuur zeker behulpzaam zijn. Het interview van Karel Smouter met Marleen Stikker vormt voor millennials bijvoorbeeld een goed startpunt. Stikker is bovendien net iets minder somber dan Kuitenbrouwer. In een ander artikel van Smouter presenteert hij een handleiding voor het voeren van een online debat. Ook aardig om uit te proberen. En een gedeeltelijk antwoord op de vraag van de samenstellers van Nieuw Licht.

Als je het boek een tweede keer leest, zie je nog beter wat voor taalkunstenaar Kuitenbrouwer is. Ook het kunnen doorgronden van taal is een aspect van digitale geletterdheid. Eerder schreef Kuitenbrouwer over de woorden van Wilders en hoe ze werken. Kuitenbrouwer kent dat spel als geen ander. Het pamflet is doorspekt met beeldtaal. En beelden werken. We willen niet leven in een datadictuur!

Mediawijzer.net vroeg bij de uitgever een recensie-exemplaar van het boek aan en vroeg blogger Gonnie om het boek te recenseren. Bij een gekregen product/dienst geldt dat Mediawijzer.net altijd zelf de beslissing maakt om het wel of niet te (laten) recenseren en hiervoor geen vergoeding ontvangt. Bloggers delen hierbij hun eigen mening.


Deze boekrecensies vind je wellicht ook interessant:

» Boekrecensie – Communiceren zonder woorden: de emojirevolutie
» Boekrecensie – ‘Nepnieuws: een wereld van desinformatie’
» Boekrecensie:  On/Off: op zoek naar balans in digitale tijden

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.