Zoeken op internet is niet altijd een gemakkelijke opgave. Hoe bepaal je welke zoektermen je moet gebruiken en hoe bepaal je wat bruikbare resultaten zijn? In 2013 schreef Maarten Sprenger de eerste versie van dit boek; die hebben wij op school in de kast staan en gebruiken we als naslagwerk. De nieuwe versie komt hiervoor in de plaats want deze nieuwe versie is nog meer up to date!

Kinderen

Als kind kun je dit boek goed gebruiken. Er staan duidelijke opdrachten in die je helpen om verder te kijken dan je neus lang is. Je wordt uitgedaagd om te oefenen met verschillende zoekopdrachten. Dit gaat je helpen om informatie die je vindt op waarde te schatten. Want ook al kun je alles online vinden, het is belangrijk om basiskennis te hebben zodat je weet hoe je moet zoeken en welke vraag je moet stellen. Dit boek helpt hierbij.

Ouders en verzorgers

Voor ouders is het een fijn naslagwerk om achter de hand te hebben tijdens het opvoeden. Dit boek is zeker niet alleen geschikt als bron ter ondersteuning bij het maken van een werkstuk. Kinderen hebben ook online opvoeding nodig, daar is dit boek handig voor. Ga bijvoorbeeld eens in gesprek met je kind over (sluik)reclame en privacy. En: je kunt hier zelf ook nog wat van leren.

Voor leraren

Als docent ga ik dit boek zeker gebruiken om inspiratie uit te halen. De voorbeelden van vertrouwde bronnen krijgen een plekje op mijn yurls-pagina zodat leerlingen hier makkelijk gebruik van kunnen maken. Het stappenplan om ‘eigen woorden te gebruiken’ deel ik met de leerlingen. In dit boek staat alles over informatievaardigheden op een rijtje. Ik heb er nu meer zicht op hoe het vergroten van informatievaardigheden in zijn werk gaat, en welke oefeningen ik daar als docent voor kan inzetten.

Lay-out

De opmaak van het boek maakt dat ik vermoed dat het oorspronkelijk voor kinderen is geschreven. In het begin kost het me wat moeite om de weg te vinden. Uitleg van moeilijke woorden staat namelijk (in een kleiner lettertype) halverwege de pagina. Ik zou voor mijn doelgroep leerlingen (onderbouw vmbo en veel leerlingen met dyslexie) de tekst aanpassen, omdat de lay-out het moeilijker maakt om de inhoud te begrijpen. Misschien is dat ook niet de juiste manier en kan ik die kinderen beter leren omgaan met deze gevarieerde lay-out.

Bruikbare tips

Door het hele boek heen staan verschillende gele kaders. Die vallen extra op en dat komt goed uit, want hier staan de handige tips in vermeld. Bijvoorbeeld waar je op moet letten bij copyright en hoe je op verschillende soorten afbeeldingen kunt zoeken.

Wil jij aan de slag met informatievaardigheden? Maak dan van dit boek je eerste stap! Het maakt je nieuwsgierig naar meer en dat is de volgende stap als het gaat om vragen stellen en informatie opzoeken. Alles is te vinden online, als je maar de juiste vragen stelt.

Netwerk Mediawijsheid ontving een recensie-exemplaar van dit boek van de uitgever en vroeg blogger Rhea Flohr om het boek te recenseren. Bloggers delen hierbij hun eigen mening. Netwerk Mediawijsheid maakt altijd zelf de beslissing om een gekregen product wel of niet te (laten) recenseren en ontvangt hiervoor geen vergoeding.

Deze boekrecensies vind je wellicht ook interessant:

» Het bestverkochte boek ooit (met deze titel)
» Alternatieve feiten – De psychologie van nepnieuws
» Communiceren zonder woorden: de emojirevolutie
» ‘Wie wil leven in een datadictatuur?’