Column – Nepnieuws en nu?De kwetsbaarheid van een slecht geïnformeerde samenleving

donderdag 1 november 2018

Voordat ik begin dit jaar begon aan mijn tocht door Nederland om colleges over nepnieuws te geven, had ik een gesprek met media-ombudsman Jan van Groesen. Hij vertelde mij dat hij een college had gehouden in het Europahuis in Den Haag voor vijftig studenten. Dat ging over de destabiliserende desinformatie vanuit Rusland rondom het Oekraïne-referendum en rondom de Brexit. Duizenden websites waren gespot als producenten van nepnieuws. In Russische bronnen heeft men toegegeven dat er alleen al in 2016 door het Kremlin 1,2 miljard is uitgegeven om in Europa propagandanetwerken uit te zetten om de geloofwaardigheid van westerse regeringen te ondermijnen. Voor 2017 werd nog meer politieke inspanning uit Moskou verwacht.

Neem de digitale dreiging serieus

Er worden dus pogingen ondernomen door Rusland om onze democratie te beïnvloeden. Zo is er de Russische propagandazender RT (vroeger bekend als Russia Today). Die wordt ook door Nederlandse kabelbedrijven doorgegeven. In augustus 2017 heeft brigade-generaal Rietdijk in een interview in de Volkskrant eveneens gewaarschuwd voor de digitale dreiging. En we herinneren ons de onthullingen van minister van defensie Ank Bijleveld kort geleden. Er zijn mensen die dan zeggen: wat doet Nederland eigenlijk zelf? En de Russen waren ook maar klungelig bezig in Nederland. Maar ik ben niet van de categorie: gaat u rustig slapen.

De kwetsbaarheid van de democratie

Ik ben mij als gevolg van al dat nepnieuws gaan verdiepen in onze democratie en hoe wij die moeten beschermen en in stand kunnen houden. Bastiaan Rijpkema, rechtsfilosoof, heeft hier een belangrijk proefschrift over geschreven: ‘Weerbare democratie’. Kan de democratie de democratie afschaffen? Ja dat kan. Dat is gebeurd in 1933 toen de inwoners van de Duitse Weimar republiek (de republiek die in Duitsland is opgericht nadat het de Eerste Wereldoorlog had verloren) massaal Adolf Hitler bij verkiezingen aan zijn overwinning hielpen en hij kanselier werd. De Weimarrepubliek die kampte met de verschrikkelijke gevolgen van de Eerste Wereldoorlog zoals heel veel oorlogsinvaliden, oorlogsweduwen, hele hoge herstelbetalingen en een gierende inflatie.

Dit jaar is het boek van Sebastian Haffner ‘Het verhaal van een Duitser 1914-1933’ opnieuw uitgebracht. Dat geeft een indringend beeld van deze periode. Dan besef je pas goed hoe het is om te leven in een maatschappij waarin je niet goed geïnformeerd bent. Een maatschappij die bezig was met alle problemen op te lossen, de chaos te beteugelen die er toen heerste en niet toekwam aan het overzien van wat er aan de hand was. In zo’n maatschappij word je gemanipuleerd en kun je niet meer onderscheiden wat waar is en wat niet. Zo gebeurde het dat de Duitsers in 1933 kozen voor Hitler en door hem en zijn systeem te kiezen werd er ingestemd met het afschaffen van de democratie.

De krant als redmiddel

Met deze feiten in mijn achterhoofd vond ik het de afgelopen periode echt onbegrijpelijk dat op veel scholen geen kranten meer te vinden zijn. Ik vroeg waarom en kreeg als antwoord: ‘Omdat we moeten bezuinigen.’ ‘Omdat docenten geen opdrachten geven waarbij kranten moeten worden gebruikt.’ ‘Ach, al die grote artikelen: die lezen leerlingen niet.’ En: ‘We kunnen toch ook op Google nieuws vinden?’ Maar veel kranten hebben terecht betaalmuren opgericht. Nieuws is niet gratis. Al die goed opgeleide journalisten, die vanuit Nederlandse redacties de wereld over reizen (soms met gevaar voor eigen leven), vertellen ons wat er aan de hand is en welke invloed die gebeurtenissen op ons leven hebben.

Ik ben geen voorstander van het nieuws alleen via digitale abonnementen tot je te nemen. Uit onderzoek (bijvoorbeeld ‘Het boek en het badwater’ van Lisa Kuitert, hoogleraar boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam) blijkt dat nieuws dat je digitaal tot je neemt niet beklijft. Je wordt trouwens ontzettend afgeleid en je hebt de neiging alles oppervlakkig te bekijken. En ik ben heel bezorgd over het feit dat er op onderzoeksjournalistiek wordt gezuinigd. Ook op tv. Er moet kritischer gekeken worden naar wat er gebeurt en daar heb je goed opgeleide en in de materie goed ingevoerde mensen voor nodig.

Campagne tegen nepnieuws

En nu het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Dat gaat onderzoeken of er een campagne moet komen om mensen te informeren over nepnieuws en desinformatie. Heel goed. Zoals Robbert Dijkgraaf ooit heeft gezegd: “We moeten ons afweersysteem tegen nepnieuws en alternatieve feiten op orde brengen”. En Sico van der Meer van Instituut Clingendael zegt: “We moeten mensen weerbaar maken tegen nepnieuws”. En dat betekent: niet alles geloven wat er op Facebook verschijnt aan nieuws. We moeten meer de kranten lezen. Kranten die ons echt informeren. Die ons laten zien wat er gebeurt. Dan weet je wat er aan de hand is. Als zelfs Alexander Klöpping daar een groot voorstander van zegt te zijn tijdens De Wereld Draait Door, zijn we in goed gezelschap.

Het is toch onbegrijpelijk dat er geen kranten meer zijn in schoolbibliotheken. Dat er ook docenten zijn die geen kranten meer lezen. Een slecht geïnformeerde samenleving is vatbaar voor desintegratie van de samenleving. Zoals Jan van Groesen het formuleert: “Als wij, en zeker ook de nieuwsmedia, de waarheid laten verkruimelen in een tempo zoals nu door Moskou en de Trumpianen wordt gedicteerd, zal de beschaving vanuit onze leefwereld geleidelijk verkruimelen.”

Kijk naar het verleden en wees niet onverschillig.

 

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.