De Netwerkmaatschappij deel 22: Netwerken versterken – op school

donderdag 15 november 2018

Vijf jaar geleden begon ik deze blogserie na het lezen van The Network Society van Manuel Castells. Dat boek overtuigde me ervan dat onze samenleving wereldwijd grondig aan het veranderen is onder invloed van technologie en media.

Technologie en media blijken niet alleen het vermogen te hebben mensen digitaal met elkaar te verbinden; de laatste tijd wordt het ook steeds meer duidelijk dat die twee geweldige mogelijkheden bieden voor de commercie en politiek om mensen te manipuleren. Het woord netwerk gaat in dit verhaal regelmatig terugkomen. Voor de duidelijkheid: in dit artikel heb ik het vooral over fysieke netwerken en hoe die baat kunnen hebben bij een digitale impuls. Hoe kunnen we op school bestaande netwerken zo versterken dat ze jongeren op school een extra gelegenheid bieden zich te ontwikkelen – niet alleen op het digitale vlak?

Illustratie Netwerken als zelfstandig naamwoord, pastel 2018 Roeland Smeets (klik op de afbeelding om te vergroten)

Contact: fysiek en virtueel

Het is van levensbelang dat mensen van jongs af aan (in het gezin) deel uitmaken van warme netwerken die als vanzelf een tegenwicht vormen tegen de gevaren van alleen digitaal verbonden zijn en het té afhankelijk zijn van digitale informatie. Want: als opgaan in de virtuele wereld samengaat met contactverlies in de materiële wereld, krijgt de werkelijkheid iets onvasts. We kunnen dan tegelijkertijd gaan geloven dat alles mogelijk is en dat helemaal niets meer kan. Mensen met weinig banden in de tastbare werkelijkheid zijn gemakkelijk om de tuin te leiden.

Ondertussen is het ook zo dat – als sociale media/smartphones gebruikt worden voor communicatie met vrienden – jonge mensen die vriendschappen even goed verdiepen als tijdens face-to-face contact. Dit positieve gebruik van smartphones/sociale media resulteert in meer empathische gevoelens.

De mediatheek als netwerk om samen te studeren

Wat praktische achtergrondinformatie: in de mediatheek waar ik werk staan 110 pc’s in onderling verbonden ruimtes en er zijn circa tienduizend boeken. Er kunnen zo’n 150 leerlingen plaatsnemen. De school heeft in totaal 800 leerlingen.

Ben je empathisch ingesteld, dan weet je ook wanneer je anderen stoort. Dat laatste heeft belangrijke gevolgen voor het – zelfstandig en samen met vrienden – kunnen en willen studeren. Sterker nog: als jongeren weten dat er op school een plek is waar ze altijd, tijdens tussenuren en na school terechtkunnen voor een mix van leren en met vrienden onder elkaar zijn, dan verhoogt dat gegeven het aantal uren dat leerlingen (kunnen) werken op school. Bovendien levert het samen doornemen van de stof leerlingen een andere kijk op de stof op. Ik spreek hier uit ervaring: er zijn in de pauzes zo’n honderdvijftig leerlingen in de mediatheek en er kan ondertussen ook ongestoord gewerkt worden. Na school wordt er vaak bijles gegeven door en voor leerlingen.

Ondertussen is het eerlijk gezegd wel zo dat ik regelmatig moet ingrijpen bij gezelschappen die het ongemerkt te gezellig gaan krijgen. Een heel menselijk trekje overigens. Ik geloof dan ook niet in die plekken – die je op veel scholen ziet – waar leerlingen onbegeleid aan de slag kunnen. Die fout is tijdens het Studiehuis al gemaakt. Ik zie de mediatheek als een klein netwerk dat het grotere netwerk, de school, beter doet functioneren en het karakter van de school eer aandoet. Als jongeren zelf plezier krijgen in studeren, dan is dat de beste voorbereiding voor een leven lang leren.

Digitale basisvaardigheden

Ook als het gaat om het verbeteren van digitale vaardigheden kunnen leerlingen – samen als netwerk – elkaar helpen. Volgens de Monitor Jeugd & Media 2017 zijn leerlingen digitale veelgebruikers en hebben zij vertrouwen in hun eigen digitale kunnen, maar de school speelt nauwelijks een rol in het bijbrengen van digitale kennis en vaardigheden. Jongeren doen die competenties op in hun vrije tijd, zeggen ze, en ze worden geholpen door hun ouders. En volgens mij hebben jongeren tijdens hun lagere schooltijd heel verschillende ervaringen opgedaan als het gaat om ICT basisvaardigheden.

Wat een middelbare school kan doen aan het begin van het schooljaar: een werknemer voor een uur vrijmaken die aan een brugklas de praktische ICT-problemen voorlegt die een beginnende leerling kan tegenkomen, vergezeld door de vraag: hoe zou jij die oplossen? Het resultaat is dat leerlingen vaak meerdere goede antwoorden te horen krijgen en dat ze in het vervolg weten wie van hun medeleerlingen deskundig is op een bepaald gebied. Deze instructieles, die plaatsvindt tijdens een uur dat anders uitgevallen was, bevordert de deskundigheid en cohesie in een klas.

Voor een startinstructie informatievaardigheden geldt ongeveer hetzelfde: de leerlingen krijgen middels situatieschetsen die ik geef, vijf of zes vragen/problemen voorgeschoteld. Zij krijgen de tijd die met Google te beantwoorden c.q. op te lossen. Wat leerlingen het meest verbaast is dat hun zoekvaardigheden zo sterk verschillen. Het resultaat is in ieder geval dat ze leren hun eigen zoekprestaties te relativeren. In mijn blogserie ‘Wegwijs in informatie’ ga ik hier dieper op in.

Vanzelfsprekend zijn de leerlingen tijdens hun hele carrière welkom in de mediatheek met vragen over deze vaardigheden, over literatuur en noem maar op.

School en buitenwereld

In zijn onlangs verschenen boek ‘21 lessons for the 21st century’ zegt Yuval Harari:

“De uitdaging waarmee de mensheid – op het gebied van informatie- en biotechnologie – wordt geconfronteerd in de 21ste eeuw is waarschijnlijk veel groter dan de uitdaging die zich voordeed door de uitvinding van stoommachines, spoorwegen en elektriciteit. En gezien de immense heersende, destructieve machtscultuur, kunnen we ons geen mislukte modellen, wereldoorlogen en bloedige revoluties meer veroorloven. Deze keer zouden ze kunnen resulteren in nucleaire oorlogen, genetisch gemanipuleerde monstruositeiten en een complete afbraak van de biosfeer. Daarom moeten we het beter doen dan we deden bij de confrontatie met de industriële revolutie.” (blz. 33, 34)

Leerlingen alleen maar confronteren met bovengenoemde wereldwijde alarmerende informatie, gaat niet werken. Wat wél zou kunnen werken is dat jongeren op school meer kennis krijgen over de maatschappelijke effecten van digitale wereldwijde ontwikkelingen en hoe zij die zelf kunnen beïnvloeden door hun toekomstige bezigheden, of door te stemmen.

Op het ogenblik wordt er druk vergaderd, worden er ideeën gespuid over digitale geletterdheid in het onderwijs van de toekomst. De discussie gaat onder andere over welke kennis en vaardigheden nodig zijn. Mijn mening is dat meer kennis – bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid of over biologie en technologie of over programmeren leidt tot meer vaardigheden. Eerst de kennis, dan de vaardigheden!

Het Klassentoernooi

Ik heb voorbeelden gegeven van hoe een klas of school, zich – in de ondersteuning van haar onderwijs – kan aanpassen aan sterk veranderende omstandigheden. Ik wil eindigen met een voorbeeld van hoe leerlingen, klassen en de hele school kunnen deelnemen aan een project dat voor alle geledingen de mogelijkheid biedt het maximale uit zichzelf te halen. Motivatie gegarandeerd: Het Klassentoernooi!

Gedurende drie á vier dagen strijden alle klassen (minus de zesde klassen, die maken deel uit van de verschillende jury’s) op onderdelen als toneel, muziek, culinair, films maken, diverse sporten en geheime onderdelen. De klassen kiezen uit hun midden die leerlingen van wie ze denken dat die sterk zijn op een bepaald onderdeel. De hele school doet mee. De vierde klassen organiseren en doen ook mee. De regels op het gebied van orde, netheid en dergelijke zijn streng. Het toernooi eindigt met een groot feest waar de winnaars van poule 1 (de eerste en tweede klassen) en poule 2 (de derde tot en met de vijfde klassen) worden bekendgemaakt. Het Klassentoernooi vindt al vele jaren plaats bij ons op school. Iedereen is super gemotiveerd en de winnaars door het dolle heen, dat spreekt.

Conclusie

Technologie kunnen we ook gebruiken om onze fysieke netwerken te versterken en niet alleen op school. Wen er maar aan, aan die term: netwerken versterken, want ook op politiek, technologisch of economisch vlak valt de positie van de mens ten opzichte van én met technologie te verbeteren en dat is hard nodig. Deel 23 van deze serie gaat er vast weer over….

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.