De Netwerkmaatschappij deel 21: Digitale competentie

maandag 16 juli 2018

Samenleving, media en technologie, die drie kun je vrijwel niet meer los van elkaar zien. Ik schrijf dit artikel omdat de ‘maatschappij’ aan de buitenkant zweeft van het model voor digitale geletterdheid dat nu gangbaar is. Ik wil aantonen dat het zinvol is dit model voor pubers en adolescenten binnenstebuiten te keren. En hieronder laat ik enkele voorbeelden zien van steden en landen die technologie heel intensief gebruiken. Ik eindig met een pleidooi voor een samenleving waarin we maximaal gebruik kunnen maken van de zegeningen van de technologie en media, want we hebben nog lang niet alle mogelijkheden aangeboord.

Digitale geletterdheid (hierna DG) is de term die we gebruiken voor wat jongeren in het onderwijs zouden moeten leren over het (kunnen) leven met de verschillende aspecten van media en technologie. Geeft DG jongeren op dit moment in voldoende mate een fundament voor een leven in een samenleving die doordrenkt is van media en technologie? Over welke plek DG in ons onderwijs zou moeten innemen, wordt veel gedebatteerd. Ik heb inmiddels twee bijeenkomsten bijgewoond, georganiseerd door Mediawijzer.net in Beeld & Geluid.

Mijn pleidooi: stel de samenleving – ruwweg vanaf de puberleeftijd – centraal en laat zien wat media en technologie binnen onze samenleving voor (on)mogelijkheden te bieden hebben, en discussieer daarover. Want: die samenleving is (gelukkig) geen constante. Er valt aan te sleutelen en dat is hard nodig, want sommigen voelen zich niet welkom. Er is – al dan niet terecht – veel onvrede en weinig vertrouwen in de overheid, en niet alleen in Nederland. Wat er nodig is, is natuurlijk een kritische houding waar DG bij zou kunnen helpen. Maar wat nog veel harder nodig is: kennis en beheersing van digitale mogelijkheden op het gebied van gezondheid, milieu et cetera. Competentie, daar gaat het om.

In Nederland

Laten we eerst een blik werpen op de lokale situatie als het gaat om samenleving en technologie. Een paar voorbeelden:

  • Op veel plekken in Nederland ontstaan Living labs of proeftuinen: plekken waar meestal jongeren samen kunnen werken aan projecten die te maken kunnen hebben met mobiliteit, bestuur, economie, milieu, wonen en samenleving. In een universiteitsstad als Delft zijn er veel te vinden. [W1, blz. 60]
  • InnoFest is een initiatief waarbij festivals in Noord-Nederland worden gebruikt als testomgevingen voor uiteenlopende innovaties: van tijdelijke verzekeringen tot nieuwe vormen van riolering. Het won 2017 de European Enterprise Promotion Award voor het beste initiatief om ondernemerschap te bevorderen. [W1, blz. 73]
  • Protest kan ook digitaal verwoord worden: de Groninger Bodembeweging is erin geslaagd met hun website allerlei actuele data over de aardbevingen te publiceren, mensen te informeren over het besluitvormingsproces en hen te mobiliseren voor acties. [W1, blz. 47]

Wil je iets kunnen betekenen op de hierboven genoemde ‘werkvloeren’, dan is een kritische houding niet genoeg. Expertise; competentie is nodig in allerlei vakken en disciplines en natuurlijk DG. En we hebben de wind mee want de regering heeft in juni 2018 uitgesproken dat het Nederland ziet als dé digitale koploper van Europa. Om die doelstelling waar te maken, moeten bedrijven, consumenten en overheden sneller en innovatiever inspelen op het hoge tempo waarmee maatschappij en economie digitaliseren.

netwerkmaatschappij,digitale geletterdheid

Illustratie: Roeland Smeets (klik om te vergroten)

Internationale voorbeelden

Landen die zich technologie echt eigen hebben gemaakt, zijn Estland en Singapore.

Het Estlandse ministerie van onderwijs heeft geregeld dat ‘digitale competentie’ een verplicht vak is. Programmeren heeft ook een vaste plek in het curriculum vanaf de lagere school. Jij zelf bent de enige persoon die bij al je data kan. Het vertrouwen in de regering in Estland is veel groter dan in andere EU landen. Een voordeel van het feit dat de burger bekend is bij de overheid en het verboden is zich anoniem te uiten op internet, is dat er niet langer sprake is van nepnieuws, hatemail en andere troll-activiteiten. [H, hoofdstuk 4]

Net als Estland scoort Singapore heel hoog op de Edelman Trust Barometer. Bij een grootschalig wereldwijd onderzoek naar de kwaliteit van onderwijs kwam Singapore als beste uit de bus. En net als Estland heeft Singapore programmeren en digitale geletterdheid stevig verankerd in het onderwijs. Volgens Forbes staat Singapore op nummer twee op de lijst van smart cities. Officieel staat de overheid van Singapore open voor kritiek, maar de werkelijkheid is helaas anders. [H, hoofdstuk 5]

Een mooi voorbeeld waar Nederland van kan leren: in Taiwan neemt Pol.is de ‘temperatuur’ op van de bevolking als het gaat om controversiële onderwerpen. De methode is als volgt: er wordt een stelling gelanceerd en mensen kunnen reageren door in te stemmen, of juist niet, of door een alternatieve stelling te formuleren. Het systeem werkt prima: na verloop van tijd verschijnen de meest gekozen stellingen bovenaan (inclusief percentage stemmers). [W2, blz. 221]

Vertrouwen in- en door overheden

En ondertussen is de EU, in de persoon van de hoge commissaris Margrethe Vestager, bezig een antwoord te vinden op de agressieve dominantie van de Amerikaanse techgiganten [H, blz. 151]. Ze bewijst daarmee hoe hard burgers goed, betrouwbaar bestuur nodig hebben; niet alleen van lokale overheden, maar ook op het wereldtoneel.

Ook de AVG is hier een goed voorbeeld van. De AVG is ontworpen om privacy ‘de norm’ te laten zijn in Europa. De AVG biedt de garantie op het fundamentele recht op bescherming van persoonlijke data aan alle ingezetenen van de EU. Google zal niet langer het recht hebben om “profielen van iedereen” aan te leggen. Volgens adviseur Paul Timmers is de bedoeling van deze wetgeving dat er een mate van vertrouwen ontstaat tussen burger en EU die vergelijkbaar is met die in Estland. [H, blz. 156]

Volgens de Edelman Trust Barometer 2017 is er wereldwijd een regelrechte implosie gaande als het gaat om vertrouwen, in media en instituties. Oorzaken zijn de economische recessie en de (gevolgen van) globalisering en technologische verandering. [H. blz. 15]

Het woord vertrouwen was al een paar keer voorgekomen in dit stuk: geen wonder want er is veel onmin, onvrede, al dan niet aangewakkerd door sociale media.

Nog te nemen hordes in Nederland op gebied van onderwijs en overheid

Terug naar digitale geletterdheid in Nederland. Het gebruik van ict is niet goed geïntegreerd in het onderwijs en het is de vraag of docenten zelf over de nodige ict-kennis en –vaardigheden beschikken om hun leerlingen op een toekomstbestendige wijze op te leiden. [Blz. 2 uit: Het voorbereiden van leerlingen op (nog) niet bestaande banen door Paul Kirschner, Open Universiteit]

Niet één of een paar docenten, maar een hele school zal in staat moeten zijn het onderwerp technologie en samenleving te laten leven voor de jongeren. Want het is de hele samenleving die een fundamentele verandering aan het ondergaan is.

De Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid (2017) ziet diverse uitdagingen. Overheden moeten zich meer organiseren rond de verwachtingen en behoeften van burgers. En de overheid dient duidelijke kaders en lange termijn doelen aan te geven voor de digitaliserende samenleving. Voor haar legitimiteit is het van groot belang dat burgers het beheer en gebruik van informatie door de overheid vertrouwen. Verder ligt er een grote uitdaging in het opschalen van succesvolle producten. Digitale ontwikkelingen worden vaak geremd door een gefragmenteerd openbaar bestuur. Tot slot wijst de Studiegroep op een nijpend tekort aan digitale kennis en kunde binnen de overheid. Deze kennis ziet men als een kerncompetentie voor de publieke taakuitvoering van de overheid. [W1, blz.93]

Zelfs als de machines al het werk en de technologie regelrecht vernietigen, kunnen we een economie van creatieve overvloed opbouwen als we de vruchten van machine-productiviteit ten voordele van iedereen gebruiken. De uitdaging zal zijn om een nieuw sociaal weefsel te breien waar leren, creativiteit en de menselijke aanpak heel anders gewaardeerd worden dan nu het geval is. We moeten beleidsmaatregelen ontwikkelen die het soort werk dat alleen mensen voor elkaar kunnen doen ondersteunen, aanmoedigen en belonen. Netwerkplatforms kunnen een krachtig hulpmiddel zijn bij het vormgeven van deze volgende economie. [W2, blz. 365]

Conclusie

Mijn mening is dat DG in zijn huidige vorm nog niet de maatschappelijke implicaties van de invloed van media en technologie voldoende belicht in het onderwijs. Denk aan (de implicaties van) kunstmatige intelligentie, welke plek krijgt dat in ons huidige onderwijs? De veelal positieve ontwikkelingen die ik hierboven schets zouden inspirerend kunnen zijn voor jongeren die aan de slag willen, maar wie vertelt ze daarover? DG zou weliswaar een positieve houding ten opzichte van media en technologie kunnen bewerkstelligen, maar het gaat ook om kennis met betrekking tot de mogelijkheden van technologie en media. Of, nog liever gezegd: competentie, daar gaat het ook om, om de wereld van morgen aan te kunnen.

Voor dit artikel maakte ik gebruik van:

Reacties 1

  1. peter hagedoorn

    Ben het qua redenering geheel eens; alhoewel ik de actuele situatie in Nederland in het onderwijs niet ken. Ikzelf heb 7 jaar geleden een e-skills TaskForce voor de overheid geleid dat als conclusie trok dat er meer mensen en beter in IT moeten worden opgeleid om de “schokken” van de digitalisering goed op te vangen. (https://hagedoorn.org/eindrapport-taskforce-e-skills/). Met de conclusies is niets gedaan. Ik schreef een boek “de vloeibare samenleving” (www.hagedoorn.org) met als doelbestuurders en politici te wijzen op de noodzaak een goede Digitale Agenda te maken (zoals de EU wel heeft !!) om o.a. het onderwijs veel beter op de digitalisering voor te bereiden.

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.