In deze jubileumeditie van De Netwerkmaatschappij wil ik eerst stilstaan bij waarom ik deze blogserie zes jaar geleden opstartte. Toen ging het bij mediawijsheid vooral over het effect van digitale media op een individu. Maar ik vond en vind het ook belangrijk om het effect van grootscheeps mediagebruik te beschrijven. Want mensen die op sociale media allerlei meningen tegenkomen en die voor zoete koek slikken, gaan even later stemmen en als hun stemgedrag verandert onder invloed van hun mediagebruik – en daar lijkt het wereldwijd heel zeker op – dan verandert er méér dan de stemming in een land. Wereldwijd staan democratische waarden op het spel en in Nederland worden mensen even goed gemanipuleerd via allerlei media.
Ter voorbereiding van dit blogartikel heb ik vijf boeken gelezen, een beschrijving daarvan vind je hier. Deze en andere boeken die o.a. over digitale spionage, het klimaat en wankele democratieën gaan, zouden op school beschikbaar moeten zijn want ze gaan over een toekomst waarin onze jongeren gaan leven. Hoe meer ze nu weten, hoe beter.
Genoemde boeken zijn ook de basis voor dit blogartikel. Vooruitlopend op mijn conclusie kan ik nu al melden dat enerzijds onze kennis van het digitale domein zodanig tekortschiet dat er sprake is van een onveilige situatie, en anderzijds dat mediawijsheid ook is: de voordelen (of liever: meerwaarde) van face-to-face communicatie ten opzichte van digitale communicatie laten zien.
Wijsheid…
…is (volgens het Van Dale woordenboek) ‘juiste, op inzicht en levenservaring stoelende kennis en het vermogen daarnaar te handelen’.
We leven in en beschikken over een overvloed aan communicatietechnologieën. Onze cultuur bestaat eerder uit ervaringen die we hebben opgedaan in of via media dan uit direct beleefde ervaringen (Team Human, blz. 5).
Een consequentie hiervan is dat wijsheid in veel gevallen niet wijsheid is die het gevolg is van doorleefde ervaringen en eigen ontwikkelingsprocessen, maar van in de pers en door digitale media aangeleverde en voorgekookte informatie. In dit artikel kom ik ook met informatie, maar ik zal ervoor zorgen dat de bronnen boven verdenking staan. En de schrijvers zijn gerespecteerde journalisten, filosofen en andere wetenschappers.
Technologie op macroniveau
Je krijgt – ook in Nederland – niet het idee dat de politiek zich veel aantrekt van gebeurtenissen die zich afspelen in het digitale domein, terwijl die enorme impact kunnen hebben. Journalist Huib Modderkolk schrijft hierover in Het is oorlog, maar niemand die het ziet. In zijn boek, dat geschreven is als een thriller met cliffhangers en al, kun je over verbijsterende voorbeelden lezen van digitale onveiligheid. Zo blijkt KPN bijvoorbeeld – nog steeds – niet goed beveiligd. En het National Cyber Security Center (NCSC) houdt zich niet bezig met hostingproviders (blz. 213), waardoor het mogelijk is dat het onderstaande zich gewoon afspeelt, ergens langs een spoorlijn in Drenthe:
“In de eerste maanden van 2015 ontdekken specialisten van de MIVD (de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) op een industriegebied in het Drentse Meppel een aanvalscomputer. Tussen weilanden en naast de spoorlijn Groningen-Zwolle staat een loods vol computers – een datacenter van een Nederlands bedrijf. De MIVD heeft verdacht verkeer gezien en is zo op het spoor gekomen van de computerserver. Als de specialisten een tap aansluiten en het internetverkeer bekijken, reageren zij ontsteld. Via de computerserver sturen Russische hackers aanvallen in Oost-Europa aan. Ze proberen elektriciteitscentrales in Oost-Europa binnen te komen om een sabotagevirus achter te laten.” (Blz. 216). (Lees hier meer over de Russische hackaanval op de Oekraïne)
Waar het hier om gaat is dat Nederland onbewust meewerkt aan het verspreiden van ontwrichtende digitale acties, oorlogshandelingen. En dat de gemiddelde burger daar geen weet van heeft. Deze acties onttrekken zich aan democratische besluitvorming; en degenen die ze uitvoeren, ontkennen per definitie iedere betrokkenheid. Ze opereren als dieven in de nacht die weten dat ze niet gezien worden. Als ondeskundigheid bij huidige politici leidt tot onveiligheid van de bevolking, is het tijd dat het onderwijs een nieuwe generatie – ook op het gebied van digitale ontwikkelingen – opleidt en zo een toekomst met meer veiligheid en expertise kan bieden.
De samenleving wereldwijd
In Democracy may not exist, but we’ll miss it when it’s gone stelt Astra Taylor aan de ene kant vast dat de oliehandel in het Midden-Oosten zijn weerslag heeft op de rest van wereld, ideëen de hele wereld over gaan, dat een pandemie zich kan verspreiden via een intercontinentale vlucht en dat klimaatverandering per definitie een wereldwijd fenomeen is. Aan de andere kant is er de vraag: hoe kan de mens een passende democratische reactie op al deze ontwikkelingen organiseren? (Blz. 236)
Willen we kunnen meebeslissen over zaken die wereldwijd spelen, ook op het gebied van digitale veiligheid, dan is in Nederland stemmen niet langer toereikend. Een groter bereik hebben we als we op een partij stemmen die ook binnen de EU een deuk in een pakje boter kan slaan op het wereldtoneel. Je stem laten horen en daarnaar handelen is in ieder geval altijd een goed idee.
Politiek, burgerraden
Hoe kun je zelf die invloed ‘terug’pakken? In allerlei landen (vooral Westerse) is het nu zo dat – als democratisch gekozen leiders een bepaald probleem als abortus of de Brexit niet kunnen oplossen – er een burgerraad ingesteld wordt. Een aantal burgers dat representatief is voor de bevolking van een land wordt via loting bij elkaar gezet en omgevormd tot een burgerraad die zich door zich te informeren verdiept in een – vaak controversieel – probleem. Hier een aantal voorbeelden van burgerraden in actie. De leden van de burgerraden komen door intensief overleg vaak wél tot een consensus. Met digitale media wordt over het algemeen het tegenovergestelde resultaat – polarisatie – behaald. Zie dit heel lezenswaardige recente artikel van Justine Pardoen.
(Media)wijsheid is ook: weten wanneer communicatie beter face-to-face kan plaatsvinden en dat kunnen overbrengen. Dat geldt – op micro-niveau – voor persoonlijke relaties met familieleden, vrienden en collega’s. Maar het geldt heel zeker ook op macroniveau: je krijgt allerlei meningen opgedrongen die voor ‘informatie’ moeten doorgaan. Je uitsluitend informeren met en communiceren via sociale media over zaken die iedereen raken is zoiets als vervuild drinkwater drinken.
Conclusie
Hoe kan het onderwijs het voor elkaar krijgen dat er een nieuwe generatie kritische burgers ontstaat, die invloed heeft in een wereld waar de impact van media en technologie zo groot is? Twee dingen zijn urgent, wat betekent dat het onderwijs er aandacht aan zal moeten besteden:
- De meerwaarde van menselijke communicatie ten opzichte van digitale. In het echte leven ontvangen we stukjes informatie (inclusief lichaamstaal) van elkaar en gebruiken we vervolgens wat we weten over de wereld om de hele boodschap zelf opnieuw te creëren. Het is zoals een grap in je hoofd binnenkomt: enige assemblage is vereist. Het moment van “krijgen” – het zelf samenstellen – is het plezier van actieve ontvangst. (Team Human, blz. 136)
- Onbekendheid met het digitale domein. Voor wie nog niet overtuigd is van de ernst van de situatie: onlangs heeft de WRR (Wetenschappelijke Raad voor regeringsbeleid) het rapport Voorbereiden op digitale ontwrichting het licht doen zien.
Voor iedereen: wat minder media en wat meer wijsheid!
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.