De Netwerkmaatschappij deel 26: Bootreizen

maandag 2 maart 2020

Als een middelbare school een reis organiseert, komt het voor dat docent-begeleiders allerlei onderdelen van die reis voorbereiden. De een zal zich inlezen als het gaat om een bezoek aan een museum of een stad; de ander zal zich met meer praktische zaken bezighouden.  Je kan zeggen dat de school bij zo’n gelegenheid op een andere manier gebruikmaakt van de kwaliteiten van de docenten/begeleiders. Deze aanpak is heel goed in te zetten bij…

Illustratie: Roeland Smeets (klik op de afbeelding om te vergroten)

Bootreizen

De bestemming: een extra laag in ons bestaan die enige tientallen jaren geleden is ontstaan…

Het waarom van de reizen

(Er is er één voor de brugklassen en één voor de bovenbouw)

Tijden geleden dachten we dat we er met ‘media-educatie’ vat op kregen; daarna raakte ‘mediawijsheid’ in zwang en dat ging op in ‘digitale geletterdheid’. De rode draad bij die ontwikkelingen was dat technologie – eerst via media en later op veel meer terreinen – vat kreeg op onze samenleving. Die technologische ontwikkelingen stoppen voorlopig niet en zij raken jongeren zodanig dat een school langzamerhand moreel verplicht is ze structureel te belichten.

Over de bovenbouw-reis

Maxim Februari is filosoof, jurist en columnist en dit jaar winnaar van de PC Hooftprijs der Ned. Letteren. De invloed van technologie op de mens is een van z’n thema’s. In zijn laatste bundel ‘De onbetrouwbare verteller’ valt hij – voor mij heel onverwacht – Sherry Turkle aan. Turkle is bekend van goed onderbouwde boeken waarin zij grofweg stelt dat de mens wat meer afstand zou moeten nemen tot technologie: “Taking a break from technology”.

Over dat laatste wordt Februari echter nijdig en hij zegt:

“Je kunt je telefoon in een diepe put gooien, maar de telefoon van de ander is online, je auto is online, je huis is online, de stad is online, het natte gras, het koolveld, de zee. Meer dingen dan mensen maken gebruik van het internet en hoe wou je die allemaal tegelijk een pauze laten nemen?” (Blz. 74)

Wat Februari hier aanstipt is dat die houding van: Hoe gaan we met technologie om? Nemen we wel genoeg afstand? nauwelijks meer opgaat, want technologie houdt zich wel met ons bezig. Van onderwerp wordt de mens lijdend voorwerp – of toch in ieder geval meewerkend voorwerp… als we niet uitkijken.

Om toch weer onderwerp te worden zal de mens zich de nodige kennis en vaardigheden op digitaal gebied moeten toe-eigenen. Gelukkig hebben we in Nederland inspirerende instellingen als Bits of Freedom, Waag, Rathenau Instituut, Kennisnet en Netwerk Mediawijsheid.

Verdere studie over hoe technologie onze samenleving beïnvloedt is dringend gewenst; de tweede reis zal dus wat langer duren.

De start van reis één

De boot gaat varen en het is de bedoeling dat jongeren van een brugklas van een middelbare school basiskennis en -vaardigheden opdoen die hen wegwijs gaan maken in het doolhof van eisen die het leven in een netwerkmaatschappij aan hen stelt. De bemensing van de boot is volledig in staat de meereizende jongeren te begeleiden want die bestaat uit docenten en ondersteuners die zich gespecialiseerd hebben in verschillende aspecten van digitale geletterdheid.

Na het instappen krijgt iedere jongere in de grote zaal de gelegenheid om een stuk te schrijven over een onderwerp dat hem of haar bezighoudt: huisdier, muziek, sport, vakantie, game. Het gaat hier om een wederzijdse kennismaking: de school is geïnteresseerd in wat er bij de jongeren speelt. En het resultaat van het schrijven van het werkstuk zal zijn dat de begeleiders op de boot een idee krijgen van wat de jongeren weten en kunnen, niet alleen op het digitale vlak. Daarop zullen zij voortborduren, zodat de jongeren weten dat wat hen bezighoudt ook weerklank krijgt op school.

De rest van het programma

Er is lesmateriaal op het gebied van allerlei aspecten van mediawijsheid aanwezig. De lessen worden gegeven door meereizende docenten en ondersteunend personeel. Zij nemen enkele dagen in beslag. Voor vermaak ter afwisseling wordt gezorgd.

Een deskundige docent geeft een aantal workshops over het belang van het (kunnen) programmeren. Er komt – eenmaal aan land en op school – een speciaal vervolgtraject voor degenen die kiezen voor programmeren. Concreet voorbeeld: als er vijf eerste klassen zijn, zullen er één of twee van die klassen zijn waarin de leerlingen intensief leren programmeren.

Dit was het lesprogramma van reis één. Met datgene wat ze geleerd hebben kunnen de jongeren voorlopig één of meerdere jaren toe, maar er is nóg een reis nodig…

Het programma van reis twee

Als we het over digitale geletterdheid hebben, hebben we het feitelijk over een onontwarbare verstrengeling van media en technologie. Technologie zal tijdens deze reis wat meer belicht worden. In Het internet is stuk, maar we kunnen het repareren windt Marleen Stikker er geen doekjes om:

“Terwijl onze jongeren les krijgen in “Mediawijsheid” en daarbij gewezen worden op de gevaren van internet, neemt de onderwijssector zelf met publiek geld diensten en laptops af van Google. Scholen hebben de plicht leerlingen en studenten te beschermen tegen verraderlijke digitale diensten die hun zoekgedrag en communicatiepatronen vastleggen. Het motto zou moeten zijn: onder achttien geen alcohol, drugs en geen cloud.” (Blz. 231)

Ik stel voor dat we vanaf nu –  als we het over digitale geletterdheid hebben – we ook iets als ’technologiewijsheid’ bedoelen. Het boek van Stikker bevat tal van passages die het bespreken waard zijn: alleen al de volledige titel: Het Internet is stuk, maar we kunnen het repareren.

Ethische kwesties

Op deze reis valt zoveel te bespreken en te bediscussiëren: ethische kwesties met betrekking tot digitaal beleid voor een school: hoe crawl je makkelijk en effectief op zoek naar goede informatie? Wat is de invloed van kunstmatige intelligentie als je eenmaal op de arbeidsmarkt bent beland? Hoe komt het dat autoritaire regimes overal als paddenstoelen uit de grond schieten? Dat 5G netwerk, is dat wel zo nodig? en dat lesmateriaal voor de onderbouw, dat ik eerder lovend noemde, dat is betaald door Google. Is het gebruik daarvan in de haak, als we ons ondertussen terecht kritisch opstellen tegenover Google?

Tot slot een citaat: “Voor digitale ontwrichting is vorig jaar maart ook gewaarschuwd door de Rekenkamer die de digitale veiligheid van tunnels, bruggen, waterkeringen en sluizen controleerde. Die bleek zo zwak dat het risico bestaat dat Rijkswaterstaat een eventuele cyberaanval ‘niet of te laat detecteert’. Herhaal: niet of te laat.” (Bron)

Als dit laatste geen argument is om digitale ontwikkelingen volledig in onze kijk op de werkelijkheid op te nemen… dan weet ik het ook niet meer.

Eenmaal thuis…

Behandel je bovenstaande facetten van media & technologie met eigen mensen, dan is dat niet alleen goedkoper, maar ook duurzamer omdat je kunt regelen dat personeel van elkaar leert, zodat er continuïteit is. Bovendien is het voor de leerlingen daarmee duidelijk dat het niet gaat om een onderwerp apart (waar ze geen cijfer voor krijgen) maar om een integraal onderdeel van het curriculum.

Conclusie

“Succesvolle verandering vereist het behoud van wat al goed gaat of goed genoeg is.” Dus pakt – eenmaal aan wal – de school gewoon de draad weer op, net als na een reis naar Londen of Parijs.

» Lees ook de andere delen van de serie De Netwerkmaatschappij

Reacties 2

  1. Daniel Lechner

    Wat een prachtig stuk Roeland. ‘De onbetrouwbare verteller’ is besteld! Dank voor deze tip.
    Ik moest bij je stuk denken aan Veronica in haar vroege jaren. En aan de probleemkids die als alternatieve straf in drie weken een boot bouwden in Marokko.
    Moeten we die boot niet echt gaan realiseren? De ‘Netwerk Mediawijsheid I’?

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.