De Netwerkmaatschappij deel 28: Vijfentwintig jaarVan biblio- naar mediathecaris en weer terug

maandag 8 maart 2021
De Netwerkmaatschappij - illustratie Roeland Smeets

Illustratie: Roeland Smeets (klik op de afbeelding om te vergroten)

Dit verhaal begint vijfentwintig jaar geleden, op 1 februari 1996. Ik werd bibliothecaris op een middelbare school met circa achthonderd leerlingen. Van lieverlee verschenen er steeds meer computers op m’n werk en werd ik mediathecaris. De mediatheek waar ik werkte bleef groeien. Nu bestaat hij uit vier verschillende, onderling verbonden ruimtes met bij elkaar 150 computers, ben ik met pensioen en keer ik terug naar de kern van m’n werk…

De eerste tien jaar

In 1996 werd ik schoolbibliothecaris in de binnenstad van Amsterdam; het sprak voor zich  dat ik het boekenbestand uitbreidde en het lag ook voor de hand dat leerlingen eerst daarin en later ook op internet informatie zouden gaan leren zoeken. Het aanleren van dat “zoeken” was toen vooral voorbehouden aan (school)bibliothecarissen en die hadden de The Big Six (zes stappen op weg naar de ”juiste” informatie) als leidraad. Boeken kocht ik vooral op markten en pleinen voor zo weinig geld dat ik ook genoeg geld had voor nieuwe boeken. Na een jaar verschenen de eerste computers en werd ik vanzelf mediathecaris.

Orde houden was niet makkelijk, want aanvankelijk zagen de leerlingen niet in wat zij aan mij zouden kunnen hebben. Dieptepunt was het Studiehuis in 2000; ik heb toen geleerd dat je van jongeren niet kan eisen dat zij op commando met z’n allen serieus gaan studeren. Want degenen die er geen zin in hebben gaan dan de sfeer bepalen waardoor vrijwel niemand aan werk toekomt.

In 2002 vroeg de toenmalige rector aan de ICT-werkgroep waar ik voorzitter van was om een voorstel te doen voor beleid op het gebied van ICT. Er stond namelijk een grote verbouwing voor de deur. Samen met biologiedocent Hans Schoonheim inventariseerde ik wat de docentenwensen waren. Er kwam uiteindelijk een bijzondere wens op tafel: de docenten wilden de leerlingencomputers niet in de lokalen, vanwege de afleiding die ze ook geven. Ze moesten in de mediatheek komen te staan; die ging uit meerdere ruimtes bestaan zodat drie klassen er met leraar konden plaatsnemen.

In 2004 was de nieuwe mediatheek een feit. Omdat ik de beschikking had over meerdere ruimtes kon ik ze van uur tot uur ook verschillend gebruiken: als stilte-, computer- of overlegruimte en dat laatste had verstrekkende gevolgen…

De tweede tien jaar

Doordat de ruimtelijke indeling van de mediatheek sterk verbeterd was, bleken de leerlingen wel degelijk in staat en bereid zelfstandig te werken en ook bleken ze bereid elkaar te helpen met huiswerk. Ik had me middels allerlei cursussen verder in m’n vak bekwaamd en ging vanaf 2010 artikelen schrijven voor Mediawijzer.net waar ik me meteen thuis voelde.

Vanaf 2013 startte ik de blogserie “De Netwerkmaatschappij” over boeken die technologische ontwikkelingen in de samenleving belichtten. Die boeken zijn geschreven door sociologen, psychologen, politicologen, historici, filosofen en natuurkundigen. Wetenschappers met heel uiteenlopende expertise; hard nodig, wil je vat krijgen op deze tijd.

In 2015 kwam daarbij de blogserie “Wegwijs in informatie”. Zo hield ik me, ook voor een breder publiek, bezig met m’n vak.

Digitale klassikale lessen met voor iedere leerling een computer vonden steeds vaker plaats in de mediatheek. Gemiddeld waren er zo’n acht à tien lessen per dag. Daardoor lag het ook voor de hand dat ik die lessen soms ondersteunde en leerlingen wisten dat ik ze altijd kon helpen bij computerproblemen. Vrij snel gebeurde het ook dat docenten delen van klassen naar de mediatheek stuurden, meestal omdat ze voorliepen op andere leerlingen en in de mediatheek aan de computer aan relevante opdrachten konden werken. Aan het begin van het schooljaar gaf ik verschillende pc-gerelateerde lessen tijdens uren die anders waren uitgevallen.

Nu, in 2021

De mediatheek bleef groeien, nu kunnen er vier (en soms vijf) klassen plaatsnemen; de opzet werkt. Na bijna vijfentwintig jaar ben ik gestopt als schoolmediathecaris. Het optimisme, de sfeer in de mediatheek toen die nog vol zat, zal ik missen want optimisme en vrolijkheid zijn besmettelijk. Maar waar ik ook helemaal blij van word, is dat ik een beroep heb dat ook nu van waarde blijft: ik ga gewoon door met het schrijven van blogartikelen.

Ondertussen…

…buitelen macro-ontwikkelingen over elkaar heen: klimaatverandering, een grotere economische ongelijkheid, steeds machtiger wordende techgiganten. Daarbij komt een wereldwijde coronapandemie die nu al bijna een jaar lang het openbare leven zo goed als lamlegt.

En… staat het vast dat de digitale veiligheid van onze samenleving niet gewaarborgd is. Het onderwijs doet in de meeste gevallen weliswaar iets met mediawijsheid, maar het zou mooi zijn als jongeren ook leren te werken met digitale tools. Waarom? Er is bij de huidige politieke partijen niet genoeg expertise als het gaat om digitale ontwikkelingen. Denk aan de toeslagenaffaire die mensen met “niet Nederlands klinkende namen” het hardst trof, of de talloze mislukte – van overheidswege aangestuurde – ICT-projecten.

Hoe dan ook: In het nieuwe Handboek digitale geletterdheid van Kennisnet staan maar liefst drie methoden om tot schoolbreed beleid op het gebied van computational thinking te komen.

De nabije toekomst

Wat ik hoop is dat het onderwijs tijd en ruimte flexibeler gaat inzetten, dat niet alleen docenten maar ook secties gaan samenwerken en dat docenten waar mogelijk ook ondersteuners bij het onderwijs betrekken.

Flexibeler omgaan met tijd & ruimte klinkt misschien abstract. Een feit is dat er binnen het onderwijs, niet alleen door de coronacrisis, ongelijkheid bij de jongeren is ontstaan m.b.t. kennis en vaardigheden. In de eerste plaats geldt dat voor de basisvakken maar zeker ook voor de vier aspecten van digitale geletterdheid.

Geef docenten de mogelijkheid leerlingen die de stof al goed beheersen in een groepje aan de pc te laten werken in een andere ruimte, een mediatheek met optimale begeleiding, zodat de docent alle tijd heeft om zich toe te leggen op dat deel van de klas dat de stof nog niet beheerst. Jongeren in de mediatheek kunnen ondertussen ook van elkaar leren: die verantwoordelijkheid kunnen ze aan, dat heb ik geleerd in de afgelopen 25 jaar.

De nabije toekomst, wat ik doe

De komende tijden zal ik – te pas en te onpas – blijven pleiten voor een goed geleide mediatheek in iedere school. Want het is niet alleen mijn ervaring dat jongeren goed van elkaar kunnen leren (hier meer).

Een project waar ik nu hard aan werk is dit: de 25 à 30 boeken die ik voor de blogserie De Netwerkmaatschappij gelezen heb, lees ik nog een keer en ik haal de nog altijd relevante informatie daaruit opnieuw naar voren. Zo ontstaat een bibliotheek die deze tijd beschrijft en die leerlingen waardevolle extra informatie levert voor werkstukken en spreekbeurten. Informeren, de beschikbare informatie vormgeven, dat is een kerntaak voor een bibliothecaris. Ondertussen blijf ik ook bloggen over recent verschenen boeken en ga ik met Wegwijs in informatie ook gewoon verder.

Tot slot

Het is te begrijpen als docenten na corona voorrang willen geven aan het aanleren van basiskennis, maar het is ook te hopen dat jongeren de grip op het heden, die ze leken te verliezen, wél – voor zover mogelijk – kunnen krijgen op de toekomst.


Meer artikelen van Roeland Smeets:

» Wegwijs in informatie, deel 12: Het Handboek digitale geletterdheid
» De Netwerkmaatschappij deel 26: Bootreizen
» De Netwerkmaatschappij deel 17: Beren op de weg

Reacties 1

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.