De Netwerkmaatschappij deel 36: Een volgende stap

donderdag 30 juni 2022

Op veel terreinen moeten mensen gaan inleveren. Laten we eens kijken welke maatregelen we binnen het digitale domein kunnen voorstellen, met als doel een meer leefbare samenleving.

Illustratie: Roeland Smeets

Het beginpunt van onze digitale geschiedenis leek lange tijd 2005, toen de Raad voor Cultuur de term ‘mediawijsheid’ muntte. De brede maatschappelijke impact kwam nog meer tot leven in de term ‘digitale geletterdheid’ en nu is het tijd voor een nieuwe loot aan die tak: AI-wijsheid.

Al die termen zijn nodig vanwege die vreemde gast aan tafel, technologie, en hoe we hem een plek geven in ons onderwijs. Dat bedoel ik met die “volgende stap” van de titel. In de conclusie is te lezen wie die gaan zetten.

Startpunt van dit verhaal is niet 2005, maar 1936. Lees hier waarom:

Aanloopgeschiedenis

Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd in de VS gewerkt aan de ontwikkeling van de atoombom. Voor dat werk was een enorme hoeveelheid rekenwerk essentieel; het werd verricht door vrouwen. John von Neumann had het op zich genomen om de atoombom daadwerkelijk te bouwen. Uitgangspunt bij dat werk was de ‘handleiding’ die Alan Turing in 1936 had geschreven: On Computable Numbers. In april ’45 slaagde Von Neumann daarin en werd de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden gewonnen, nadat er tweemaal een atoombom boven Japan werd afgeworpen. Overigens hadden de Nazi’s de oorlog kunnen winnen, ware het niet dat zij Joodse wetenschappers bij voorbaat buitensloten.

Een overeenkomst met toen is dat er nu een vrijwel even grote druk ligt op de stappen die gezet (moeten) gaan worden.

Versterking van de democratie

Als we het willen hebben over de vergroting van onze weerbaarheid, dan moet we het ook hebben over de versterking van onze democratische waarden.
Eva Rovers schreef Nu is het aan ons, een boekje waarin het accent ligt op het herstel van overleg, van gedachten uitwisselen. Het blijkt dat het vruchten afwerpt als mensen in de gelegenheid worden gesteld om in het bijzijn van deskundigen rustig van gedachten te wisselen. Op tal van plekken in Europa zijn op deze manier hete hangijzers (op een voor iedereen bevredigende) manier uit de weg geruimd. Dat burgerberaden wél een gelegenheid bieden voor zinvol overleg, heeft Eva Rovers met haar boek(je) aangetoond.

Het roept de vraag op waarom binnen onze sociale media niet zo’n proces kan plaatsvinden. Ik denk dat dit komt omdat sociale media vervuild door een minderheid (voor een deel bestaande uit bots) die wil ontregelen.

Rudy van Belkom schreef Alive and Clicking, een boek met als ondertitel “er is hoop voor democratie”. Wat sympathiek is aan dit boek is het geloof in de (positieve) inbreng van de jongeren; de schrijver heeft de tijd genomen (en gekregen) om uitgebreid journalistiek graafwerk te doen. Technologie speelt een grotere rol bij dit boek dan bij Nu is het aan ons. Ideaal lijkt het mij als Belkom en Rovers hun krachten bundelen en zich samen inzetten voor het versterken van democratische waarden, met behulp van technologische middelen.

Met zulke middelen kun je namelijk de samenleving veranderen. Maar je kan ook die middelen zélf veranderen.

AI

Neem AI, oftewel Kunstmatige Intelligentie. Dit zegt Yuval Harari over intelligentie: “Intelligentie is het vermogen om problemen op te lossen. Bewustzijn is het vermogen om dingen als pijn, vreugde, liefde en woede te voelen. We hebben de neiging om de twee te verwarren omdat bij mensen en andere zoogdieren intelligentie hand in hand gaat met bewustzijn. Zoogdieren lossen de meeste problemen op door dingen te voelen, computers doen dat echter op een heel andere manier.” (21 Lessons for the 21st Century, blz. 69)

Cathy O’Neil heeft in Weapons of Math Destruction beschreven welke ellende AI kan aanrichten als je de mens niet voorop stelt. In Nederland hebben we daar een voorproefje van kunnen krijgen door de Toeslagenaffaire. Dat kunstmatige intelligentie echt wel een meerwaarde kan hebben voor het onderwijs kun je hier lezen.

Open source

Open source is het principe dat de broncode die gebruikt voor een digitale voorziening openbaar toegankelijk blijft. In 2002 vonden we op de school waar ik werkte dat een school zich niet zou moeten verbinden aan commerciële partijen, omdat het onderwijs boven de partijen zou moeten staan. We kozen voor Linux als besturingssysteem, maar de softwarepakketten bleken kwalitatief nog niet goed genoeg.

“PubHubs is het begin van een digitale omgeving die mensen in hun waarde laat, met de meerwaarde van digitale extra’s.”

In Nederland is tijdens de Public Spaces-conferentie een breed gedragen initiatief van start gegaan, dat grote gevolgen kan krijgen voor hoe mensen in Nederland internet – en vooral de meerwaarde daarvan – kunnen gaan beleven. Initiator is Geert-Jan Bogaerts en gangmakers tijdens de conferentie op 17 en 18 mei waren hoogleraar computerbeveiliging Bart Jacobs en hoogleraar José van Dijck (platformsamenleving). Beiden kwamen in aanmerking voor een (aanmoedigings-)prijs. Het geld daarvan steken ze in het bouwen van digitale sociale omgevingen die wél aan privacy-eisen voldoen: PubHubs is een online plek die mensen in hun waarde laat, met de meerwaarde van digitale extra’s.

Voor wie vindt dat dit toch wat vaag klinkt: leerlingen ondergaan het gebrek aan vertrouwen dat in ‘closed source’ programma’s als Magister wordt toegepast als ongemakkelijk. Hun ouders worden eerder op de hoogte gesteld van hun cijfers dan zij zelf. Het principe van open source is eenvoudig en ligt voor de hand: je stelt de broncode van wat je aanbiedt beschikbaar; je kunt er nog steeds geld mee verdienen, maar technologie wordt dan zoiets als water: een voorziening die overal en altijd beschikbaar is.

Conclusie

De revolutie die we meemaken is te lang verkeerd beoordeeld. Te lang is gedacht dat het vooral om een mediarevolutie ging. Als je je vooral op media-aspecten richt, zie je alleen de buitenkant van wat er gebeurt. Als je je ook op AI richt, zie je waaróm die media zijn zoals ze zijn, met o.a. nepnieuws. Je kunt dan als het ware onder de motorkap kijken en met open source kun je er zodanig aan sleutelen dat je er ook een bestaan mee kan opbouwen.

Dit stuk heet ‘een volgende stap’.. Ik heb nog niet verteld wie die gaan zetten. Dat zijn de docenten, leraren die ieder jaar voor de klas staan; met dit hoofdstuk (en deze serie) wil ik niet meer doen dan informatie leveren. Als we inzetten op onderwijs en daarmee op de wetenschap dan is er een kleine kans dat we net zo’n wonderlijke ontwikkeling gaan meemaken als die in de Tweede Wereldoorlog!

Lees meer uit de serie De Netwerkmaatschappij:

» Deel 35: Vrede, onvrede of vredeloosheid?
» Deel 34: Op school
» Deel 33: Een geluk bij een ongeluk
» Deel 32: Het is de tijd
» Deel 31: Wat wij zagen

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.