Wat heeft een stofzuiger met programmeren en leren te maken? Die vraag probeer ik hieronder te beantwoorden. Mijn inspiratie voor dit verhaal haal ik uit twee bronnen: het boek God, Human, Animal, Machine van Meghan O’Gieblyn en De menselijke programmeertaal van Prof. Dr. Ir. Felienne Hermans.
De digitale wereld is, naast een belangrijk onderdeel van de héle wereld, de biotoop waarin begrippen als mediawijsheid, digitale geletterdheid en programmeren goed van pas komen. Filosofe Meghan O’Gieblyn beschrijft die wereld briljant in haar boek. We hebben landelijk kennis kunnen maken met deze wereld in 2005, toen het begrip mediawijsheid zijn intrede deed. Inmiddels hebben (sociale) media hun sporen nagelaten in de hele Nederlandse cultuur. Sociale media hebben over het algemeen technologie als motor.
Via het begrip digitale geletterdheid hebben we nu ook een andere term waarmee we allerlei verschijnselen van de digitale wereld (zoals ChatGPT) een plek kunnen geven.
Later kom ik terug op programmeren, Felienne Hermans en natuurlijk: de stofzuiger!
Eerst wat bevindingen van O’Gieblyn.
Heel lang geleden was de wereld een betoverende plek en kon de mens, heel creatief, allerlei verklaringen bedenken voor de wereld om haar heen. O’Gieblin beschrijft in haar boek meesterlijk welke metaforen de mens heeft aangewend om tot een soort van begrip te komen over allerlei fenomenen, van onweer tot en met geboorte en de dood.
Natuurlijk speelt God een grote rol in die verhalen, maar nu – sinds relatief korte tijd – leent ook de technologie zich voor mystificatie, want wat de rol daarvan nou precies is, wordt door de grote techbedrijven eerder verdoezeld dan verhelderd. Recentelijk kreeg ChatGPT een mogelijke rol toebedeeld, terwijl wij – als mensen – zelf onze plek zouden moeten kunnen weten en waarderen. Wie is beter toegerust om de toekomst aan te kunnen: de mens of de door haar ontworpen technologie?
Ik weet wel zeker: dat is de mens.
Ondertussen is de betovering van de wereld er nog echt niet vanaf. Er zijn zoveel terreinen waarop de mens echt een nieuwkomer is; de ruimte bijvoorbeeld. Ja, je kan zeggen dat op het gebied van wetenschap en kunst “the sky, the limit” is.
Over ‘nieuwe’ technologiën
Je zal versteld staan over hoeveel eerder verwerkte informatie in de “nieuwe” technologiën eigenlijk oude meuk is. ChatGPT bijvoorbeeld gebruikt allerlei teksten van wisselende kwaliteit.
“En omdat de gebruikte algoritmen zich baseren op historische gegevens, waarbij informatie over het verleden wordt gebruikt om voorspellingen te doen over de toekomst, weerspiegelen hun beslissingen vaak de vooroordelen die het sociale en politieke leven lange tijd hebben gekleurd. Door machines gemaakte beslissingen versterken dan uiteindelijk bestaande sociale ongelijkheden”, stelt O’Gieblyn.
Computer en mens – wie kan wat?
“Het blijkt dat computers bijzonder bedreven zijn in de taken die mensen het moeilijkst vinden: het kraken van vergelijkingen, het oplossen van logische proposities en andere vormen van abstract denken. Wat voor kunstmatige Intelligentie het moeilijkst is, zijn de zintuiglijke waarnemingstaken en motorische vaardigheden die we onbewust uitvoeren: lopen, drinken uit een beker, de wereld zien en voelen via onze zintuigen.”
We zouden blij moeten zijn over deze mogelijke rolverdeling tussen de computer en de mens. Maar, gezien de angst voor ChatGPT en de angst dat technologie “onbeheersbaar” zou kunnen worden, lijkt het erop dat de meeste mensen niet opgewassen zijn tegen onze relatie met technologie.
Hoop
“Het lijkt alleen maar goed dat technologie ons de betoverende wereld teruggeeft die technologie zelf heeft vernietigd. Misschien zullen de krachten die onze ballingschap uit Eden mogelijk maakten op een dag onze tuin met digitaal leven reanimeren. Misschien is de enige uitweg er doorheen.”
Dat zou mooi zijn als mensen zich kunnen blijven verwonderen, wat we als vanzelf doen in de natuur. Kinderen kunnen het immers zeker ook met hun knuffels, die namen hebben en voor hen allang tot leven zijn gekomen.
Het programmeren
Een heel recente ontwikkeling is dat het programmeren – een directe manier om te communiceren met computers – nu ook makkelijk bereikbaar en breed inzetbaar wordt. En dat hebben we onder andere te danken aan Hermans. Dat blijkt uit haar boekje (helaas alleen als PDF beschikbaar), de weerslag van de inaugurele rede die zij onlangs uitsprak toen zij geïnstalleerd werd als hoogleraar vakdidactiek van de informatica aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hieronder een paar van haar bevindingen:
Programmeerlessen ontaardden een jaar of tien geleden vrijwel altijd in chaos omdat iedereen in de klas (onderling verschillende) foutmeldingen kreeg; vooral voor degenen die toch al niet zoveel affiniteit met het onderwerp hadden was dat heel ontmoedigend. Vandaar dat Hermans, samen met een ontwikkelingspsycholoog, meer ging leren over het leerproces van de mens. Resultaat was het plan om zelf een programmeertaal te ontwerpen, dat werd Hedy. Nieuw was dat je bij een foutmelding meteen uitleg kreeg over wat er fout gegaan was.
Ondertussen geeft zij ook programmeer-les op het Lyceum Kralingen, zodat ze haar eigen lessen kan blijven aanpassen aan de wensen van leerlingen. Leerlingen wilden bijvoorbeeld graag dat Hedy niet alleen in het Nederlands verscheen, maar ook in het Arabisch .
“Hedy is, dankzij de vrijheid om te proberen op school en dankzij meer dan driehonderd contributors en vertalers, die ook blijven strijden voor meer inclusiviteit, uitgegroeid van een klein prototype tot een wereldwijd product, met honderdduizenden gebruikers per maand”, aldus Hermans. Het product is ook nog eens open source, dus toegankelijk en bewerkbaar voor de gebruikers.
De stofzuiger
De stofzuiger in de illustratie heb ik met olieverf geschilderd in 1982. Model voor de stofzuiger stond een type uit de vijftiger jaren. Technologie uit die tijd had een spectaculaire vormgeving: Engelse auto’s hadden ronde vormen en waren soort rijdende knuffels op wieltjes. Amerikaanse auto’s waren er meer om te imponeren; beide hadden bijzondere kleurcombinaties. Ik kan het weten want ik spaarde “autoplaten” in die tijd. Met andere woorden: ik heb in mijn jeugd geleerd dat technologie je heftig kan ontroeren.
Een citaat uit Kazuo Ishiguro’s klassieker over kunstmatige intelligentie “Klara and the sun”: “Are you a guest at all, or do I treat you like a vacuum cleaner?”
Tot slot
Als O’Gieblyn degene is die de digitale wereld beschrijft als een vervallen kraakpand waar het slechts voor enkelen goed toeven is, dan is Hermans degene die ons de sleutel overhandigt van een huis waarin – op den duur – iedereen terecht kan.
Reacties 1
Ha Roeland,
Wat een ontzettend goed en leuk artikel. Heel inspirerend en herkenbaar voor mij hoe je het onderwerp benadert.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.