Kinderen zouden elkaar niet vaker digitaal pesten, maar wel heftiger. De noodklok wordt geluid. Ik ben het klokgelui moe.
Het wordt zo langzamerhand een mantra, een negatief mantra: “De Nederlandse maatschappij heeft geen antwoord op digitaal pesten“. Dat zeggen de Kindertelefoon en experts naar aanleiding van het nieuws dat kinderen vaker bij hulplijnen aankloppen na online te zijn gepest. Het is alsof we niet meer geloven in een goede afloop. Toch heeft Cartoon Network een campagne gelanceerd.
Al sinds ik met het onderwerp online pesten bezig ben, buitelen de cijfers over elkaar heen. Al die jaren waren er twee boodschappen:
- digitaal pesten is verschrikkelijk (‘Het achtervolgt je 24 uur lang, je kunt er niet voor vluchten’)
- er wordt steeds meer gepest via internet.
De boodschap is nu anders:
Digitaal pesten neemt niet toe, maar wordt wel heftiger. Het is pure ‘online pestterreur’. Kinderen vertrouwen de Kindertelefoon soms toe niet langer te willen leven.
Wat je moet weten over online pesten
- Online pesten kan zo uit de hand lopen, dat kinderen voor de trein springen. Naaktfoto’s die rondgaan, bijvoorbeeld. Helaas gebeurt het. Vijf jaar geleden ook al. Er kan niet genoeg aandacht zijn voor de noodzaak om met kinderen te praten over wat er mis kan gaan. Gelukkig weten kinderen de Kindertelefoon steeds beter te vinden, ook via chat. Maar dat wil niet zeggen dat de problemen heftiger worden.
- Meer kinderen beschikken over een smartphone waarmee je sneller en makkelijker online kunt. Via WhatsApp communiceren ze. Als ouder of docent kun je minder goed volgen wat ze bespreken, Hyves liet meer zien. De Generatie Braaf kun je echter gerust wat ruimte geven, dat blijkt wel. Het percentage digitaal gepeste kinderen ligt nog altijd op 11 procent. Lager dan het aantal kinderen dat zegt offline te zijn gepest.
Wat je moet weten over de aanpak van online pesten
- Niet alleen wemelt het van de anti-pestprogramma’s voor scholen, kinderen worden ook overspoeld door interventies en bewustwordingscampagnes tegen online pesten. De ene keer worden de ouders aangesproken. Dan weer de scholen. En dan weer de kinderen. Je ziet door de bomen het bos niet meer. Wie zit er achter? Wat is goed en wat is betrouwbaar?
- Het (al dan niet verkapte) verwijt aan ouders en scholen blijft terugkomen. Die zouden niet goed zorgen voor kinderen op internet. Die zouden niet zien dat er wordt gepest. Maar dat is lariekoek. Ouders en scholen doen hun stinkende best, en kinderen zijn daar zeer over te spreken. Dat ouders kinderen digitale privéruimte gunnen en geloven in praten in vertrouwen, is een teken van kracht en geen bewijs van falen. Dat wij opvoeders onze kinderen niet kunnen beschermen tegen alle onheil in de wereld, is een fact of life.
Wat moet er veranderen? We moeten nieuwe vragen stellen
We kunnen het tij misschien keren. Mits we onze taal matigen. Niet steeds naar anderen wijzen (de leerkrachten en ouders) maar soms net even wat moediger zijn en iets doen. Willen we het eigenlijk wel oplossen, vraag ik me soms af. Of willen we er alleen maar over praten en ach en wee roepen over de verloedering van onze omgangsvormen? Laten we ons best doen om de werkelijke problemen te formuleren en te tackelen.
Misschien lukt dat als we op de volgende vragen een goed antwoord vinden.
1. Is de hulp wel goed genoeg?
Kijk naar Freek, 13 jaar, die werd gepest. Zijn online identiteit werd gehackt. Ja, dat noem je heftig pesten. Zijn ouders hielpen hem, de school hielp, maar sociale mediabedrijven namen zijn klachten niet serieus genoeg. Dat was voor de pester en meelopers een vrijbrief om door te gaan met hun digitale heksenjacht. Vrij vertaald: het probleem is niet dat kinderen heftig worden gepest. Dat wisten we al. Het probleem was dat er niet snel genoeg werd opgetreden door sites als Facebook en Twitter.
Anders gezegd: kan de praktische hulp voor gepeste kinderen adequater? Moeten we bijvoorbeeld meer onze best doen voor sites als Helpwanted.nl of Meldknop.nl? Kunnen zij genoeg personeel betalen om kinderen in hoge digitale nood te helpen?
2. Welke kinderen hebben onze hulp nodig?
Alle kinderen kunnen slachtoffer worden van digitaal pesten. Alle kinderen hebben onze hulp nodig. Maar wie in het bijzonder? Probleem is dat er een groep is die nog minder dan andere kinderen voor zichzelf op kan komen. Voor hen geldt misschien wel dat ze er niet ‘sterker’ uitkomen. Dat zijn kinderen met een (licht) verstandelijke beperking, of kinderen die uit gezinnen komen waar de ouders minder toegerust zijn om kinderen te helpen met hun zelfbeeld. Wat kunnen we meer doen voor hen dan we nu al doen? Worden hun leraren en begeleiders wel voldoende ondersteund?
Het is hoog tijd dat we niet alleen met kinderen praten. We moeten ook wat voor ze gaan doen. Onze goede bedoelingen en anti-pestpraatjes zijn niets waard zonder onze daden.
Reacties 1
Lang geleden kwamen er auto’s op straat. Het waren levensgevaarlijke apparaten en daarom voerde men de regel ‘Snelverkeer gaat vóór’ in. Hierdoor nam het aantal ongelukken juist toe en daarom werd het langzame verkeer gemaand voorzichtig te zijn. Er kwamen steeds meer automobielen en ze gingen ook steeds harder rijden en door het stof wat ze opwierpen werden het onzichtbare moordmachines. Men ging daarom de wegen verharden maar hierdoor werd er nóg harder gereden.’Kijk uit met oversteken’ werd er geroepen maar dat hielp niet want men raasde gewoon. Dit kon omdat iedereen dezelfde Thin Lizzy had waardoor niemand wist wie de bestuurder was. Er kwamen nóg meer regels, rijscholen, stoplichten, klaar-overs, snelheidsbeperkingen en rijbewijzen. Niets hielp! Tot iemand op het lumineuze idee kwam om alle voertuigen een uniek kenteken te geven. Zo wist men niet wie de dader was, maar wel wie er aansprakelijk kan worden gehouden.
Op de digitale snelweg heeft ook iedereen een kenteken, het heet IP-adres. Dit hebben computers/mobieltjes nodig om een ontvangstbevestiging te sturen naar de afzender. Het geeft aan wie de provider is en die kan zien wie de abonnee is. Dus de cyberpester is bekend vanwege dat IP-adres. Maar, dit wordt niét zichtbaar gemaakt. Dus op de digitale snelweg rijdt iedereen met een afgeplakt kenteken en weet dus ook niemand wie de wegpiraat is.
Wie erg slim is kan via proxis onbekend blijven. Maar bestaan er wel slimme pesters? Je kunt natuurlijk ook via het openbare wifi-net van de patatboer je haatmails versturen maar is het nou zo moeilijk om eerst even in te loggen met je twitter-account?
Ook voor cyberpesten geldt dat de aanpak niet moeilijk is. Het probleem zit in de methodes.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.