Wat betekent het voor kinderen en jongeren om digitaal weerbaar en veerkrachtig te zijn? En hoe zorgen we ervoor dat interventies niet alleen kennis en bewustzijn vergroten, maar ook zorgen voor gedragsverandering? Esther Rozendaal – lid van de Wetenschappelijke Raad van Netwerk Mediawijsheid – is dit voorjaar benoemd tot hoogleraar Digitale weerbaarheid en veerkracht. Met haar nieuwe leerstoel gaat ze onder andere deze vragen onderzoeken. Peter Wiegman stelde haar 5 vragen om er meer over te weten te komen.
1. Wat wordt precies verstaan onder ‘digitale weerbaarheid en veerkracht’?
‘Digitale weerbaarheid en veerkracht is een unieke combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes, weerspiegeld in zichtbaar gedrag. Deze stelt kinderen en jongeren in staat om met succes de kansen van de online wereld te benutten en tegelijkertijd effectief om te gaan met de risico’s ervan.’
‘Enkele voorbeelden van digitaal weerbaar gedrag zijn:
- een sterk password instellen;
- een antivirus-app gebruiken;
- ongewenste berichten op sociale media rapporteren bij het platform;
- hulp inschakelen van anderen bij een online pestincident;
- en een limiet op schermtijd instellen.’
‘Bij digitale veerkracht gaat het om het effectief gebruik van strategieën die helpen terug te veren bij vervelende online-ervaringen en digitale stress. Het voelen en benoemen van emoties is bijvoorbeeld een belangrijke vaardigheid die bijdraagt aan digitale veerkracht.’
2. Waar kwam de behoefte vandaan om deze leerstoel in het leven te roepen?
‘Sinds enkele jaren zien we een enorme groei aan interventies die zich richten op het versterken van de digitale weerbaarheid en veerkracht van kinderen en jongeren, zoals lesprogramma’s over mediawijsheid op scholen en communicatiecampagnes. We weten echter nog weinig over de effectiviteit van die interventies.’
“Een belangrijke vraag is hoe de kloof tussen kennis en gedrag kan worden overbrugd.”
‘Veel interventies richten zich op het verhogen van het bewustzijn van de risico’s van digitale media. Of op het vergroten van de kennis die nodig is om kritische consumenten en makers van digitale mediaboodschappen te zijn. Onderzoek toont echter aan dat zelfs als kinderen en jongeren zich bewust zijn van de risico’s van digitale media en de nodige kennis hebben om kritisch na te denken over hun online-ervaringen, dit niet garandeert dat ze naar deze inzichten handelen en digitale media op een gezonde, verantwoordelijke en veilige manier gebruiken.’
‘Een belangrijke vraag is hoe deze kloof tussen kennis en gedrag kan worden overbrugd. Wat hebben kinderen en jongeren – naast bewustzijn en kennis – nodig om de kansen van de online wereld met succes te benutten en om tegelijkertijd effectief om te gaan met de risico’s ervan? Het doel van deze leerstoel is om die vraag te beantwoorden. Dat is wetenschappelijk relevant, omdat het bijdraagt aan een beter begrip van de digitale weerbaarheid en veerkracht van kinderen en jongeren en de theorieontwikkeling rondom dat thema. Maar het is ook maatschappelijk relevant omdat het interventie-ontwikkelaars kan helpen programma’s en campagnes te ontwikkelen die daar op doeltreffende wijze een bijdrage aan kunnen leveren.’
3. Wat is het onderzoeksplan van de leerstoel?
‘De leerstoel richt zich op het begrijpen van wat kinderen en jongeren nodig hebben om de kansen van de onlinewereld met succes te benutten en tegelijkertijd effectief om te gaan met de risico’s ervan. De volgende onderzoeksvragen zijn leidend:
- Wat betekent het voor kinderen en jongeren om digitaal weerbaar en veerkrachtig te zijn?
- Wat zijn de determinanten van digitaal weerbaar en veerkrachtig gedrag van kinderen jongeren?
- Welke interventiestrategieën zijn succesvol in het versterken van hun digitale weerbaarheid en veerkracht?
- En hoe kan het potentieel van artificiële intelligentie (AI) worden benut om de digitale weerbaarheid van kinderen en jongeren te faciliteren en te vergroten?’
“Mijn team en ik werken nauw samen met kinderen en jongeren, ouders, scholen en diverse organisaties”
‘Om deze vragen te beantwoorden worden inzichten en methoden uit verschillende wetenschappelijke disciplines (bijvoorbeeld communicatiewetenschap, psychologie, pedagogiek, onderwijskunde, sociologie, bestuurskunde, artificiële intelligentie) geïntegreerd. Mijn team en ik werken nauw samen met kinderen en jongeren, ouders, scholen en diverse organisaties met een gedeelde interesse in de digitale weerbaarheid en veerkracht van jonge mediagebruikers. Zo streven we ernaar nieuwe wetenschappelijke perspectieven te ontdekken. Maar ook om bij te dragen aan oplossingen die kinderen en jongeren in staat stellen om te gaan met de kansen en risico’s van digitale media, nu en in de toekomst.’
4. Zijn er samenwerkingsverbanden vanuit de leerstoel?
‘De leerstoel is gepositioneerd in een sterk netwerk van maatschappelijke samenwerkingspartners, waaronder Nationale Opleiding MediaCoach (NOMC), Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM), Edux Onderwijspartners, MIND Young en Netwerk Mediawijsheid. Daarnaast hebben we afgelopen maanden geïnvesteerd in het opzetten van samenwerkingsverbanden met verschillende scholen en jongerenorganisaties in de regio Rotterdam.’
5. Bestaat er een vergelijkende leerstoel bij andere universiteiten of zelfs in het buitenland?
‘Naar mijn weten bestaat er in Nederland en daarbuiten geen andere leerstoel die zich specifiek op de digitale weerbaarheid en veerkracht van kinderen en jongeren richt. De leerstoel sluit goed aan bij verschillende bestaande leerstoelen, zoals die van enkele andere leden van de Wetenschappelijke Raad van Netwerk Mediawijsheid zoals Prof. Jeroen Jansz, Prof. Jessica Piotrowski, Prof. Alexander van Deursen, Prof. Simone van der Hof.’
Maak kennis met de Wetenschappelijke Raad van Netwerk Mediawijsheid
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.