Van werken via Teams of Zoom, het bezorgen van een pakketje of boodschappen, tot algoritmes die voorspellen of je besmet bent met het coronavirus. Door de pandemie heeft digitalisering een vlucht genomen, betoogt filosoof en senior wetenschapper bij de WRR Haroon Sheikh. Eerst als redding, maar inmiddels wordt ook de afhankelijkheid zichtbaar. Tijd voor een brede maatschappelijke discussie. In dit artikel gaat Brainwash-redacteur Tjebbe Venema in gesprek met Haroon Sheikh.
TV: Niet al die technologie is nieuw, toch?
HS: ‘Nee, je kunt spreken van een aantal categorieën. Je hebt technologieën die we al een beetje gebruikten en die we extreem zijn gaan gebruiken. Denk aan streamingsdiensten, pakketbezorging, voedselbezorging. Omdat een bezoek aan de supermarkt risico’s met zich meebracht en de bioscopen sloten, zijn we die zaken veel meer gaan gebruiken. Dan is er technologie die al mogelijk was, maar niet van de grond kwam. Digitaal vergaderen, teleconsults met de huisarts, online lesgeven. Het kon, de infrastructuur lag er, maar er was sociale weerstand. Nu moesten we wel over de koudwatervrees heenstappen.’
“Digitale technologieën brengen hele rigoureuze veranderingen met zich mee, die aanvankelijk in een soort niemandsland terechtkomen.”
‘Dan is er technologie die wat meer aan de horizon lag, die nog niet gereed was, maar door nood uitgeprobeerd werd. Denk aan drones, die ingezet werden om te controleren of mensen aan het samenscholen waren. Aan autonome voertuigen, die bijvoorbeeld in Wuhan pakketjes bezorgden om mens-mens-contact te voorkomen. En tenslotte is er ook technologie specifiek voor covid ontwikkeld, zoals algoritmes die inspeelden op de medische een maatschappelijke impact van het virus.’
De coronacrisis laat zien hoe afhankelijk we zijn van het internet.
‘Absoluut. Ik probeer me wel eens voor te stellen hoe het geweest was als deze crisis tien jaar eerder had plaatsgevonden. Hoe anders was de wereld toen? De infrastructuur waar we nu gebruik van maken, lag er toen nog onvoldoende. Waar waren we geweest, als we alleen maar lineaire televisie hadden gehad, het logistiek nog niet zo makkelijk was om dingen aan de deur bezorgd te krijgen, we onderwijs hadden moeten opschorten omdat de netwerken niet geschikt waren voor thuisonderwijs? In dat opzicht is deze crisis echt gemarkeerd door digitalisering. Het heeft ons gered, maar we zijn er ook extreem afhankelijk van geworden.’
Is die afhankelijkheid blijvend?
‘Ik denk dat we in eerste instantie helemaal teruggaan naar het oude. Revenge gedrag, wordt dat genoemd. We gaan waarschijnlijk revenge holidays krijgen, mensen die een maand lang naar Thailand gaan omdat ze wel een beetje klaar zijn met de camping in de Achterhoek. Er zullen revenge feestjes komen, mogelijk allerlei knuffelfeestjes. Gewoon, om weer datgene terug te pakken waarvan mensen het idee hebben dat het ze ontnomen is. In eerste instantie zullen we massaal teruggaan naar dat contact dat we zo gemist hebben. Daarna zal er een proces op gang komen van onderhandeling tussen oud en nieuw. Dan zullen er hybrides ontstaan, die noch oud, noch nieuw zijn. Niet simpelweg een combinatie van beide, maar geheel nieuwe configuraties.’
“Wat zijn momenten van wrijving en inefficiëntie waard? Wat zijn gesprekken bij de koffieautomaat waard? Dat soort inzichten moeten echt nog komen.”
Waar denk je dan aan?
‘Kijk bijvoorbeeld naar het kantoor. Er zullen heel andere faciliteiten nodig zijn, waarin je samen kunt werken met mensen die deels fysiek en deels digitaal aanwezig zijn. Je hebt niet alleen een kantoorruimte nodig, maar bijvoorbeeld ook een videoruimte, waarin je zo’n vergadering op de juiste manier kunt voeren. Die plekken zijn er nog niet. En ook de etiquette die daarbij hoort, is er nog niet, terwijl dit echt ander gedrag van ons gaat vragen.’
Hoe zie je dat zelf voor je?
‘Ik heb collega’s die heel graag terug willen naar kantoor, maar ik denk zelf dat ik ook deels thuis zal blijven werken, omdat ik merk dat mijn productiviteit daar een stuk hoger ligt. Dat heeft ook een schaduwzijde, want doordat die productiviteit hoger ligt, wordt de efficiëntie ook wel echt uitgeknepen. Voor mijn werk bij de WRR doe ik regelmatig interviews. Voor corona deed je er dan één op een dag. Je stapte in de trein, maakte een praatje in de lift, maakte weer een praatje na afloop. Nu plannen we soms vier interviews achter elkaar op een dag, waardoor je niet de ruimte hebt om een opmerking even te laten indalen. We hebben dus te maken met een productiviteitsvoordeel, maar wat doet het met je als je dag zo geoptimaliseerd is? Wat zijn momenten van wrijving en inefficiëntie waard? Wat zijn gesprekken bij de koffieautomaat waard? Dat soort inzichten moeten echt nog komen.’
De afhankelijkheid van digitalisering heeft ook een schaduwzijde, zeg je.
‘Digitale technologieën, en dan met name kunstmatige intelligentie, zijn een hele grote technologische revolutie, die we een paar keer eerder hebben gezien in de geschiedenis, bijvoorbeeld rond de industriële revolutie. Het brengt hele rigoureuze veranderingen met zich mee, die aanvankelijk in een soort niemandsland terechtkomen. We weten nog niet wat het kan doen en daardoor heeft het onvoorziene en ongereguleerde effecten. Wat je ziet met nieuwe technologieën, is dat de relatief sterksten er het eerste profijt van hebben.’
“We zijn nu voorbij het naïeve optimisme. We hoeven niet tegen te zijn, maar we moeten gaan nadenken over de juiste regels, normen en borgen.”
‘Initieel worden bestaande ongelijkheden versterkt, tussen technologiebedrijven en andere bedrijven, maar ook tussen meer welvarende en minder welvarende burgers, tussen minderheden en meerderheden, tussen mannen en vrouwen. Gezichtsherkenningssoftware werkt slechter voor mensen met een donkere huidskleur en voor vrouwen. Vooroordelen komen in algoritmes terecht, wat weer gevolgen heeft voor de vraag of jij een hypotheek krijgt of niet. We zijn nu voorbij het naïeve optimisme. We hoeven niet tegen te zijn, maar we moeten gaan nadenken over de juiste regels, normen en borgen.’
En daarom is een brede maatschappelijke discussie nodig over digitalisering.
‘Zeker. Er wordt vaak gedacht dat als je kritisch bent, je dan tegen bent. Ik zou willen zeggen dat het, om het goed te doen, noodzakelijk is om kritisch te zijn. Als we die technologie omarmen zonder kritisch te zijn, zullen er steeds meer mensen langs de kant blijven staan. Maar je hoeft er niet mee te stoppen. Als je het kritisch begeleidt, zorg je ervoor dat je er ook de vruchten van kunt plukken. Ik maak me daarom ook wel zorgen, over de mate waarin de Tweede Kamer dit vraagstuk kan agenderen. Een hoofdonderwerp in de formatie is het ook niet.’
Dit artikel is een ingekorte versie van een stuk dat eerder verscheen op Brainwash.nl
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.