Docententraining ‘Nieuws of Nonsens in de klas’: nieuwsgierigheid verbindtEen verslag van de docententraining 'Nieuws of Nonsens in de klas', die op vrijdag 1 juni 2018 plaatsvond in Beeld en Geluid

dinsdag 5 juni 2018

Op vrijdag 1 juni 2018 kwamen docenten uit alle windstreken bij elkaar in Beeld en Geluid tijdens de docententraining ‘Nieuws of Nonsens in de klas’. De behoefte aan praktische handvatten voor mediawijsheid in de klas is groot en inspiratie volop voorhanden.

Hoe kunnen docenten in het voortgezet onderwijs op een relevante en leuke manier mediawijze thema’s in de klas behandelen? Deze vraag staat centraal tijdens de docentendag in Beeld en Geluid en is relevanter dan ooit gezien het feit dat (online) mediagebruik onder kinderen, jongeren en volwassenen alleen maar toeneemt. Ook uit onderzoek blijkt dat docenten veel behoefte hebben aan kennis en praktische tools voor in de klas.

Nieuws of Nonsens in de klas, Jorrit Lousberg Nieuws of Nonsens in de klas, Jorrit Lousberg
Foto’s: Beeld en Geluid / Jorrit Lousberg

Een lastige nieuwsquiz

Na een korte introductie door dagvoorzitter Joost Hoebink van het Nederlands Debat Instituut en specialist educatie Merel Gilsing van Beeld en Geluid, is het podium van Maike Olij – media innovator en journalistiek strateeg. Haar onderzoek naar hoe we nieuws consumeren en erdoor beïnvloed, verleid en misleid worden, zorgt voor interessante quizvragen die geen enkele docent in de zaal tot het einde toe weet te doorstaan. Zo zijn nieuwsreportages vaak behoorlijk voorspelbaar, zoals Maike laat zien met dit BBC Four filmpje, en wordt het meeste mobiele nieuws geconsumeerd op, jawel, de wc.

Maar ook serieuze zaken komen aan de orde, zoals het fragment van Dream School dat Maike laat zien waarin voormalig minister van Defensie, Jeanine Hennis-Plasschaert, in conflict raakt met een leerling over berichtgeving rondom IS. Na dit fragment komt in de zaal het belang ter sprake van het met leerlingen in gesprek gaan over betrouwbare bronnen. Olij: “Waar Hennis-Plasschaert het gesprek meteen afkapt door de bronnen die de leerling gebruikt te verwerpen, hebben docenten naar mijn idee juist de rol om op dit soort momenten het gesprek open te houden en te proberen betrouwbare bronnen voor leerlingen te onderscheiden.” In dit kader tipt Olij het boek ‘Factfulness, ten reasons we’re wrong about the world – and why things are better than you think van Hans Rosling, dat tien reacties beschrijft die ons perspectief op o.a. nieuws vervormen. Veel van Olij’s onderzoek is terug te lezen in het boek ‘Nieuwsbehoeften, een NOS-boek over nieuwsgebruik’.

Iedereen kan zich gek laten maken door de media

Na Olij’s eye-opener vertelt eindredacteur Marc Josten over Medialogica in de klas: een programma dat gaat over hoe de werkelijkheid verdrongen kan worden door beelden, met een nieuwe werkelijkheid tot gevolg. De uitzending ‘Heel Holland zoekt’ over de in 2013 vermiste broertjes Ruben en Julian wordt getoond. Na afloop is de zaal geshockeerd door hoe erg deze nieuwshype uit de hand is gelopen. Josten: “Iedereen kan zich gek laten maken door de media en daarom moeten we als docenten alert zijn op hoe wij de goede toon spreken om kinderen en jongeren terug te brengen naar de wereld van de feiten.” De afleveringen van Medialogica duren ongeveer 10 minuten en zijn zeer geschikt om als discussiestarter in de klas te gebruiken. Marc Josten schreef over zijn ervaringen het boek ‘Weerwoord, de publieke opinie’.

Ervaren wat je leerlingen ervaren

Na de pauze gaan de docenten in verschillende groepen aan de slag met workshops. Joost Hoebink van het Nederlands Debat Instituut leidt de workshop ‘Het Mediawijsheid Debat’ en deelt de groep in drie vakken in: voorstanders, tegenstanders en rechters. Het gaat niet over je eigen mening, je argumenteert voor of tegen de stelling, afhankelijk van in welk vak je ingedeeld bent. Alleen de rechters mogen hun eigen mening vormen naar aanleiding van de argumenten die ze te horen krijgen. Door deze manier van debatteren kunnen leerlingen op een constructieve manier leren debatteren, omdat ze in dienst staan van het debat. Bovendien leren ze zich zo ook te verplaatsen in een andere mening. Na iedere stelling wordt er gewisseld van vak, vandaar de naam: carrousel debat. Op de website mediawijsheiddebat.nl zijn de gratis inleidende filmpjes en stellingen te vinden die in de klas gebruikt kunnen worden.

De stellingen waarover gedebatteerd wordt:

  1. Personen zijn nooit verantwoordelijk voor wat ze online verspreiden.
  2. Media zijn verplicht om meerdere kanten van hetzelfde verhaal te laten zien.
  3. Er moet een keurmerk komen voor betrouwbaar nieuws.

Nieuws of Nonsens in de klas, Jorrit Lousberg

Er is een hoop hilariteit tijdens het debatteren en argumenten gaan over en weer. Het is niet makkelijk om de rechters te overtuigen, maar toch veranderen met name bij de tweede en derde stelling een aantal rechters van mening. Hoebink: “Jullie ervaren nu wat je leerlingen straks ervaren als jullie dit in de klas uitvoeren. Erg leerzaam dus om dit nu ook zelf te doen.”

Tot slot geeft Hoebink een aantal handige tips:

1. Probeer nooit mensen te overtuigen die tegen een stelling zijn. Probeer de mensen te bereiken die nog aan het beslissen zijn.

2. Volg het AUB model: argument, uitleg, bijvoorbeeld. Gebruik het liefst een voorbeeld dat past bij degene die je wil overtuigen.

3. Laat leerlingen het debat voorbereiden door bronnenonderzoek te doen en over de stellingen na te denken.

4. Om het ijs te breken kan het helpen om in het begin een rondje te maken, waarbij in het voor en tegen vak iedere leerling een argument noemt.

5. Volgens Aristoteles en de Romeinen zijn er vier elementen die maken dat je overtuigt:
Ethos – hoe presenteer en breng je je argumenten?
Pathos – op welke manier breng je je argumenten?
Logos – wat is de feitelijke inhoud van je argumenten?
Aptum – passen je argumenten bij degene die je wil overtuigen?

Geloofwaardigheid betekent goed faken

“Hoe kun je jezelf beter weerbaar maken tegen nepnieuws, dan door het zelf te doen?!” Voor de groep staat Ruurd Oosterwoud, oprichter van DROG, een desinformatie expertisebureau. Tijdens deze workshop vertelt hij over de technieken achter nepnieuws of desinformatie. In dit kader ontwikkelde DROG de serious game ‘Slecht Nieuws’; gratis te spelen en geschikt voor leerlingen vanaf 15 jaar. Tijdens deze game worden er zes technieken van desinformatie behandeld en realiseren de leerlingen zich welke onethische keuzes je moet maken om een succesvolle troll te worden. Aan te raden is om het spel in tweetallen te spelen. Er is ook een Engelse versie van de game beschikbaar met een downloadbaar educator sheet’.

Naast de serious game geeft DROG in de klas ook workshops ‘nepnieuws maken’. Leerlingen bedenken en posten een nepnieuwsbericht met aansprekende afbeelding op een website van DROG, voegen fake social media shares en comments toe en delen het bericht vervolgens via hun eigen sociale media kanalen. Hoe succesvol is jouw nepnieuws bericht? “Het kan snel gaan” vertelt Ruurd, “tijdens een workshop op een VMBO school klikten 800.000 mensen op een nepnieuwsbericht over een hittegolf!” De regels tijdens de workshop? “Geen dood en verderf, geen bestaande personen en merken.” Om duidelijke kaders te stellen krijgt iedereen die op de link naar het nepnieuwsbericht klikt een pop-up te zien waarin staat dat dit om nepnieuws gaat. Daarnaast worden de nepnieuwsberichten op de website na 24 uur weer verwijderd.”

Nieuws of Nonsens in de klas, Jorrit Lousberg Nieuws of Nonsens in de klas, Jorrit Lousberg

Tijdens de workshop voor de docenten wordt er druk overlegd, geconcentreerd getikt, ge-nep-comment en gezocht naar foto’s bij de nepartikelen. Toch is er bij sommige docenten schroom om de berichten daadwerkelijk te delen. Desondanks is er een goede oogst aan zelfverzonnen nieuws, een greep uit de selectie: Chinezen willen panda’s terug / Insectenplaag op het strand / Is nieuwe burgemeester Amsterdam Rotterdammer?

Nieuwsgierigheid verbindt mediamakers, leerlingen en docenten

De dag begon met de vraag hoe docenten op een leuke en relevante manier mediawijze thema’s in de klas kunnen behandelen en eindigt met een hoofd vol inspiratie en praktische tools om in de klas toe te passen. De docenten die naar deze dag kwamen waren nieuwsgierig naar de mogelijkheden, net zoals hun leerlingen nieuwsgierig zijn naar de toekomst waarin media een steeds grotere rol spelen. En dat is mooi, want nieuwsgierigheid is wat mediamakers, leerlingen en docenten verbindt.

De foto’s in dit verslag zijn gemaakt door Jorrit Lousberg van Beeld en Geluid.

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.