Frank Evers geeft op het Connect 2014 congres in Canada toelichting op de Nederlandse aandacht voor 21ste eeuwse vaardigheden in het onderwijs. In dit artikel brengt hij enkele inzichten over dit onderwerp bij elkaar. De komende week volgen enkele updates op Marant.nl vanaf het congres, waar ook de Canadese aanpak van deze vaardigheden centraal staat.
Aan alle kanten wordt aan het onderwijs getrokken als het gaat om vaardigheden, in het bijzonder als ze van deze eeuw zijn. Het is een roep vanuit economische noodzaak, omdat het land straks (ICT)bekwame werknemers nodig heeft. De maak-industrie wordt immers geautomatiseerd, dus we hebben mensen nodig die robots kunnen onderhouden en programmeren. Maar ook vanuit andere sectoren klinkt de roep om kritische, creatieve, samenwerkende, oplossingsgerichte, digitale, sociale, omgevings- en zelfbewuste wereldburgers. Dus roept Paul Rosemöller op tot de introductie van een vaardighedenbewijs dat naast het kennis of vakdiploma kan bestaan.
Dit idee om vaardigheden te waarderen met een getuigschrift, kwam onder meer voort uit een expertsessie die ik met Mediawijzer.net organiseerde rondom het thema 21st century skills. Vanuit een brede vertegenwoordiging werd aangegeven dat expliciete aandacht voor deze skills nodig is, waarbij een complicerende factor is dat je ze niet apart moet toetsen en dat ze zich manifesteren als impliciet onderdeel van het onderwijsproces. Wil je het benoemen van een vaardigheden niveau goed aanpakken, dan voorzie ik een vrij fundamentele stap in kijken naar hoe we onderwijs inrichten en wat we als opbrengsten benoemen.
Start met vernieuwen
En dan kom je toch uit bij de dagelijkse werkelijkheid. Zeker in het licht van nieuwe vmbo, passend onderwijs en toenemende inspectiedruk. Er moet al een hoop veranderen, waarbij steeds kritisch gekeken wordt naar opbrengsten. Er is een voorstelbaar risico als je veel nadruk op vaardigheden gaat leggen. Dat kwam ter sprake toen ik laatst een bijeenkomst begeleidde met raad van toezicht, bestuur en management van een kleine scholengroep. Daar kwamen we in het spanningsveld van managementafspraken, kwaliteit, regiobelangen en het reële besef van de diepe noodzaak de leerlingen weerbaar en leerbaar te maken voor een heel nieuwe tijd. Tussen droom en daad staan regels, wetten en andere bezwaren. Maar er was overeenstemming dat dit geen belemmering mag zijn om door te pakken en vanuit de huidige situatie wel degelijk te starten met vernieuwen. Van binnenuit. Een mooie stap van spanningsveld naar begrip voor de onzekere weg die men inslaat bij het oppakken van deze handschoen.
Echt werk maken van vaardigheden vraagt dus een flinke inspanning, die plaats moet vinden in een toch al sterk veranderend onderwijsveld, waar prestatiedruk hoog is. De basis hiervoor is inspiratie, enthousiasme en gewoon ook concrete ideeën over hoe je dat aanpakt. Een belangrijke observatie is dat werken aan 21ste eeuwse vaardigheden geïntegreerd, van binnenuit, dus binnen de ‘vakken’ opgepakt moet worden. Dat vraagt dus een manier van werken waarbinnen kennisconstructie hand in hand gaat met ontwikkelen van vaardigheden als samenwerken, creativiteit , kritisch denken, etc.
From great to excellent
Dat dit laatste een van de belangrijkste voorwaarden is, weet ook Michael Fullan, enkele jaren terug als adviseur van de staatssecretaris in Nederland betrokken opbrengstgericht werken en de focus op taal en rekenen. Hij doet onderzoek naar onderwijs en opbrengsten in Canada en is daar speciaal adviseur van de minister hard op weg de stap from great to excellent te maken. Hij ziet in dat technologie en veranderende wereld een grote impact hebben op onderwijs en benoemt daarom expliciet ‘6 C’s’ (creativity, critical thinking,…) als onderdeel van deze stap. Hij waakt ervoor dat het geen vage notie of ambitie mag zijn, maar dat de invoering gepaard moet gaan met onderzoek naar meetbare opbrengsten en goede ondersteuning van docenten. Want zij moeten in staat zijn rijke leerervaringen te creëren. Fullan zal als keynote speaker op het congres Connect2014 in Toronto zijn ideeën uiteen zetten.
Peerscholar
In de zoektocht naar 21ste eeuwse rijke leerervaringen werkt Marant onder andere samen met PeerScholar EU. Zij introduceren een methodiek van peer assessment leren, waarbij je een online omgeving het hele proces inricht, van opdracht maken via peer assessment tot eindbeoordeling. De opzet is dat leerlingen online via opdrachten werken aan de reguliere kennisopbrengsten.
Door het geven van feedback op het werk van anderen en het ontvangen van feedback op eigen werk, passen leerlingen ook 21ste eeuwse vaardigheden toe. Denk daarbij aan kritisch denken, creativiteit, samenwerken en zelfbewustzijn. En aangezien het geven en krijgen van feedback door Hattie benoemd is als uitermate krachtig instrument met een positief effect op leerresultaat is dit een voorbeeld van hoe werken aan kennis en vaardigheden hand in hand kan gaan. De methodiek en de online tool zijn ontwikkeld door professor Steve Joordens uit Toronto en hij heeft tevens wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de opbrengsten. Hij heeft ons (Bob Hofman van peerScholar EU en mij) uitgenodigd om op 9 mei tijdens de Connect2014 in Canada te vertellen wat in Nederland de ontwikkelingen zijn rondom niet-cognitieve vaardigheden. Een mooie kans voor ons om aan te haken en voorop te lopen bij deze beweging.
Met PeerScholar hebben we een voorbeeld te pakken van hoe vaardigheden zichtbaar worden in het onderwijs. Volgende stap is dat ook goed kunnen benoemen en te waarderen, zodat leerlingen kunnen laten zien over deze vaardigheden te beschikken. Wellicht een eerste stap op weg naar een diploma en in ieder geval een manier om op betrouwbare manier ict in te zetten en te werken aan vaardigheden.
Dit artikel verscheen eerder op Marant.nl.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.