Tijdens het congres voor antipestcoördinatoren dat georganiseerd werd door de Nationale Academie voor Media en Maatschappij, het Nationaal Congres Pesten, mocht ik een presentatie geven over wat ik zelf maar omgedoopt heb tot ‘Instagate’. Of vrij vertaald: Leraartje pesten 2.0 via Instagram.
Bijna iedereen zal zich op de middelbare school weleens schuldig gemaakt hebben aan plagerijtjes (soms pesterijtjes) richting hun docent(en); natte propjes schieten tegen het bord, vullingen van pennen in het plafond schieten of eens een keer een stinkbom tot ontploffing brengen in het tekenlokaal (mea culpa). Met de komst van sociale media is er wat dat betreft echter wel wat veranderd. Een nieuwe, geniepigere manier van pesten is geboren.
In dit blogartikel wil ik me richten op het leraartje pesten. In dit geval versie 2.0, omdat het leraartje pesten door de komst van sociale media heftigere vormen aangenomen heeft. Zeiden wij vroeger op de fiets naar huis (lekker met z’n drieën naast elkaar fietsen, vanzelfsprekend) nog hoe irritant we een bepaalde docent vonden, tegenwoordig hebben de leerlingen daar onder andere Instagram voor. Dat hebben wij geweten op onze school.
Olie op het vuur
Instagate begon in september 2018. Even een stukje voorgeschiedenis. Vlak voor de zomervakantie was er vooral onder de bovenbouwleerlingen al veel onvrede over het nieuwe rooster dat het volgende schooljaar in zou gaan. Van 50 naar 60 minuten. Kort na de start van het nieuwe schooljaar werden we geconfronteerd met een aantal Instagram meme-accounts (een meme is een afbeelding met een pakkende tekst, die via sociale media verspreid wordt) waarop door leerlingen leuke, maar helaas ook veel minder leuke memes geplaatst werden om onder andere hun ongenoegen over het 60-minutenrooster te uiten. Ook een aantal docenten werd onderwerp van de memes. Er werd gebruikgemaakt van onrechtmatig verworven foto’s van een aantal collega’s en de teksten die hieronder geplaatst werden waren vaak uiterst beledigend en kwetsend.
In zo’n geval ben je afhankelijk van iemand (lees: een leerling) die melding maakt van zo’n besloten account. Op het moment dat wij hiervan lucht kregen, was de regionale pers eveneens op de hoogte en werd de voorzitter van het college van bestuur hierover bevraagd. Dit was olie op het vuur voor de makers en volgers van de accounts; wij hadden immers zelf de pers erbij gehaald…
Vervolgens werden er diverse acties ondernomen: collega’s werd gevraagd de accounts niet te volgen (dit zou immers als een soort verkapte steunbetuiging gezien kunnen worden), er werd een bericht naar ouders gestuurd (er wordt aangifte gedaan als de accounts niet binnen drie dagen verwijderd worden) en er werd door mij een praatblad voor mentoren gemaakt waarmee duidelijk gemaakt moest worden dat de vrijheid van meningsuiting toch echt grenzen kent. Eveneens werd aan collega’s die het slachtoffer waren geworden van memes gemeld dat zij vanzelfsprekend op eigen initiatief melding of aangifte konden doen.
Kwetsbaarder dan vroeger
De verslaggever van de krant die de volgende dag voor een gesprek met onze directie en mijzelf naar school kwam, verzuimde vanzelfsprekend niet om eerst aan de poort van de school nog een aantal leerlingen te spreken om de verontwaardiging over de aantasting van hun vrijheid van meningsuiting aan te horen.
Na een nieuw artikel in de krant en een aantal stuiptrekkingen (overslaan van de hype naar andere locaties en een nieuw account dat gelukkig veel minder heftig was) was de storm geluwd. De accounts waren snel verdwenen en uiteindelijk is ervoor gekozen om geen aangifte te doen, wel een melding. En dus zijn de makers van de accounts nooit achterhaald. Bij mijn beste weten heeft slechts één collega op persoonlijke titel melding gedaan bij de politie.
Als MediaCoach vind ik het jammer dat er geen aangifte gedaan is. Dat zou naar mijn mening echt een statement zijn geweest. En de hamvraag: is het weg? Nee, het is nooit weg en er komt altijd weer iets anders voor in de plaats. Is een docent kwetsbaarder dan vroeger? Ja, daar ben ik van overtuigd. Wat mij soms echt zorgen baart, is het gemak waarmee sommige (vaak jonge) collega’s met sociale media omgaan. Want hoe leuk is het als er een grappige sticker van je via WhatsApp verstuurd wordt? Hoe leuk is het om je ondanks alle richtlijnen op sociale media te laten volgen door je leerlingen? Maar hoe leuk is het nog als zo’n sticker ineens niet meer zo grappig is omdat er iets is voorgevallen tijdens de les? Het gaat me veel te ver om te zeggen dat docenten vogelvrij zijn, ik ben wel van mening dat wij kwetsbaarder zijn dan vroeger. Toen ik afgelopen weekend in de trein een volwassen man stiekem een foto zag maken van een medepassagier die overduidelijk niet helemaal ‘in orde’ was, en deze foto vervolgens op Snapchat zette met een ‘pakkende’ tekst, vroeg ik me even af waarom ik mijn leerlingen sommige dingen nog kwalijk neem. Heel even maar, gelukkig.
Een veilige school
Tot slot: hebben wij alles op onze school goed gedaan? Er zijn zeker verbeterpunten en daar wordt ook aan gewerkt. Kun je je als school echt wapenen tegen dit soort zaken? Tot op zekere hoogte. Maak een goed beleid, ook voor smartphones in de les. En wat mij betreft in dit geval het allerbelangrijkste: zorg ervoor dat de school niet alleen een veilige school is voor je leerlingen, maar ook voor je personeel. Dat verdienen ze!
Lees verder over mediawijsheid in het onderwijs
» Column – In gesprek over nepnieuws, onderwijs en kennis
» Pesten op school: hoe creëer je een veilig leerklimaat?
» Wegwijs in informatie, deel 6: De brugklas
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.