In de eerste maand van het nieuwe jaar overviel me een moedeloos gevoel: waarom is er zoveel negatieve aandacht voor tieners en hun online gedrag? Docenten en andere opvoeders worden beklaagd dat ze moeten werken en leven met deze groep ongeïnteresseerde, beeldschermzombies (hoewel ze daar dan ook weer zelf de schuld van krijgen omdat ze niet streng genoeg meer zijn en zelf ook verslaafd zijn aan hun mobiele scherm).
Hoe werd afgelopen jaar over tieners bericht? Niet al te best. Deze leeftijdsgroep blijft nu eenmaal omgeven met zorgen: het aantal zelfdodingen steeg, ze hebben vaker last van burn-out, raken steeds minder gemotiveerd om te leren, snuiven condooms en doen andere gevaarlijke challenges, gebruiken massaal party-drugs en willen vooral snel rijk worden door als influencer te gaan vloggen.
Is er dan geen reden voor een positief geluid? Ja, maar dan moet je naar wetenschappers luisteren van wie de onderzoeken niet in de krant komen. Onderzoeken waardoor je opgelucht kunt ademhalen, halen het nieuws nu eenmaal niet zo gauw. Daarom maken we hier nu even plaats voor een positief geluid.
Om te beginnen: uit onderzoek blijkt dat tieners veel bewuster keuzes maken op sociale media dan altijd gedacht (en gevreesd wordt). Ten tweede: ze vinden het veel leuker dan ouders denken, om met hen in gesprek te gaan. En ook ouders doen hun best, zoals deze week bleek uit onderzoek in het kader van Safer Internet Day 2019. Al wisten media daar ook wel weer uit te halen dat ouders het weer niet goed doen: ouders zouden massaal stiekem gluren…
Mythe 1: Online doen tieners maar wat, en ze houden geen rekening met de gevolgen
Natuurlijk is het zo dat tieners fouten maken: dat hoort bij hun leerproces. Voor pubers zelf heeft de Universiteit Leiden een prachtige, begrijpelijke website gemaakt, die ik ook graag tip voor volwassenen: kijkinjebrein.nl. Dat tieners door die puberhersenen allerlei dingen nog niet goed kunnen, wil niet zeggen dat ze niets kunnen: heel veel gaat er ook wel goed. Maar doordat experimenteren via sociale media ook mis kan gaan, lijkt het dat ze onnadenkender zijn dan in werkelijkheid het geval is.
Uit onderzoek blijkt namelijk dat pubers weliswaar heel ad hoc beslissingen nemen over wat ze online doen, maar dat ze wel goed nadenken over wat ze anderen zien doen en daar hun eigen gedrag op aanpassen. Als je dit weet, zul je sneller een vraag stellen naar hun oordelen (vraag door, zodat ze die oordelen gaan funderen) en eigen beslissingen om iets te doen via Instagram (zeg: Insta of The Gram) of Snapchat bijvoorbeeld. Probeer ook te vragen naar waar zij zelf afwijken van het gemiddelde gedrag van anderen.
Les 1: Wie ervan uitgaat dat tieners wél nadenken, bewuste keuzes maken, kritisch kunnen oordelen en dat kunnen beargumenteren, zal vragen stellen die hen daartoe uitnodigen. Probeer het eens, en je staat versteld over wat ze wél doen, denken, kunnen en willen.
Mythe 2: Tieners hebben geen zin om met hun ouders te praten over wat ze online doen
Het is de meest gehoorde verzuchting van ouders: ‘ja, makkelijk gezegd dat je met je puber in gesprek moet blijven, maar die van mij wíl helemaal niet meer praten.’ Maar het gekke is dat uit onderzoek steeds weer blijkt dat tieners dat zelf helemaal niet zeggen. Ja, ze willen geen autoritaire opvoeders die hun behoefte aan autonomie niet respecteren. Als ze bang zijn dat ze het contact met hun vrienden verliezen doordat ze beperkt worden in beeldschermtijd, dan willen ze niet met je in gesprek. Maar als dat niet aan de orde is, vinden ze een gesprek met volwassenen over hun online ervaringen vaak juist heel prettig. Ze leren van de vragen gesteld worden en ze zijn vaak bereid om ouderen uit te leggen hoe zij de online wereld beleven, hoe ze de contacten die ze daar leggen en onderhouden, waarderen, hoe ze omgaan met online risico’s… Wie de goede vragen stelt, krijgt alle antwoorden te horen.
Les 2: Wie oefent in het stellen van vragen waardoor tieners aan het denken worden gezet, kan met hen zeer goed praten over hun online ervaringen. Maar bedenk: je moet jezelf bekwamen in luisteren, echt horen wat deze puber jou te vertellen heeft. Neem de tijd, stel alleen maar vragen, vraag ook naar gevoelens en oordeel niet.
Kortom, er is niets mis met onze tieners. Wetenschappers weten dat allang, nu de media nog.
Dit artikel verscheen eerder op het blog van Bureau Jeugd en Media.
Reacties 2
Er is een mooie consequentie van les 1 voor het schoolleven van de tiener. Als je er op school van uit gaat dat tieners – ook buiten de les om – wél nadenken, bewuste keuzes maken, kritisch kunnen oordelen, dan kan er in een mediatheek een gemeenschap ontstaan van leerlingen die elkaar kunnen- en willen helpen. Als het druk is, is het rustig en er worden bijlessen voor en door leerlingen gegeven.
Scholen kunnen echt het leerrendement enorm vergroten als ze de leerlingen de kans geven ongestoord en in vrijheid met hun vrienden het werk te doen dat gedaan moet worden. Volwassenen zijn degenen die zich zouden moeten aanpassen door geen stomme regels als niet mogen eten of drinken te handhaven. De allerstomste regel is niet mogen overleggen. Leerlingen willen juist graag overleggen over wat de leraar zojuist bedoeld kan hebben: op dat moment leren ze!
Hier meer: https://www.mediawijzer.net/de-netwerkmaatschappij-22-netwerken-versterken/
Tof! Ik weet dat jij dit ook echt voor elkaar krijgt. Hopelijk inspireert het anderen.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.