Het nieuwe Iene Miene Media-onderzoek biedt ons een inkijkje in het mediagebruik binnen gezinnen met kinderen van 0-6 jaar. Zo blijkt dat ukkies op een dag te veel tijd besteden aan beeldschermen en dat er onder ouders weinig aandacht is voor negatieve effecten zoals bijziendheid of overgewicht. De urgentie van mediaopvoeding wordt door weinig ouders gevoeld. Rebecca Beck, Specialist Fit & Gezond (Kenniscentrum Sport & Bewegen) en Anouk Tuijnman, Wetenschappelijk Onderzoeker Gamen, Gokken en Mediawijsheid (Trimbos) lazen het onderzoek en schijnen hun licht op gezond mediagebruik.
Tijdens de Media Ukkie Dagen (25 maart t/m 1 april) vonden door het hele land activiteiten plaats. Van groot tot klein en voor ouders en vakprofessionals. In aanloop naar de campagne vertelden verschillende netwerkpartners hoe zij aandacht besteden aan de Media Ukkie Dagen.
Kinderen zitten te veel achter het scherm
Uit het Iene Miene Media-onderzoek blijkt dat kinderen van 0 t/m 6 jaar veel tijd (gemiddeld anderhalf uur per dag) doorbrengen met media. Dat overschrijdt de richtlijnen van de WHO, die adviseert geen beeldschermtijd onder de 2 jaar en maximaal één uur per dag voor kinderen van 2 en 3 jaar oud.
Beck: “De WHO adviseert ook om langdurig stilzitten te beperken. De Nederlandse Gezondheidsraad volgt de WHO hierin. Voor kinderen onder de 1 jaar wordt aangeraden om verspreid over de dag op verschillende manieren te bewegen. Voor kinderen van 1 tot en met 3 jaar is het advies om minimaal 180 minuten per dag te bewegen. Van die 180 minuten zijn voor 3 jarigen minstens 60 minuten matig tot zwaar intensief. Kinderen vanaf 4 jaar moeten volgens de beweegrichtlijn elke dag minstens een uur matig intensief bewegen om gezond te blijven. Daarnaast moeten ze drie keer per week spier- en botversterkende oefeningen doen, en niet teveel stilzitten. Cijfers uit 2019 laten zien dat slechts 55,9% van de kleuters aan deze richtlijn voldoet, en dat kleuters meer dan 6 uur per dag zittend doorbrengen. Hier is nog veel winst te behalen. En vroeg beginnen is vroeg winnen.”
Tuijnman plaatst hierbij een kritische kanttekening: “Schermtijd wordt door de WHO volledig afgeraden onder 2 jaar. Echter, de bewijsvoering daarvoor is nog niet sterk. Dat wil niet zeggen dat er geen negatieve effecten zijn, maar er is wel meer onderzoek nodig. Bij het Trimbos-instituut vinden we het belangrijk dat dit onderzoek vertrekt vanuit een balans perspectief: kijkend naar wat het kinderen oplevert én wat het ze kost en niet slechts een van beide.”
De schadelijke effecten van mediagebruik
Volgens het onderzoek zijn ouders zich onvoldoende bewust van de schadelijke langetermijneffecten, zoals bijziendheid of overgewicht. Zij zien vooral positieve effecten, zoals taalvaardigheid en creativiteit. Tuijnman: “Ik vind het belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van zowel de positieve als negatieve effecten van beeldschermgebruik. Het is niet het een of het ander. Het gaat om een goede digitale balans, waarbij er aandacht is voor de lichamelijke gezondheid van kinderen, maar ook voor de mentale en sociale gezondheid. Wat is er nodig voor een gezonde week en welke rol spelen beeldschermen daarbij? Wat levert het een kind op (bijvoorbeeld iets leren of presteren), maar ook wat kan het kosten (bijvoorbeeld minder bewegen)? Heel vaak is het gesprek over media eenzijdig.”
“‘Bewegen’ en ‘mediagebruik’ kunnen elkaar hier versterken: zet in op een gezonde balans!”
Ook Beck ziet de urgentie van aandacht voor een goede balans. “Uit het Iene Miene Media-onderzoek blijkt dat ouders negatieve effecten ervaren van media zoals druk en opstandig gedrag, moeite met in slaap vallen en verlegenheid en/of eetproblemen. Bewegen kan bij een aantal van deze uitdagingen van ouders deel van de oplossing zijn. Bewegen heeft niet alleen een positieve invloed op de fysieke ontwikkeling van kinderen, maar ook op de cognitieve en sociaal- emotionele ontwikkeling van kinderen. Gezondheid, plezier, zelfvertrouwen en slaap hebben allen een relatie met bewegen. Hier liggen kansen voor professionals om op aan te sluiten. ‘Bewegen’ en ‘mediagebruik’ kunnen elkaar hier versterken: zet in op een gezonde balans!”
Zet media in voor meer beweging
Bij mediagebruik denk je al gauw aan stilzitten, maar er zijn ook games, apps en filmpjes die bewegen stimuleren. Denk aan Pokémon GO, BeatSaber en Ring Fit Adventure. Beck: “Over het algemeen zijn deze beweeggames intensief genoeg om een positief effect te hebben op de gezondheid van kinderen. Het is nog wel onduidelijk wat het effect van beweeggames is op spierkracht en de motorische vaardigheden. Dit zijn relevante vragen omdat deze twee onderdelen direct verband houden met te weinig bewegen en algemene beperkte sportparticipatie bij kinderen. Door deze twee onderdelen te verbeteren, zou je kinderen actiever kunnen maken en gezondheid kunnen stimuleren.”
“Daarnaast zijn er ook verschillende apps die beweging stimuleren”, vervolgt Beck. “Voorbeelden hiervan zijn Wokamon en Geocaching. Vaak zitten er spelelementen verwerkt in de apps zoals ranglijsten, prijzenkasten en avatars. Er zijn aanwijzingen dat het gebruik van deze spelelementen op de korte termijn ook het gebruik van de app en (meer) bewegen stimuleren. Er blijven wel vragen over de effecten op bewegen op de lange termijn.”
Tuijnman vult aan: “Er zijn onderzoeken die laten zien dat actieve games kunnen helpen om kinderen in beweging te krijgen. Daarnaast zijn er ook tv programma’s en YouTube-filmpjes die kinderen stimuleren om te bewegen. Zo kreeg ik laatst een reeks filmpjes van de opvang van mijn dochter van 3 waarin te zien was hoe de hele groep peuters samen yoga deed met behulp van een YouTube-filmpje ‘Yoga met Roos’ van Zappelin. Sindsdien wil mijn dochter thuis ook yoga-en.”
Urgentie mediaopvoeding nauwelijks gevoeld
Het Iene Miene Media onderzoek geeft zicht op wat ouders belangrijk vinden. Zo blijkt dat van verschillende opvoedthema’s het mediagebruik van kinderen (4%) de minste prioriteit krijgt van ouders. Vraagstukken rond gezond eten (36%), sociaal gedrag (27%), voldoende bewegen (17%) en hygiëne (16%) zijn volgens de meeste ouders belangrijker om over na te denken dan wat kinderen met media doen.
Tuijnman: “Ik kan me goed voorstellen dat veel ouders nog niet weten hoe ze hun kinderen mediawijs moeten maken. Thema’s als eten, slapen, bewegen en sociaal gedrag zijn al veel langer onderdeel van de opvoeding. En daar wordt ook uitgebreid aandacht aan besteed binnen de gezondheidszorg en op school. Digitale media onder kinderen is een relatief nieuwer thema waar ouders misschien nog onvoldoende van weten.”
“Maar media zijn inmiddels niet meer weg te denken uit onze levens”, benadrukt Tuijnman. “Het is daarom goed dat iedereen zich bewust is van de rol van media in hun leven. Jongere kinderen zullen door hun ouders geholpen moeten worden met dat bewustzijn en het leren omgaan met media. Daarbij horen de positieve kanten, maar ook de mogelijke risico’s. En misschien nog belangrijker, het is hierbij ook goed om naar ieder individu te kijken: niet iedereen heeft dezelfde behoeftes. Het zou mooi zijn om als ouder te kijken naar wat jouw kind nodig heeft op het gebied van lichamelijke, sociale en mentale gezondheid en je kind daar bij te begeleiden.”
Beck: “Voor een gezonde balans tussen slaap, (buiten) bewegen en stilzitten in combinatie met het gebruik van (digitale) media is de bewustwording van ouders essentieel. Maar ook anderen die om een kind heen staan, denk aan professionals binnen de kinderopvang, het onderwijs en de jeugdgezondheidszorg. Er is nog een wereld te winnen.”
Het hele Iene Miene Media-onderzoek is hier te downloaden.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.