Verslag Expertsessie effectief mediawijsheid-aanbod met kennis uit wetenschap én praktijk

woensdag 9 oktober 2024

Het aanleren van mediawijsheid gaat veel verder dan alleen kennisoverdracht. Het gaat over het vertalen van kennis naar bewust gedrag – zowel bij kinderen als bij leerkrachten én ouders. Hierdoor vormt het toetsen en waarborgen van de effectiviteit van educatief mediawijsheid-aanbod een extra uitdaging. Hoe kunnen we kennis uit wetenschap én de praktijk beter benutten om de impact van educatief mediawijsheid-aanbod te vergroten en onderbouwen? Op maandag 30 september organiseerde Netwerk Mediawijsheid een expertsessie bij KB, de nationale bibliotheek in Den Haag om samen met netwerkpartners op het gebied van educatie over deze vraag in gesprek te gaan.

Deze sessie is onderdeel van een reeks expertsessies die Netwerk Mediawijsheid organiseert voor netwerkpartners op het gebied van educatie, met als doel om de impact van educatief aanbod te vergroten en te waarborgen. De nieuwe kerndoelen digitale geletterdheid komen eraan en het ministerie van OCW stimuleert het onderwijs om evidence-informed te werken om basisvaardigheden zoals digitale geletterdheid te verbeteren. Als ontwikkelaar van educatief aanbod wil je goed aansluiten op deze ontwikkelingen in het onderwijs.

Krachten bundelen

Tijdens de expertsessie kwamen circa veertig professionals uit het onderwijs en de bibliotheeksector, educatieve makers/ontwikkelaars en onderzoekers samen om kennis uit te wisselen.

De sessie start met een vraaggesprek tussen dagvoorzitter Lisanne Hagens, Sarah Hijmans van Netwerk Mediawijsheid en Marjolein Oomes van de KB over de urgentie van dit onderwerp. Sarah: ‘Er zijn in het onderwijs grote uitdagingen als het gaat om digitale geletterdheid en evidence-informed werken. Het is goed om als lesmateriaal-ontwikkelaars en -aanbieders op deze vragen in te spelen. We zijn allemaal onderdeel van het netwerk en willen er allemaal voor zorgen dat iedereen mediawijs wordt. Dit doen we niet alleen, maar door onze krachten te bundelen.’

‘We moeten meer impact-georiënteerd gaan werken’, constateert Marjolein Oomes. ‘We vertegenwoordigen een heel groot netwerk en steken als individuele organisaties veel energie en geld in onderzoek naar de impact van onze methodes. Maar laten we dit vooral samen, als collectief, doen en inzichten met elkaar delen.’

Empowerment in participatief onderzoek

Daarna is het woord aan prof. dr. Esther Rozendaal en dr. Chiara de Jong van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij doen vanuit het Movez Lab onderzoek naar digitale weerbaarheid van kinderen. ‘In de wetenschap hebben we het heel vaak over of iets bewezen effectief is’, vertelt Rozendaal. ‘Dit kan het beste worden aangetoond door een randomized-controlled trial. Deze methode is echter heel kostbaar en tijdsintensief en blijkt niet in elke situatie effectief te zijn. Uiteindelijk is een interventie vooral effectief als het goed is afgestemd op de doelgroep en hun belevingswereld. De beste manier om dit te toetsen is door de doelgroep zelf te betrekken bij dit proces’.

Esther Rozendaal en Chiara de Jong hebben met het Movez Lab een onderzoeksmethode ontwikkeld op basis van het Media Empowerment Model. Hierbij worden de vier belangrijkste factoren in digitale weerbaarheid systematisch benaderd.

Zo heeft een kind niet alleen kennis nodig om zich online weerbaar te gedragen, maar ook de vaardigheden om deze kennis toe te passen en om te zetten in online weerbaar gedrag. Zonder motivatie is de kans klein dat dit gebeurt. Daarnaast kunnen ook factoren buiten het kind ervoor zorgen dat het kind niet in staat is om kennis om te zetten in online weerbaar gedrag (gelegenheid).

Rozendaal en De Jong lichten verschillende projecten toe waarbij ze stakeholders zoals kinderen betrekken bij het ontwikkelen van interventies. Met MediaMovez bedenken kinderen in vier stappen zelf strategieën om met online uitdagingen om te gaan. Eerst krijgen ze de mogelijkheid om de online wereld vrij te verkennen. Daarna mogen ze op een rijtje zetten waar ze tegenaan lopen. Vervolgens moeten ze één uitdaging uitkiezen en een recept bedenken om daarmee om te gaan. Tot slot wordt de kinderen gevraagd of ze deze strategie ook echt toe zouden passen. In dit onderzoek bleken er bepaalde hindernissen te zijn die de kinderen ervan weerhouden om de door hun zelf bedachte interventies ook daadwerkelijk toe te passen. Deze methode kan worden gebruikt om de focus van media-educatie te bepalen, maar bleek op zichzelf ook te werken als interventie en zorgt dat kinderen zelf een stem krijgen.

Ook met de tool Escape your screen denken kinderen zelf mee over wat zij nodig hebben om online weerbaar te kunnen zijn. Aan de hand van een spelelement worden kinderen onder andere uitgedaagd om zelf te brainstormen over oplossingen voor uitdagingen in de online wereld. Hiermee geven ze input voor mogelijke interventies. Chiara de Jong licht vier pijlers toe die nodig zijn voor empowerment in participatief onderzoek. Als eerste is er geld en menskracht nodig om onderzoek uit te voeren. Daarnaast is het belangrijk voor kinderen dat de volwassenen die hen begeleiden een open houding hebben. Om de sessie betekenisvol te maken moet er ruimte worden gelaten zodat de kinderen zelf beslissingen kunnen maken. Als laatste is het belangrijk dat kinderen gedurende dit proces vaardigheden ontwikkelen.

Tijdens het vragenrondje achteraf ontstaat er een gesprek over het al dan niet betrekken van leerkrachten bij dergelijke onderzoeken. Rozendaal en De Jong geven aan dat leerkrachten door kinderen niet altijd als deel van de oplossing worden gezien en dat leerkrachten zelf ook niet snel geneigd zijn om hierin een rol te pakken. Kinderen zien vooral een rol voor hun ouders als ze problemen met mediagebruik ervaren. De zaal concludeert dat we als ontwikkelaars meer aandacht moeten hebben voor secundaire doelgroepen zoals ouders en leraren.

Evidence-informed werken

De tweede keynote is van Jeanne van Loon, programmamanager Ontwikkelkracht bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ontwikkelkracht is een programma voor het basis- en voortgezet onderwijs met als doel om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, vertelt Van Loon. ‘We zorgen dat schoolteams meer ruimte, tijd en kennis krijgen om zelf regie te voeren in de eigen school- en onderwijsontwikkeling’. In dit programma wordt onderwijs en onderzoek aan elkaar verbonden. Een cyclische manier van werken staat daarbij centraal. Het doel is om resultaten uit onderzoek te vertalen naar methodes die je in de klas kunt gebruiken, maar ook om juist vragen uit de klas weer terug te brengen bij onderzoek.

Evidence-informed werken wordt in het onderwijs steeds belangrijker. Het gaat om het combineren van praktijkkennis met kennis uit onderzoek met als doel om het handelen in de praktijk te verbeteren. De methode Ontwikkelkracht rust op vier pijlers:

  • Het programma versterkt de onderzoeks- en verbetercultuur op scholen door beproefde verbeteraanpak aan te bieden
  • Kennisdeling: Ontwikkelkracht maakt beschikbare kennis uit onderzoek toegankelijk en bruikbaar voor onderwijsprofessionals
  • Co-creatielabs: het programma organiseert labs waarin onderwijsprofessionals en onderzoekers samen nieuwe kennis creëren voor complexe vraagstukken uit de praktijk
  • Expertscholen: Ontwikkelkracht ondersteunt scholen die een evidence-informed werkwijze succesvol toepassen, zodat zij hun kennis en kunde met andere scholen kunnen delen

Als voorbeeld van evidence-informed werken vertelt Van Loon over het taallab. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de 5D-methodiek:

  • Detect: welk probleem of uitdaging wordt aantoonbaar gesignaleerd?
  • Diagnose: wie ervaart dit probleem of vraagstuk, en met welke oorzaak/oorzaken
  • Design: welke (beleids-)interventie wordt ontwikkeld, en voor wie?
  • Determine: heeft de (beleids-)interventie gewerkt, en voor wie?
  • Decide: waarom heeft de beoogde aanpak wel/niet gewerkt, en hoe nu verder?

Het programma loopt inmiddels een jaar en de eerste ervaringen zijn over het algemeen positief. Scholen geven aan dat ze altijd al wel bewust keuzes maakten, maar dat het meer vertrouwen geeft als deze keuzes worden onderbouwd door wetenschappelijke kennis. Dit draagt bij aan de onderzoeks- en verbetercultuur op scholen. Het programmabureau krijgt steeds meer inzicht in de vragen die bij scholen spelen en wat zij hen als programma kunnen bieden.

Blijf nieuwsgierig

Na een korte koffiepauze is het woord aan Judith Amels, opleidingsleider Master Educational Leadership, senior onderzoeker bij Penta Nova en kennismakelaar bij NRO. Judith Amels pleit voor het stimuleren van nieuwsgierigheid. Niet alleen bij kinderen, maar ook bij onszelf. Als je evidence-informed wilt werken, dan is een onderzoekende houding aannemen een belangrijk onderdeel. In essentie gaat dit over nieuwsgierig zijn.

Judith quote hierbij Arthur Japin: ‘Slim zijn betekent niet dat je veel weet, maar dat je nieuwsgierig blijft naar alles wat je niet begrijpt.’ Kinderen zijn van nature nieuwsgierig: ze hebben de neiging om veel vragen te stellen en ze willen graag dingen leren. Naarmate kinderen ouder worden, stellen ze steeds minder vragen. Deze onderzoekende houding is echter heel belangrijk en willen we daarom ook stimuleren. Een onderzoekende houding betekent ook kritisch denken. Om kinderen kritisch te leren denken, moeten we hen bepaalde vaardigheden aanleren en tegelijkertijd hun nieuwsgierigheid blijven stimuleren. Dit vraagt van onszelf ook een zekere nieuwsgierige houding.

Rondetafelgesprekken

Na de keynote van Judith Amels gaan de deelnemers in groepjes in gesprek over onderstaande vragen. De belangrijkste uitkomsten van de rondetafelgesprekken worden later uitgewerkt in een publicatie.

1. Hoe realiseer je een onderzoekende cultuur in jouw organisatie?
Een essentieel onderdeel van impactgericht werken is een onderzoekende cultuur. Welke bevorderende en belemmerende factoren kom je tegen bij het realiseren van een onderzoekende cultuur? En hoe kun je hiermee omgaan? Over deze vragen ging Judith Amels aan haar tafel in gesprek.

De deelnemers signaleren verschillende uitdagingen: weinig tijd en ruimte, denken te weten hoe het moet in plaats van nieuwsgierig te zijn, te weinig doorvragen, onvoldoende verdieping, te weinig draagvlak. Uiteindelijk komen de volgende aanbevelingen uit het gesprek voort:

  • Als je binnen jouw organisatie een onderzoekende cultuur wil creëren moet je ook zelf een onderzoekende houding aannemen: ga met leerkrachten in gesprek
  • Zorg voor een veilige sfeer, ruimte en tijd om vragen te stellen binnen je organisatie
  • Moedig medewerkers aan om hun talenten in te zetten en stimuleer onderlinge kennisuitwisseling

2. Hoe betrek je kinderen en leraren effectief bij het ontwikkelproces?
Om de effectiviteit van mediawijsheid-interventies te waarborgen is het cruciaal om stakeholders, zoals kinderen en leraren, actief te betrekken bij het ontwikkelproces. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Aan hun tafel gingen Esther Rozendaal en Chiara de Jong de belangrijkste struikelblokken en succesfactoren van deze werkwijze langs.

Ook hier worden verschillende uitdagingen genoemd: weinig tijd en geld, te weinig personeel, weerstand vanuit scholen, de urgentie wordt niet gezien, scholen worden overvraagd, er heerst participatiemoeheid en scholen kunnen wantrouwend zijn tegenover organisaties die aankomen met nieuwe initiatieven. Uiteindelijk worden de volgende aanbevelingen geformuleerd:

  • Investeer in warme contacten of relaties binnen scholen
  • Stimuleer eigenaarschap en autonomie: geef betrokkenen zelf de ruimte om het onderwerp richting te geven
  • Maak vooraf duidelijk wat je komt brengen (en kom dus niet alleen iets halen) en koppel achteraf terug hoe de bijdrage van de leerlingen uiteindelijk tot zijn recht komt

3. Wat heb je nodig om zelf evidence-informed te werken? En hoe is dat binnen jouw organisatie te stimuleren?
Jeanne van Loon ging aan haar tafel in gesprek over de hoofdvraag: Hoe kunnen we schoolteams en leerkrachten meer digitaal geletterd krijgen? De deelnemers bespreken verschillende voorwaarden en uitdagingen. Jeanne deelt praktische tips en tools uit haar eigen ervaring en nodigt deelnemers uit om kennis en ideeën met elkaar te delen. De gesprekken leiden tot de volgende aanbevelingen:

  • Zorg ervoor dat scholen beter worden in het stellen van ‘de vraag achter de vraag’. Deze vraagarticulatie geldt voor interne vragen, maar ook voor vragen richting aanbieders: waarmee zijn ze echt geholpen?
  • Daarnaast is het waardevol om kennisdeling te stimuleren, zowel binnen de school als tussen scholen en experts
  • Zorg voor meer aandacht/geld en een cultuur van professionalisering rondom digitale geletterdheid

4. Welke criteria maken dat een interventie wel, of juist helemaal niet succesvol is in de lokale praktijk?
Er is in de laatste jaren een enorme hoeveelheid aan interventies ontwikkeld, die mensen ondersteunen bij hun deelname aan de digitale samenleving. Het is voor scholen en bibliotheken soms moeilijk om in dit uitgebreide aanbod een keuze te maken welke interventie het meest effectief is. Aan hun tafel deelden Marjolein Oomes, Anne-Katelijne Rotteveel en Deike Schulz hoe het landelijk programma Digitaal Burgerschap bibliotheken helpt hierin beter hun weg te vinden. Ze laten zien hoe bibliotheken worden ondersteund bij het uitvoeren van eigen impactonderzoek en bieden inzicht in de zoektocht naar effectiviteitscriteria. De resultaten van het onderzoek zijn op te vragen bij Marjolein Oomes: Marjolein.Oomes@kb.nl.

Samen met de deelnemers aan deze tafel ging dit drietal vervolgens in gesprek over de vraag: welke criteria maken dat een interventie wel, of juist helemaal niet succesvol is in de lokale praktijk? Er worden daarnaast drie belangrijke aanbevelingen geformuleerd voor het selecteren en ontwikkelen van geschikt materiaal:

  • Zorg dat het geen losse les is, maar wordt ingebed in een duurzaam programma
  • Zorg dat het materiaal ook handvatten biedt voor de secundaire doelgroep, zoals leraren en ouders
  • Check voor wie de interventie is ontwikkeld en of de doelgroep is betrokken bij de ontwikkeling

5. Hoe versterken we het educatieveld voor meer impact?
Hoe kunnen we beter samenwerken en kennisdelen om de impact van onze materialen te vergroten en de kwaliteit te waarborgen? Over deze vraag gingen Sarah Hijmans en Simone Koens aan hun tafel in gesprek. Het doel van deze expertsessie is om te kijken wat de behoeften vanuit het netwerk zijn en om ideeën om het educatieveld te versterken te bespreken. Daar kwamen de volgende aanbevelingen uit:

  • Voorkom een informatie-overload: je wil niet te veel informatie delen en ook niet dat er telkens één partij is die constant aan het zenden is
  • Het is belangrijk om fysieke bijeenkomsten te hebben. Tijdens deze bijeenkomsten is er namelijk ook ruimte om (bijvoorbeeld in de pauze) op een laagdrempelige manier kennis uit te wisselen
  • Bij het uitwisselen van ervaring en kennis is het belangrijk om niet alleen de voorlopers en partijen met veel budget het podium te geven, maar ook de kleine succesverhalen en ervaringen aan bod te laten komen. Die zijn net zo waardevol.

Conclusie

Het aanleren van mediawijsheid gaat verder dan alleen kennisoverdracht. Het draait grotendeels om gedragsverandering. Het toetsen en waarborgen van de effectiviteit van educatief mediawijsheid-aanbod kan hierdoor een uitdaging zijn. Hoe kan evidence-informed werken helpen deze impact te vergroten?

Voor het ontwikkelen van effectieve mediawijsheidinterventies is het essentieel om kinderen bij het proces te betrekken en daarbij ook meer oog te hebben voor ouders en leraren. Ook moet er ruimte zijn voor nieuwsgierigheid. Als je binnen een organisatie een onderzoekende cultuur wilt creëren, moet je ook zelf een onderzoekende houding aannemen. Maak ruimte om met leerkrachten in gesprek te gaan en ga op zoek naar de behoeften achter de vraag. Ontwikkelkracht kan hierin ondersteunen door compensatie te bieden voor belemmeringen als weinig tijd en ruimte. Er is behoefte om meer kennis en ervaring met elkaar te delen over de effectiviteit van mediawijsheidinterventies. Deze sessie is daar een heel goed voorbeeld van. Laten we vooral kennis blijven uitwisselen en van elkaar blijven leren.

Heb je nog behoeftes of suggesties voor een betere samenwerking en kennisdeling op het gebied van educatie? Laat het ons dan weten: info@mediawijzer.net.

Meer lezen

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.