Het wordt steeds duidelijker dat gamen niet per se goed of slecht is, maar dat het afhangt van de mate waarin gegamed wordt en van specifieke kindkenmerken. Ook voor meisjes zijn de gevolgen anders dan voor jongens. Nieuw onderzoek laat zien dat licht gamen – zo’n uurtje per dag – zelfs ronduit goed is voor jongeren. Niet neutraal – zo van ‘het kan geen kwaad’ – maar echt aantoonbaar goed.
Gamen is goed én slecht
Onderzoek naar de invloed van gamen is al een tijdje gaande, en we hebben al heel wat gevolgen de revue zien passeren. Gamen is in verband gebracht met allerlei verschillende effecten. Positief én negatief. De ene onderzoeker vindt invloed op de agressie, meer eenzaamheid bij de gamer en negatieve gevolgen voor de schoolprestaties, terwijl de andere onderzoeker juist positieve gevolgen vindt, zoals een sterker gevoel van competentie en prestatie, gevoelens van vriendschap en verbondenheid en natuurlijk die eeuwig benadrukte gevolgen op de fijne motoriek, met name de oog-handcoördinatie.
Gevolgen zijn voor iedereen anders
Maar nu wordt langzamerhand duidelijker dat de effecten van het gamen op jongeren vooral afhankelijk zijn van een combinatie van factoren:
- Kenmerken van het kind zelf
- De functie die het gamen heeft
- Het aantal uren dat eraan besteed wordt.
Het maakt nogal uit of het gamen gevoeld wordt als een manier om met druk van school of werk om te kunnen gaan, of dat het een manier is om zo nu en dan even een leeg uurtje te vullen, wat je ook niet per se dagelijks doet, maar zo nu en dan. En het maakt nogal uit of een kind een gedragsprobleem heeft of een ontwikkelingsstoornis, of dat het vrijwel zonder toezicht zichzelf kan reguleren en zich kan houden aan een gemaakte afspraak om de gametijd te beperken.
Onderzoek waar we wat aan hebben
Als je rekening houdt met deze verschillen, levert onderzoek eindelijk resultaten op waar wij als opvoeders (of opvoedondersteuners) wat aan hebben. Zo blijkt dat we van licht gamen kunnen zeggen dat het gewoon goed is voor kinderen en jongeren. Ze zitten lekkerder in hun vel, ze gedragen zich aangenamer tegenover anderen, en ze kunnen beter omgaan met problemen dan kinderen die helemaal niet gamen. Het gaat mis als de speeltijd oploopt tot meer dan drie uur per dag. Dan zijn de gevolgen vooral negatief.
Bij jongeren die iets meer gamen, maar nog steeds matig (meer dan een uur maar minder dan drie uur per dag), zijn de gevolgen niet positief, maar ook niet negatief. Alleen gamers die meer dan drie uur per dag gamen, lopen risico op negatieve gevolgen: sociaal isolement, een toename in agressie en negatieve gevolgen op school- en werkprestaties.
Wat we nu weten uit onderzoek:
- Jongens ervaren het gevoel van prestatie en beloning meer dan meisjes. Dit kan mogelijk verklaren waarom jongens gemiddeld meer tijd besteden aan gamen dan meisjes.
- De relatie tussen het spelen van games en het ontwikkelen van agressie is niet zo eenvoudig: vooral bij obsessieve gamers is die relatie regelmatig aangetoond, maar bij matige gamers niet. Vaak zijn de effecten ook kortdurend.
- De schoolprestaties van lichte gamers (maximaal een uur per dag) en matige gamers (maximaal drie uur per dag) lijden niet onder het gamen. Dat is anders bij gamers die meer dan drie uur per dag gamen: hun schoolprestaties gaan achteruit.
- In verschillende onderzoeken worden verbanden gevonden tussen problematisch gamen en narcistische en neurotische persoonlijkheidskenmerken. Of het om een oorzaak-gevolgrelatie gaat, is niet duidelijk.
- Obsessief gamen heeft negatieve gevolgen voor de algemene gezondheid, denk aan: slaapproblemen, meer ruzie, afgenomen tolerantie.
- Licht gamen is goed voor je.
To game, or not to game
De website www.gameninfo.nl van het Trimbos-instituut bevat een film in drie delen onder de titel To game, or not to game. Gamers en niet-gamers hebben soms moeite om elkaar te begrijpen. Ouders snappen niet waarom een kind door wil gamen tijdens etenstijd. Een kind snapt niet waarom ouders daar een punt van maken. En binnen een relatie kan gamen tot irritatie leiden bij een niet-gamende partner. To game, or not to game laat een ochtend zien bij een gezin met twee gamers. Kruip in de huid van de gamers, partner en ouders om het verhaal compleet te krijgen. De film bestaat uit drie video’s van 5 à 6 minuten. Je vindt ze hier.
Tips
- Sowieso is de website www.gameninfo.nl de moeite waard. Hét startpunt voor iedereen die iets meer wil weten over het opvoeden van jongeren die gamen. Voor ouders is er ook de laagdrempelige website www.uwkindengamen.nl [update: deze site is neit meer beschikbaar].
- Een zelftest voor problematisch gamen staat hier.
- Er bestaat ook een gamen-infolijn tijdens kantooruren: 0900-1995 (€ 0,10/min)
Dit artikel verscheen eerder op www.bureaujeugdenmedia.nl.
Reacties 2
Dank voor het prachtige, complete, en afgewogen stuk Justine!
Dit hadden we nodig.
Ik print het uit en hang het boven m’n bed!
Dag Justine,
Na even twijfelen toch gekozen een reactie achter te laten.
Fijn dat je benadrukt dat gamen goede effecten heeft, de nuance ligt mogelijk wat anders dan nu naar voren komt.
Het zou ontzettend helpen als je de bronnen waarnaar je refereert beschikbaar te stellen.
Uit eigen onderzoek (https://www.ijesports.org/article/96/html) weet ik dat er een grote hoeveelheid positieve kanten (en enkele negatieve valkuilen) zitten aan verschillende gametypes en dat het grootste probleem zit in kennis en betrokkenheid. Kennis bij ouders en daardoor ook kennis van kinderen. Je haalt zelf ook de link tussen ouder en kind aan en de functie die gamen heeft voor een persoon. Hoe beter je weet waarom jouw kind (of partner) gamed, hoe beter je hen kan ondersteunen om gezond gedrag te vertonen. Dit is overigens niet alleen bij gamen, maar bij vrijwel alle activiteiten. ‘Te’ is nooit goed.
De voorbeelden die je noemt, zowel voor als tegen gamen zijn erg context afhankelijk, zoals dat gamen negatief effect heeft op werkprestaties bij >3 uur gamen per dag of dat gamen gevoel van competentie verhoogd.
Ik draai het even om: Gamen heeft een positief effect op je werkprestaties als je begrijpt hoe jouw Game Derived Skills te vertalen zijn naar school/werk.
Je gevoel van competentie buiten games gaat omlaag, omdat games expliciet zijn ontwikkeld om ‘small wins’ te belonen. Buiten games is dit niet het geval. Pas als je begrijpt hoe jouw Game Derived Skills te vertalen zijn naar je werk/school gaat ook buiten de game je gevoel van competentie omhoog.
Ik zal deze reactie niet nog langer maken. Nogmaals, fijn dat de positieve kanten van gamen aandacht krijgen. Er ligt een mooie kans om het perspectief te draaien om gezond game gedrag vanzelfsprekend te maken.
Laten we elkaar er eens over spreken.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.