Ouders en opvoeders spelen een belangrijke rol in gezond schermgebruik van kinderen. Daarom is het belangrijk dat zij een voorbeeldrol pakken. Maar hoe bereik en activeer je hen? Dat vraagstuk stond centraal tijdens de kennissessie ‘Gezond schermgebruik begint thuis: hoe activeren we ouders?’ van Netwerk Mediawijsheid op donderdag 30 oktober. Experts en voorlopers deelden hun inzichten, ervaringen en praktijkvoorbeelden met professionals die werken met ouders en opvoeders en gezond mediagebruik willen stimuleren.
Het complete webinar is hier terug te kijken. In de bijbehorende handout vind je alle benoemde links, onderzoeken en meer verdieping.
Moderator Freek Zwanenberg van Bureau Jeugd & Media opent de sessie met een peiling onder de ingeschakelde professionals: wat belemmert hen het meest bij het activeren van ouders rondom gezond schermgebruik? De uitkomst is veelzeggend: 64 procent van de deelnemers ervaart dat ouders wel willen, maar simpelweg niet weten hoe. Ze voelen zich handelingsverlegen, zijn niet opgegroeid met digitale media en vinden het lastig aan te sluiten bij de jongerencultuur. Andere genoemde struikelblokken zijn onder meer ouders die zelf veel op hun scherm zitten of te veel andere zorgen hebben.
De zes S’en van Peter Nikken
Dat toont meteen het belang van de sessie van vandaag aan. Peter Nikken, emeritus lector Jeugd en Media, gaat er inhoudelijk op in en presenteert recent onderzoek naar mediagebruik van kinderen en hun ouders. Peter: “We zien dat kinderen in alle leeftijdsgroepen meer schermtijd hebben dan de richtlijnen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voorschrijven. Dat is zorgelijk.” Ouders kunnen verschillende strategieën in mediaopvoeding toepassen, vertelt hij. “We gaan uit van de zes S’en: Stoppen (afspraken maken), Supervisie (in de gaten houden), Samen (co-use), Stimuleren (erover praten en uitleggen), Schaduwen (monitoren) en Sloten (de techniek gebruiken om te reguleren). Ouders passen deze strategieën wel toe, maar juist het praten over media gebeurt nog weinig. Dat komt omdat ze vaak niet goed weten hoe ze dat moeten doen.”
Volgens Peter is een goede mediaopvoeding onderdeel van gewone opvoeding. “Kinderen willen weten waar ze aan toe zijn én verlangen oprechte betrokkenheid van ouders. Niet alleen waarschuwingen, maar ook een positief gesprek. Dan durven ze het ook te vertellen als iets misgaat.” Toch voelen ouders zich handelingsverlegen. Ze moeten beschikken over allerlei competenties, van het zijn van een rolmodel tot het kunnen naleven van afspraken en het kunnen voeren van een gesprek over media. Daar hebben ze steun bij nodig. Van partner en familie, maar ook van buitenaf. Bijvoorbeeld van partijen als Netwerk Mediawijsheid, de overheid en techbedrijven. “Om een goed rolmodel te zijn, hebben ouders toegang nodig tot goede informatie, zodat ze hun kennis kunnen verrijken. Professionals kunnen daarbij helpen. Vertel niet meteen wat slecht is, maar help ouders begrijpen wat past bij de ontwikkeling van hun kind.”
Van zenden naar verbinding
Dan is het woord aan Petra Stalman, adviseur en projectleider bij Pharos. Zij benadrukt hoe belangrijk het is om aan te sluiten bij de leefwereld van ouders in kwetsbare situaties. “Gezondheidsverschillen in Nederland zijn groot”, stelt ze. “Ouders met een lagere sociaaleconomische status, migratieachtergrond of die wonen in een ongezonde situatie of omgeving – bijvoorbeeld door schulden – leven vaak korter en hebben langdurig gezondheidsklachten. 35 procent van de mensen in Nederland is beperkt gezondheidsvaardig, één op de vijf mensen is beperkt digitaal vaardig. Dat betekent dat ze moeite hebben met het vinden, begrijpen en toepassen van gezondheidsinformatie. Dat geldt óók voor informatie over gezond schermgebruik.” Materiaal dat wordt ontwikkeld, bereikt deze ouders niet altijd, vertelt ze. “Dat komt vaak doordat we niet goed aansluiten op hun werkelijkheid.”
Om deze ouders wél effectief te bereiken en betrekken, is het volgens Petra cruciaal om communicatie laagdrempelig, positief en herkenbaar te maken. “We moeten ons inleven in de doelgroep en aansluiten op hun leefwereld. Vertrek vanuit de gedachte: elke ouder wil het goed doen. Begin niet met wat niet goed gaat en beter moet, maar met ‘wij begrijpen dat je een goede ouder wil zijn, en dit kan helpen’. Begrijpelijke taal, korte en actieve zinnen en visuele ondersteuning zijn belangrijk. Maar ook een duidelijke boodschap en een concreet handelingsperspectief. Mensen moeten het gevoel hebben dat ze aan de slag kunnen. Ontwikkel materiaal ook samen met de doelgroep, dan test je meteen of het werkt.” Daarnaast pleit ze voor ontmoetingen op plekken waar ouders al zijn: scholen, wijkcentra, sportclubs of gebedshuizen. “En betrek sleutelfiguren uit de gemeenschap die mensen vertrouwen. Dan heb je pas écht kans om contact te maken.”
Vertrek vanuit de gedachte: elke ouder wil het goed doen. Begin niet met wat niet goed gaat en beter moet, maar met ‘wij begrijpen dat je een goede ouder wil zijn, en dit kan helpen’
Petra noemt het beeldverhaal van Pharos als voorbeeld. Het is kort, positief en herkenbaar. “Ouders voelen zich erdoor gezien en zijn dan sneller geneigd te luisteren. We moeten meer denken vanuit verbinding dan vanuit zenden.”
Kijk even écht
Mediapedagoog Marije Lagendijk geeft een praktisch voorbeeld waarmee ze ouders informeert over gezond schermgebruik. Vanaf 7 november wordt videoreeks ‘Kijk even écht’ over mediaopvoeding, ontwikkeld met Berber Broekstra en Ilse Meursinge, verspreid onder ouders in samenwerking met GGD Haaglanden, ABC Amersfoort en Gemeente Utrecht. Marije: “Dit project is ontstaan vanuit onze eigen worsteling als ouders. We zien hoe moeilijk het is om los te komen van je telefoon. En dus kunnen we ouders tijdens het scrollen bereiken met iets wat aanzet tot bewustwording.”
Ze ontwikkelden vijf luchtige, herkenbare video’s over de voorbeeldrol van ouders, emotionele en lichamelijke gezondheid van kinderen, breinontwikkeling van jeugd en de impact van schermgebruik. Denk aan een moeder die haar kind voedt terwijl ze met haar telefoon bezig is. In het filmpje propt ze het hapje in het oog van het kind, omdat ze er met haar aandacht niet bij is. “Niet belerend, maar uitnodigend. Vanuit de gedachte: we zien dat je je best doet, wat kun je doen om het net anders aan te pakken zodat de situatie verbetert.”
We willen kleine veranderingen stimuleren. Geen perfectie, maar bewustwording
De animaties zijn bewust laagdrempelig, met humor en beschikbaar met ondertiteling en in twee formaten: voor gebruik op social media én in wachtkamers of bij de bibliotheek. “We willen kleine veranderingen stimuleren. Geen perfectie, maar bewustwording”, zegt Marije. Elke video wordt vergezeld met een expertuitleg en een toolkit met verdiepende informatie. “We hopen dat niet alleen ouders, maar ook professionals ermee aan de slag gaan om het gesprek met ouders te openen. Want opvoeden is ingewikkeld, je moet al zo veel. Er ligt veel druk op ouders. We vragen niet om het scherm helemaal weg te leggen, maar om één moment bewust even écht te kijken. Even aandacht hebben, maakt verschil. Ik hoop dat dit project bijdraagt aan eerlijke gesprekken over opvoeden in een digitale wereld die voor iedereen heel complex is.”
Mediaopvoedingtoolbox in een nieuw jasje
Nick van Hummel van het Nederlands Jeugdinstituut vertelt over de vernieuwde Toolbox Mediaopvoeding, een praktische tool voor professionals en ouders over mediagebruik. “De vorige versie was tien jaar oud, maar de inhoud nog steeds waardevol”, vertelt Nick. “Daarom kozen we voor een grondige update. De basisopzet blijft hetzelfde: achtergrondinformatie per leeftijdscategorie én praktische tips. Nieuw zijn thematisch ingedeelde tipsheets, met titels als ‘afspraken maken over mediagebruik’ en ‘het goede voorbeeld geven’. De achtergrondinformatie is volledig geactualiseerd en beter doorzoekbaar. Zo kun je snel vinden wat je nodig hebt over de online leefwereld en de effecten van mediagebruik.”
De tipsheets zijn printbaar, zodat professionals ze kunnen meenemen naar ouderavonden of neer kunnen leggen in bibliotheken. Daarnaast zijn ze vormgegeven in eenvoudige taal, met beelden. En geven ze concrete voorbeelden van regels, tips en tools per leeftijdscategorie. Nick: “Bijvoorbeeld over wanneer het een goed moment is om nieuwe afspraken te maken. Zoals na de zomervakantie, wanneer routines toch al veranderen.” De toolbox sluit aan bij de richtlijn Gezond Schermgebruik en de MediaDiamant. Nick benadrukt het doel: “We willen professionals helpen om het gesprek aan te gaan, ouders te ondersteunen met duidelijke handvatten en denken stimuleren over gezonde schermroutines in het gezin.” De vernieuwde toolbox verschijnt deels online bij de start van de Week van de Mediawijsheid.
De Week van de Mediawijsheid
Tot slot geeft Lotte van Aerle van Netwerk Mediawijsheid een beknopt overzicht van wat professionals kunnen verwachten van en hoe ze kunnen bijdragen aan de Week van de Mediawijsheid. “Via de campagnepagina weekvandemediawijsheid.nl vind je werkveldpagina’s met tips en inspiratie op maat, voor onderwijs, cultuur, sociaal werk of gemeente. Daarnaast is er een uitgebreide toolkit beschikbaar met posters, voorbeeldteksten, beeldmateriaal en PowerPoint-templates. Ook vind je er tien tips voor gezond schermgebruik, beschikbaar in het Nederlands, Engels, Arabisch, Turks, Oekraïens en Frans. En er is een activiteitenpagina met initiatieven uit het hele land.”
Het complete webinar is hier terug te kijken. In de bijbehorende handout vind je alle benoemde links, onderzoeken en meer verdieping.

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.