Zoveel mensen die werken aan het onderwijs van de toekomst en van alles bedenken: meer ict, digitale leermiddelen, gepersonaliseerd leren, flipping the classroom, et cetera. Maar wat vinden de leerlingen hiervan? Onderzoekscollectief Now It’s Our Time ging op zoek naar de mening van generatie Z als het gaat om onderwijs. Samen met Kennisnet deden zij in 2013 onderzoek onder kinderen van 6 tot 16 jaar. In een interview vertelt Marjolein de Jong, een van de onderzoekers en initiatiefnemers, waarom het zo belangrijk is dat we beter leren luisteren naar de stem van generatie Z.
Hoe weten kinderen nou wat goed onderwijs is?
“De meningen en ideeën van kinderen zijn heel waardevol om het onderwijs beter te laten aansluiten op hun belevingswereld. Leerlingen zien dat scholen worstelen met de inzet van technologie. Ze vinden het ontzettend leuk om te vertellen wat ze willen, hoe ze technologie beleven en wat ze willen leren. Wil je als school ontwikkelen, dan moet je de kinderen daarbij betrekken. Zij kunnen hele waardevolle informatie geven, maak daar gebruik van.”
Klinkt als een open deur, waarom is het in de praktijk toch moeilijker dan gedacht?
“Scholen vinden het gewoon lastig om met de doelgroep in gesprek te gaan. Ze hebben er ook geen tijd voor. De scholen die met ons hebben gewerkt, begrepen dat het beter is om het gesprek aan te gaan dan te werken vanuit aannames. Maar ze wisten niet hoe. Ze hebben ons dus enerzijds uitgenodigd vanwege het belang van de onderzoeksresultaten, maar anderzijds om te kunnen leren van onze aanpak.”
Laat het onderwijs aansluiten op belevingswereld van kinderen – Now It’s Our Time
Die aanpak is bedacht door Now It’s Our Time, een onderzoekscollectief dat bestaat uit Paulien Kreutzer (OneTwentyone), Marjolein de Jong (Young Inspiration) en Nina Hoek van Dijke (Jong & Je Wil Wat). Zij vinden dat er teveel over kinderen wordt gepraat en te weinig met kinderen. Met hun onderzoek willen ze bijdragen aan de maatschappelijke discussie over onderwijs en onderwijsvernieuwing. Het onderzoek bestond uit een kwalitatief en een kwantitatief deel. Vooral het kwalitatieve deel, de expeditie genaamd, is interessant.
Wat kun je vertellen over de expeditie?
“Tijdens de expeditie zijn we één week lang het land doorgetrokken. In die tijd hebben we 10 scholen bezocht en hebben ruim 600 kinderen gesproken. De kinderen hebben ook deelgenomen aan een creatieve sessie, waarbij we ze vroegen hun ideale leerkracht te tekenen, of hun ideale schoolgebouw. Wat soms moeilijk is om uit te leggen, is makkelijk om te tekenen. Tekeningen zijn heel verhelderend, ze waren de aanleiding voor veel waarom-vragen.”
Wat vinden kinderen dat beter kan?
“Technologie lijkt vooral te worden ingezet om met de tijd mee te gaan. Er wordt nog weinig nagedacht over het waarom ervan en welke leerdoelen ermee kunnen worden behaald. Een digibord heeft weinig meerwaarde als het wordt gebruikt als online krijtbord, zoals nu op 80% van de scholen het geval is. We vroegen ze ook op welke manier ze zouden willen leren. Het antwoord was – niet verbazingwekkend – dat ze graag meer digitale middelen willen leren gebruiken. Maar niet hoe, juist waarom. Ze willen weten wat ze ermee kunnen, waarom ze dat nodig hebben, wat het toevoegt aan hun dagelijkse of toekomstige leven. Op het vo willen ze niet leren hoe ze excel moeten gebruiken, ze willen weten waarom ze excel moeten gebruiken. Wat voegt het toe? Ze vinden digitale leermiddelen interessant, spannend, afwisselender, maar waarom doen ze het?”
Zien leerlingen ook gevaren?
“Jazeker, met name in de afleiding. Er gebeurt van alles op hun laptop maar niemand zegt er iets van. Dat kunnen ze dus wel aangeven, maar niet stopzetten.”
Hoe moeten wij – als professioneel opvoeders, onderwijskundigen, mediamakers en mediacoaches – in gesprek gaan met kinderen?
“Eigen heel simpel, door vragen te stellen. Doe je dat niet, dan is de doelgroep niet alleen minder zichtbaar voor jou, maar ben jij ook minder zichtbaar voor de doelgroep. Vraag altijd door op het waarom, later kun je wel uitleggen dat sommige dingen simpelweg niet kunnen of mogen. Maar neem eerst eens gewoon de tijd om te luisteren. De 1e vraag is vaak het moeilijkste om te stellen, toch is die eigenlijk ook heel eenvoudig. Stel gewoon vragen over wat je wilt weten. Stel vragen over de kinderen zelf; wat is je hobby? Wat vind je het leukste om te doen? Welk tv-programma heb je gisteren gekeken? De kunst om echt interesse te tonen, lijken we te zijn vergeten. Terwijl we de doelgroep de hele dag voor onze neus hebben zitten. Daar zou menig commercieel bedrijf jaloers op zijn.”
Meer informatie
De publicatie is gratis te downloaden op nowitsourtime.nl (red, link is verwijderd wegens defect) is bedoeld voor professionals (in opleiding) die in hun werk te maken krijgen met kinderen en jongeren van 6 t/m 16 jaar oud. In de publicatie vind je verschillende filmpjes en geluidsfragmenten van de expeditie.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.