Het kan knap lastig zijn om als leraar onderwerpen als nepnieuws te behandelen in de klas. Je hebt misschien het gevoel dat je er niet genoeg vanaf weet en je leerlingen weten bovendien vaak meer van digitale media dan jij. Stichting Mediawijsheidscholen organiseerde de mini-conferentie ‘Het nepnieuws voorbij’ om scholen de kennis en tools te bieden om met nepnieuws aan de slag te gaan. Wat is nepnieuws eigenlijk en hoe maak je leerlingen er weerbaar tegen?
Een mini-conferentie van groot belang
De mini-conferentie doet zijn naam eer aan: in een knus zaaltje in Beeld & Geluid komt een kleine club geïnteresseerden uit het onderwijs bijeen. Directeur van Beeld & Geluid Eppo van Nispen tot Sevenaer trapt af met een bondige verwelkoming. Hij heeft een T65 meegebracht: zo’n ouderwetse telefoon met een draaischijf om het telefoonnummer mee in te voeren. De zaal is gevuld met mensen die dit toestel kennen en de komst van het internet en de smartphone bewust hebben meegemaakt. De kloof tussen hen en kinderen die zijn opgegroeid met nieuwe media is soms groot en lastig te overbruggen.
Het is aan deze groep, de ouders en leraren, om kinderen slim met nieuwe media om te laten gaan. Maar dat is lastig wanneer de kinderen er zelf meer verstand van (lijken te) hebben dan jij. Daarom moeten opvoeders eerst zichzelf mediawijs maken. Van Nispen tot Sevenaer vindt het onvoorstelbaar dat het onderwerp mediawijsheid geen volle zalen trekt. Want de geletterdheid gaat achteruit en mediawijsheid is relevanter dan ooit. Daarom prijst hij de aanwezigen van deze mini-conferentie: “De kinderen die jullie leveren aan de maatschappij zijn meer geletterd en mediawijs!”
Ons luie brein op de proef
Vandaag gaat het over nepnieuws; clickbait, complottheorieën, satire, politieke zwartmakerij, desinformatie. Nepnieuws speelt perfect in op de menselijke psychologie, zo legt mediapsycholoog Mischa Coster ons uit. We maken dagelijks 35.000 beslissingen en ons brein is gek op alles wat het beslissen vergemakkelijkt. Veel van wat we beslissen, zoals het kiezen van een pot pindakaas in de supermarkt of het liken van een foto van een vriend, gaat op de automatisch piloot. Gemaakt op basis van verwachtingen zoals: duur is beter. Of: als veel mensen iets liken dan is het belangrijk. Precies op deze intuïties, en eigenlijk op de luie aard van ons brein, speelt nepnieuws in. Zodat jij denkt dat het waar is.
Nepnieuws als epidemie
Nepnieuws heeft dezelfde eigenschappen als een epidemie, aldus Coster. Nepnieuws verspreidt zich, net als een virus, spontaan. Mutaties ontstaan doordat mensen het bericht liken, delen en becommentariëren. Hoe meer een bericht bekeken wordt, hoe sneller mensen het ook zullen bekijken én geloven. Sociaal contact is dan ook essentieel voor nepnieuws om een groot bereik te krijgen.
Net als een epidemie verzet nepnieuws zich tegen externe beïnvloeders. Nepnieuws is gericht op het bevestigen van jouw wereldbeeld. Vaak circuleert het in zogenaamde echo chambers, online groepen waar gelijkgestemden bijeenkomen. Middelen als factcheckers en disputed-labels blijken nauwelijks uitwerking te hebben tegen nepnieuws. Nepnieuws is vaak veel overtuigender en bovendien houdt je brein er niet van als verwachtingen worden tegengesproken. Daarnaast krijgen maatregelen zoals het filteren van nepnieuws al snel een censuur-luchtje.
Op zoek naar het vaccin
Als factchecking niet het antwoord is, wat helpt dan wel om echt en nep van elkaar te onderscheiden? Hoe maak je kinderen (en jezelf) weerbaar tegen nepnieuws? Daarover kan Ruurd Oosterwoud, oprichter van DROG, alles vertellen. Hij beweert het vaccin tegen nepnieuws in pacht te hebben: maak zelf nepnieuws en je snapt precies hoe het op jou inspeelt. DROG ontwikkelde de game ‘Slecht nieuws’, waarin je zo veel mogelijk geloofwaardigheid en bereik moet krijgen met jouw nepnieuws. Je leert strategieën toepassen die handig op de menselijke psychologie inspelen, zoals polariseren, opvoeren van ‘experts’ en het inzetten van trolls.
De zaal moet even wennen aan het immorele karakter van het spel. Creëren we hiermee geen monsters die zelf op pad gaan om nepnieuws te maken? Oosterwoud stelt gerust: het klinkt als een immoreel spel, maar het blijkt bijzonder goed te werken om nepnieuws te begrijpen en te herkennen. Een leraar uit de zaal geeft aan dat kinderen aan alles beginnen te twijfelen als je ze vertelt over nepnieuws. Hoe weet je nog wat wél waar is? Dat is eenvoudig: wanneer je ziet dat de strategieën niet worden toegepast, is het er grote kans dat het betrouwbaar nieuws is.
Zelf maken maakt jou de baas
Het zelf maken wordt ook door Jurre Ongering van technologie gilde Waag toegejuicht. Tijdens een middag in hun Creative Learning Lab of tijdens Teacher Maker Camp ga je zelf aan de slag met het ontwikkelen van technologie. Zo leer je begrijpen hoe het werkt en wat bijvoorbeeld ‘internet’ precies is. Ongering presenteert de lesmethode ‘De baas op het internet’, om in de klas aan de slag te gaan met mediawijsheid. Wie is er eigenlijk de baas over een foto van jou en je vrienden op facebook? En hoe zorg je dat je zelf controle houdt over wat er met jouw gegevens gebeurt?
Ongering gaat niet zozeer in op het onderwerp nepnieuws, maar toont wel op welke manier je als leraar aan de slag kan met dergelijke onderwerpen, zoals privacy en big data. Je hoeft geen inhoudelijk expert te zijn om les te geven over mediawijsheid. Zie jezelf als een procesbegeleider en deelnemer van een verkenningstraject. Het is niet erg als je zegt: “Ik weet er ook niet zoveel van, dus laten we het samen ontdekken”. Door samen te doen en te maken, worden leerling en leraar samen mediawijzer.
Deze conferentie werd op eigen initiatief bijgewoond. Bij recensies, verslagen e.d. geldt dat bloggers hun eigen mening delen.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.