In gesprek over Digitale Balans met Peter Nikken

dinsdag 25 januari 2022

‘Hoeveel schermtijd is nou eigenlijk goed?’ is waarschijnlijk de meest gestelde vraag als het over de digitale balans van kinderen gaat. Maar wat is een goede digitale balans nou eigenlijk?

Prof. Dr. Peter Nikken, hoogleraar mediaopvoeding aan de Erasmus Universiteit en lector Jeugd en media bij Windesheim, schreef samen met Dr. Dian de Vries het boek De Schermwijzer. Een praktische gids voor ouders en grootouders over schermtijd, social media, gamen en online veiligheid. Michel van Ast, betrokken bij de doorontwikkeling van het Digitale Balans Model, sprak Nikken. Samen maakten ze onderstaande bijdrage. Waarin ze verkennen hoe de ontwikkelingsniveaus van (jonge) kinderen en jongeren zich verhouden tot hun digitale balans.

De ideale hoeveelheid schermtijd

Een van de eerste vragen die vaak wordt gesteld is; ‘wat is een acceptabele schermtijd?’ Amerikaanse kinderartsen en de WHO adviseren voor kinderen van 2 tot 5 maximaal één uur per dag. En voor basisschoolkinderen maximaal twee uur per dag.

In Nederland kennen we niet zo’n officieel advies, maar die maximaal twee uur per dag wordt wel vaak genoemd. Veel belangrijker dan zo’n harde grens is de vraag: hoe is de balans met andere activiteiten? Besteedt een kind voldoende tijd aan (buiten) spelen met andere kinderen, slapen, lezen, bewegen, helpen in het huishouden enzovoorts. Alleen dan leert een kind de belangrijke sociale vaardigheden die nodig zijn om goed met andere mensen om te kunnen gaan.

In De Schermwijzer geven Nikken en De Vries een aantal praktische tips om de schermtijd van (jonge) kinderen en jongeren te verminderen mocht de balans tussen schermtijd en andere activiteiten te zeer verstoord zijn.

Verschillen moeten er zijn

Dat een goede digitale balans voor (jonge) kinderen anders is of moet zijn dan voor jongeren ligt voor de hand. Maar misschien zit er ook wel verschil in de aandacht die er moet zijn voor de domeinen mentale, lichamelijke en sociale gezondheid, afhankelijk van de leeftijd. Bij adolescenten speelt groepsdruk een grote rol, wat een belangrijke invloed kan uitoefenen op de mentale gezondheid. Terwijl bij jonge kinderen lichamelijke gezondheid wellicht wat meer aandacht zal moeten hebben. Denk aan schade aan de ogen en obesitas.

Wat is digitale balans?
Digitale balans gaat over het zó indelen van je tijd, dat je je er goed en gezond bij voelt. Met en zonder digitale media, zoals smartphones, laptops, tablets en games. Wat de juiste balans is, is voor iedereen anders en je kunt het beste zelf bepalen wat goed voor je is.

Om hierbij te helpen brengen we met het Digitale Balans Model in beeld wat er nodig is om gezond door het leven te gaan. Het model is ontwikkeld door Netwerk Mediawijsheid en het Trimbos-instituut, en werkt als een spiegel. Door je eigen gezondheid op drie vlakken te beoordelen, kun je bepalen hoe deze balans bij jou is. Bekijk het model en de zelftest op de website digitalebalans.nl.

Een voldoende ontwikkeld brein

Maar om media wijs te kunnen gebruiken is natuurlijk een voldoende ontwikkeld brein nodig. Zo kun je niet verwachten van jonge kinderen dat ze alle mediaboodschappen die een verhaal vertellen meteen begrijpen. Of dat ze een symbolische representatie direct goed kunnen interpreteren. Kinderen kunnen dat nu, in een tijd waarin ze al vroeg en veelvuldig worden blootgesteld aan media, wellicht beter dan vroeger. Zo zal een jong kind van drie of vier jaar tegenwoordig niet meer denken dat mensen op televisie poppen in een kastje zijn. Maar een kind van zes jaar kan nog altijd bang zijn voor Sinterklaas.

Jonge kinderen zijn bovendien perceptueel gebonden. Details of impliciete boodschappen vallen hen niet direct op. Daardoor kunnen ze zich bijvoorbeeld wat moeilijker losmaken van beelden die ze op een scherm zien. Een mooi voorbeeld daarvan zien we in het experiment van Victor Mids in het filmpje hieronder.

Oorzaak of gevolg

Het zorgen maken over het opgroeien van (jonge) kinderen en jongeren is van alle tijden. Waar we ons zorgen over maken, verandert echter. De snelheid waarmee digitale media zich ontwikkelen brengt nieuwe vraagstukken met zich mee. Maar in de basis blijft het hetzelfde. Als kinderen en jongeren voldoende sociale contacten hebben en een goede relatie met hun (directe) familie,dan is er een voldoende sterk sociaal vangnet. Dat zorgt voor voldoende veerkracht en maakt kinderen en jongeren weerbaar.

Bij kinderen en jongeren die zich echter in een onveilige thuissituatie bevinden en waarbij de opvoeding alles behalve goed verloopt, zien we vaak dat het mediagebruik problematisch is. Zij zoeken hun toevlucht in die media en dan vliegen ze vaak uit de bocht wat betreft het gebruik daarvan. We zien dan niet alleen handelingsverlegenheid bij ouders, maar ook bij professionals als hulpverleners en leraren. Er is soms onvoldoende kennis om goed met die situaties om te kunnen gaan.

Het NJi ziet het als een van haar opdrachten om de kennis en ervaring die er is, bijvoorbeeld uit onderzoek, te ‘vertalen’. En er zo voor te zorgen dat mediaopvoeding wordt genormaliseerd, in die zin dat iedereen het ziet als iets dat gewoon hoort bij opvoeden.

Kennis alleen is niet genoeg

Maar kennis is onvoldoende. Zo is roken erg ongezond. En iedere roker weet dat. Maar toch blijft hij roken. Met mediagebruik is dat niet anders. Weten wat wel of niet goed voor je is, is wat anders dan gedrag (kunnen) veranderen. Het is de ambitie van Netwerk Mediawijsheid om samen met de partners uit haar netwerk materiaal te ontwikkelen om professionals de tools in handen te geven om het mediagebruik van (jonge) kinderen en jongeren in balans te brengen en te houden.

» Ben jij digitaal in balans? Doe de zelftest!

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.