Een landelijk verbod op mobiele telefoons op scholen lijkt sinds begin februari een stap dichterbij. Minister Dennis Wiersma (PO/VO) gaat onderzoeken of dit er moet komen en hoe het er dan uit moet zien.
Ook bij verschillende netwerkpartners is een dergelijk verbod het gesprek van de dag. Maar is verbieden wel de juiste oplossing? Hoe zou zoiets praktisch moeten werken? En is de huidige situatie houdbaar?
We bespraken dit onderwerp met een aantal experts uit het (voortgezet) onderwijs:
- Eugenie Zwanenburg-Dumoulin, schoolleider op het Hofstad Lyceum
- Rhea Flohr, onderwijsadviseur gespecialiseerd in innovatie
- Marieke Simonis, trainer en begeleider met speciale aandacht voor digitale geletterdheid en digitale didactiek
- Freek Zwanenberg, mediapedagoog en partner bij Bureau Jeugd & Media
- Koen Buiter, projectleider digitale geletterdheid bij Openbaar Onderwijs Groningen
Eerst de hamvraag: ben je, in het algemeen, voor of tegen een mobieltjesverbod in middelbare schoolklassen?
Uit de antwoorden op deze vraag blijkt al hoe divers er over dit onderwerp wordt gedacht. “Het gesprek over dit onderwerp is te zwart/wit”, stelt Marieke Simonis bijvoorbeeld. “Maar ik ben voor bewuste en weloverwogen inzet van digitale middelen in het onderwijs en voor het maken van heldere afspraken hierover binnen de school.”
“Het blijkt dat de leerresultaten van moeilijk lerende leerlingen verbeteren bij een mobieltjesverbod. Dit is goed voor de kansengelijkheid!”
Ook Rhea Flohr vindt dat scholen vooral zélf moeten kunnen kiezen, in plaats van een algemeen verbod: “Ik ben van mening dat scholen zelf in staat moeten zijn om hun beleid rondom het gebruik van persoonlijke devices op orde te hebben.”
Freek Zwanenberg draagt juist verschillende argumenten vóór een algemeen verbod aan. Zo zorgen de telefoons in zijn optiek simpelweg voor te veel afleiding, stimuleer je met een verbod offline contact en zijn er prima alternatieven in de vorm van school-laptops of -tablets. “En het blijkt dat de leerresultaten van moeilijk lerende leerlingen verbeteren bij een mobieltjesverbod. Dit is goed voor de kansengelijkheid! Wat mij betreft het belangrijkste argument.”
Hoe zou een verbod er überhaupt uit kunnen zien?
Stap voor stap minderen, in één keer een totaalverbod, of iets daar tussenin? Telefoons verbieden is wellicht makkelijker gezegd dan gedaan. De experts uit het netwerk zien dan ook ruimte voor verschillende (tussen)oplossingen als het gaat om een algeheel telefoonverbod op school.
Koen Buiter adviseert bijvoorbeeld om te onderzoeken welke (digitale) tussenoplossingen er bestaan. Om zo wat lucht en ruimte te creëren. “De overheid zou bijvoorbeeld een initiatief kunnen ondersteunen waarmee scholen de optie krijgen om (op school) digitale middelen meer te kanaliseren, beheren en beperken. Hierbij moeten we altijd
waken voor de privacy van onze leerlingen.”
Die ruimte zou gebruikt kunnen worden om een goede, duidelijke visie over dit onderwerp te kunnen opstellen. Iets wat volgens Freek Zwanenberg van levensbelang is. “Je kunt langzaam beginnen, alleen in de grote pauze bijvoorbeeld, of in één keer helemaal. Ontzettend belangrijk is dat het zorgvuldig gebeurt, met goede uitleg waarom. Vanuit een visie.”
“Ik ben tegen een algeheel en landelijk verbod. Het is echt aan de scholen zelf om dat te beslissen.”
In het bepalen van die visie zouden volgens Marieke Simonis docenten én leerlingen betrokken moeten worden. “Hoe willen wij vormgeven aan onze leeromgeving? Wat vinden we fijn, wat vinden we niet fijn? Wat werkt goed, wat werkt niet goed? Welke afspraken maken we met elkaar? Daarbij zou ik aanraden om dit ook na een bepaalde periode of beter nog, herhaaldelijk, te evalueren met elkaar.”
Dat het hebben van een duidelijke visie helpt, heeft Rhea Flohr al in de praktijk ervaren. “Op de school waar ik werkte waren de mobieltjes van begin tot het einde van de lesdag in de kluis. Het was fijn om daar als school een duidelijke afspraak over te hebben, ook om dat naar ouders toe te kunnen communiceren. De leerlingen konden allemaal gebruik maken van een iPad die wij voor ze hebben ingericht. Tijdens de les kon de docent aangeven welke apps toegestaan waren en welke niet. De uitdaging van afleiding hadden we hiermee voorkomen. Ik heb een stappenplan geschreven waarmee je als school aan de slag kunt met het formuleren van je eigen beleid.” (Dit artikel is hier te vinden).
De beslissing aan scholen zélf overlaten? Kan dat werken?
“Ik ben tegen een algeheel en landelijk verbod. Het is echt aan de scholen zelf om dat te beslissen”, stelt Eugenie Zwanenburg-Dumoulin stellig. “Inmenging van de Tweede Kamer vind ik wat dat betreft uiterst ongepast en onwenselijk. Wat denken zij dat nog meer invloed heeft op het leren van de leerling? Gaat dat dan ook worden verboden of juist gestimuleerd?”
“Wat niet betekent dat ik vind dat telefoons in lessen en lokalen nooit verboden mogen worden”, vervolgt Zwanenburg-Dumoulin. “Dat kan prima zijn. Als de les, de docent, de klas, de leerling dat op dat moment nodig heeft dan besluit de docent dat te doen.”
Ook Marieke Simonis gelooft niet zo in een landelijk verbod. “Ik vind het lastig om me voor te stellen hoe dit moet worden gehandhaafd. Daarbij geldt wat mij betreft ook echt dat men eerst moet kijken naar de vraag: wat probeer je te voorkomen met een mobieltjesverbod, past dat middel überhaupt wel bij jouw uiteindelijk doel?”
“Er is vaak gebrek een goede, georganiseerde informatie en daardoor worden gesprekken (en zelfs adviezen) gegeven vanuit gevoel en gebaseerd op eigen ervaringen.”
Koen Buiter ziet het meest in een ondersteunende rol van de overheid, met daarbij een (andere) organisatie of expertgroep die praktisch advies geeft. “Ik merk dat het gesprek over dit onderwerp, alle kanten op gaat. Er is vaak gebrek een goede, georganiseerde informatie en daardoor worden gesprekken (en zelfs adviezen) gegeven vanuit gevoel en gebaseerd op eigen ervaringen. Het probleem en advies, uit elkaar pluizen, verschillende onderdelen identificeren en daarbij meer oplossingen aandragen, helpt wellicht in de ‘wel/niet- benadering’ die nu de norm is.”
Freek Zwanenberg denkt ook dat een verbod het beste vanuit scholen zélf zou moeten komen. “Ik zou het niet landelijk doen, maar vanuit de scholen zelf laten komen. Hopelijk werkt dat.”
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.