VO-content heeft werk gemaakt van een wellicht voor de hand liggend idee: laat leraren de content die ze maken, met anderen delen in het onderwijs. Zodoende is er de afgelopen vijf jaar een enorme database ontstaan met open digitale leerlijnen voor vmbo, havo en vwo. Inmiddels hebben zich vierhonderd scholen aangesloten bij VO-content, het project is de kinderschoenen duidelijk ontgroeid. Op 15 november vierde VO-content haar vijfjarig bestaan met een speciaal jubileumcongres. Ik was hierbij aanwezig en vooral op zoek naar wat VO-content te bieden gaat hebben op het gebied van informatievaardigheden, mediawijsheid en andere aspecten van digitale geletterdheid.
Ook was ik op zoek naar digitale middelen voor beleid m.b.t. actuele onderwerpen. Er was een uitgebreid programma om uit te kiezen. Ik ben op een heel belangrijke ontwikkeling gestuit. Iets dat het mogelijk gaat maken dat een school een leerlijn aanlegt op het gebied van een digitale vaardigheid naar keuze. Bijzonder eraan is dat de school gebruik kan maken van projecten die van onderop, door eigen docenten, bedacht zijn. Hieronder mijn bevindingen, en tevens een uitgebreid beeldverslag.
Terug- en vooruitblik
Er was alle reden om tevreden terug te kijken naar de voorbeeldige start die VO-content gemaakt heeft en er werden toekomstscenario’s doorgenomen in de keynotes. Paul Rosenmöller, die met de VO-raad haar tienjarig bestaan heeft gevierd, stelde maar weer eens dat de leerling centraal staat, de docent de regie heeft en dat nieuwe technologie er ook echt wel bij hoort. Daarna benadrukte hij dat alle partijen in het onderwijs meer zouden moeten samenwerken. Hij had in dat verband ook de leerlingen moeten noemen, want die zijn in veel gevallen tot voorbeeldig samenwerken in staat. Dat zie ik iedere dag weer om me heen in de mediatheek waar ik werk.
Een portfolio als mediawijsheidtool
Er waren veel parallelle sessies. Ik moest kiezen, vandaar dat mijn verslag een persoonlijk verslag is geworden. In het beeldverslag hierboven krijg je een meer volledige indruk van wat er geboden werd. Eerst ging ik naar de pitch van Ilse Gmelig, want ik was benieuwd naar wat het in ontwikkeling zijnde portfolio van VO-content te bieden heeft. Het PortfolioVO is in de eerste plaats een digitale tool waarmee de leerling op een eenvoudige en gestructureerde manier zijn of haar persoonlijke ontwikkeling kan vastleggen. De leerling kan er mee bijhouden over welke vaardigheden of bekwaamheden hij of zij beschikt en welke plannen er zijn om die vaardigheden en bekwaamheden verder te ontwikkelen. Als een leerling zichzelf een goede beoordeling bijvoorbeeld op het gebied van mediawijsheid geeft, is er een plek waar een bewijs daarvoor geleverd kan worden (een goed cijfer van de docent bijvoorbeeld).
- Los daarvan is het PortfolioVO ook een instrument waar werkstukken opgeslagen kunnen worden.
Handig, lijkt het mij, als de zes stappen die genomen moeten worden voor een onderzoek er in worden opgenomen, dan kun je die als checklist gebruiken om te kijken of tijdens het zoek-en-vind proces de nodige stappen zijn gezet. Ik verwacht veel van het portfolio omdat een school daarmee het instrument in handen krijgt om schoolbreed beleid op het gebied van bijvoorbeeld mediawijsheid op poten te zetten, binnen haar eigen curriculum. Bovenstaande informatie over PortfolioVO is heet van de naald, als er meer bekend is, zal ik dat toevoegen als reactie op dit blogartikel.
Daarna ging ik naar een presentatie van SLO omdat ik benieuwd ben welke plek digitale vaardigheden daar zouden krijgen. Heel terecht werd daar gesteld dat die vaardigheden vanzelfsprekend aan bod zouden moeten komen binnen actuele projecten van allerlei vakken. SLO heeft de website leerplaninbeeld.slo.nl ingericht, daarin kun je zoeken onder de noemer informatie- en onderzoekvaardigheden. Je vindt er meer info over leerlijnen, kerndoelen, eindtermen, tussendoelen, basis- & keuzestof en samenhang.
Meerwaarde digitale content
Alfons ten Brummelhuis is onderzoeker bij Kennisnet. Het is zijn taak om vast te stellen wat het leerrendement is van digitale content. Ik schrok eerst wel even van zijn opmerking dat het – wat de stand van digitale geletterdheid betreft – het bij jongeren het niet uitmaakt of die jongere een school heeft gevolgd die er weinig aan gedaan heeft of veel. Ik kom er straks op terug…
Van elkaar leren in een veranderende wereld
Het congres eindigde met een donderslag, de presentatie van Ruud Veltenaar, filosoof. Zijn presentatie was een wervelwind van ideeën en toekomstscenario’s die niemand onberoerd kon laten. Hij is geïnteresseerd in technologie, maar alleen als die leidt tot sociale innovaties. Hij vertelde bijvoorbeeld dat hij onlangs een college gaf op het MIT (een gerenommeerde technische Universiteit in Amerika) samen met een hoogleraar uit Harvard en een uit Stanford. Het bijzondere was dat die twee anderen niet lijfelijk aanwezig waren; ze waren er als hologram. En het publiek bestond uit 176.000 studenten die ook virtueel aanwezig waren, dat kon moeilijk anders. Wie van zich liet horen werd zichtbaar, wie niets van zich liet horen verdween naar achteren. Het MIT gaat op korte termijn al haar colleges gratis online zetten.
Veltenaar liet ook zeven studenten zien die op een terras een probleem aan het oplossen waren waarvan de moeilijkheidsgraad vijf maal hoger was dan problemen die individuele studenten te verwerken krijgen. Waarom zouden we niet vaker hele klassen een probleem voorleggen? Dan leren de leerlingen niet alleen op een hoger niveau, maar ook van elkaar.
Een vraag aan de zaal: wie is het ermee eens dat de wereld radicaal aan het veranderen is? Een derde van het publiek stak de hand op. Die vraag is wat mij betreft de hamvraag: we leven in een tijd waarin de toekomst totaal onvoorspelbaar is. Je kunt die toekomst somber inzien, maar daar hebben jonge mensen niets aan. Voor mij persoonlijk is het de reden waarom ik blogartikelen schrijf. Ik vind dat je deze tijd grondig moet analyseren want daar hebben jongeren wel iets aan. Bovendien heb je dan ook de gelegenheid om te laten zien dat een beweging van onderop de weg kan wijzen van welvaart naar welzijn.
Conclusie
Wat betreft de conclusie van Alfons Ten Brummelhuis, dat er geen meetbare resultaten te zien zouden zijn van projecten m.b.t. digitale geletterdheid; misschien is het een kwestie van accenten anders leggen en benoemen. Als leraren voor hun school of klas een actueel project bedenken dat de leerlingen interessant vinden of dit project uit het bestand van VO-content halen, dan zal het leerrendement hoog (kunnen) zijn. Tegelijkertijd zal het niet meer dan logisch zijn dat in zo’n project elementen van digitale geletterdheid aanwezig zijn en die elementen kunnen worden gemeten, beoordeeld en zo nodig bijgestuurd voor iedere leerling afzonderlijk. Zo zet je je eigen onderwijs vooraan en komen al die kennis en vaardigheden – 21e eeuws of niet – beslist ook aan de orde.
Reacties 5
‘Digiwijs in een veranderende wereld’ Blog @roelandsmeets https://t.co/bIHublxywR 5 jaar samenwerken aan #openleermateriaal @VOcontent
@kennisnet Vo-content een digitaal instrument om datzelfde voor elkaar te krijgen: https://t.co/z3c0zVqA7y
@RuudVeltenaar m’n verslag van VO-content congres, vond uw optreden, met daarin de hamvraag, onvergetelijk: https://t.co/z3c0zVqA7y
een instrument waarmee je die nu nodige vaardigheden kan meten en (laten) bijsturen, gewoon bij jou op school; https://t.co/z3c0zVqA7y
Pingback: Jubileumcongres VO-content: digiwijs in een ver...
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.