Het gebruik van digitale media maakt een steeds groter deel uit van het gewone gezinsleven. Zowel ouders als kinderen komen in aanraking met digitale media zoals smartphones en tablets. In het voorjaar van 2018 verscheen het artikel ‘De kleuter en zijn tablet, wat weten we eigenlijk?’. Daarin werd benadrukt dat er nog veel kennis mist over mediagebruik bij 3- en 4-jarige kinderen in Nederland. Kennis die gebruikt kan worden bij bijvoorbeeld het adviseren van ouders over het mediagebruik van hun kind. Daarom werd gezocht naar participanten voor een verkennend onderzoek, om meer inzicht te krijgen in het smartphone- en tabletgebruik onder 3- en 4-jarigen. Aan het onderzoek namen 363 ouders deel en inmiddels zijn de eerste resultaten bekend. Middels dit artikel delen de onderzoekers hun belangrijkste bevindingen.
Tijdsbesteding: wat doen de kinderen en hoe vaak?
Het blijft een lastig dilemma voor veel ouders: hoe vaak mag mijn kind een tablet of smartphone gebruiken? Want duidelijke richtlijnen over smartphone- en tabletgebruik bestaan niet. Elk kind is anders en heeft wellicht andere richtlijnen nodig op dat gebied. Binnen het huidige onderzoek zien we dat 49% van de 3- en 4-jarige kinderen dagelijks gebruik maakt van een smartphone of tablet. Op een gemiddelde schooldag is dat bij de meeste gezinnen 20 tot 40 minuten en op een weekenddag 20 tot 60 minuten.
Om te onderzoeken wat de 3- en 4-jarige kinderen eigenlijk allemaal deden op die smartphones en tablets, is aan de ouders gevraagd wat de kinderen voor activiteiten ondernemen. De populairste activiteit blijkt het bekijken van filmpjes via kanalen als Netflix of YouTube; 75% van de kinderen houdt zich hiermee bezig. Dat juist die activiteit populair is ligt voor de hand bij jonge kinderen, want filmpjes kijken is een makkelijke activiteit waarbij het kind zelf geen ingewikkelde handelingen hoeft uit te voeren. Maar ook worden er spelletjes gespeeld (door 39% van de kinderen) en digitale prentenboeken gelezen (door 15% van de kinderen). Ook maakt 20% van de 3- en 4-jarige kinderen al foto’s en filmpjes met de smartphone of tablet. Er is dus te zien dat kinderen de tablets en smartphones voor verschillende activiteiten gebruiken.
De visie van ouders op het mediagebruik van hun kind
De onderzoekers vroegen zich daarnaast af wat mogelijke redenen zijn van ouders om hun kinderen juist wel of niet gebruik te laten maken van een smartphone of tablet. De meest genoemde reden, die door 88% van de ouders wordt gegeven, is simpelweg dat het kind veel plezier beleeft aan het gebruik van digitale media. Het leerzame aspect van een smartphone of tablet staat op de tweede plaats (82% van de ouders). Ouders gaan ervan uit dat kinderen nieuwe vaardigheden en kennis kunnen opdoen door het gebruik van smartphones en tablets. Een derde reden is om het kind te laten ontspannen (70% van de ouders). Minder ouders geven aan dat ze hun kind een smartphone of tablet laten gebruiken om zelf meer vrije tijd te hebben (35% van de ouders).
Ouders kregen ook de vraag waarom ze kinderen juist geen gebruik zouden laten maken van digitale media. De belangrijkste reden daarvoor is dat ouders bang zijn dat hun kind minder zou buiten spelen (52% van de ouders). Daarna komt de angst voor verslaving aan de smartphone of tablet (50% van de ouders). Verder wordt als reden gegeven dat ouders bang zijn voor minder slaap (41% van de ouders) en voor minder sociale contacten van het kind (26% van de ouders).
Daarnaast wijst het onderzoek uit dat overtuigingen van ouders meespelen in de hoeveelheid tijd waarin zij hun kinderen digitale media laten gebruiken. Hoe sterker de overtuiging van ouders dat kinderen kunnen leren door het gebruik van een smartphone of tablet, hoe meer zij hun kinderen (gemiddeld genomen) smartphones en tablets laten gebruiken. Maar ook de hoeveelheid tijd die ouders zelf op de tablet of smartphone doorbrengen hangt samen met de tijd die het kind aan digitale media besteedt. Kinderen van ouders die in het onderzoek hebben aangegeven meer gebruik te maken van een smartphone of tablet, maken daar zelf gemiddeld genomen ook meer gebruik van.
Samenhang met schoolse vaardigheden
De onderzoekers vroegen zich vervolgens af of er wellicht een samenhang bestaat tussen de hoeveelheid tijd die besteed wordt op smartphones en tablets en de schoolse vaardigheden van 3- en 4-jarige kinderen. Deze kinderen zitten aan het begin van hun schoolcarrière. Het is daarom belangrijk om bij deze leeftijdscategorie naar schoolse vaardigheden te kijken. Er lijken aanwijzingen te zijn voor een verband tussen het gebruik van tablets en smartphones en de woordenschat van kinderen. Ook lijkt er een positief verband te zijn tussen het spelen van rekenspelletjes op de tablet of smartphone en de beginnende rekenvaardigheden van peuters en kleuters. Dit zijn vaardigheden zoals het onderscheid maken tussen klein en groot, voorwerpen tellen, geschreven getallen benoemen en terugtellen van vijf tot een. De kinderen die digitale spelletjes met cijfers spelen, scoren hoger op de beginnende rekenvaardigheden dan kinderen die deze spelletjes niet spelen. Meer onderzoek zou uitgevoerd moeten worden om hier een nog vollediger beeld van te kunnen schetsen.
Weer een stapje verder in het onderzoek
We zien dat er binnen de bereikte gezinnen met 3- en 4-jarige kinderen om verschillende redenen gebruik wordt gemaakt van digitale media zoals smartphones en tablets. Het lijkt erop dat het gebruik van smartphones en tablets samen kan hangen met reken- en taalvaardigheden. Om daar een vollediger beeld van te krijgen zal meer en, waar mogelijk, langdurig onderzoek nodig zijn. Binnen het huidige onderzoek kan namelijk alleen gekeken worden naar welke verbanden er op een bepaald moment aanwezig zijn, maar niet gesproken worden over invloeden. Daarbij zijn de gegevens van dit onderzoek via ouders verzameld; het gaat dus om de inschatting van de vaardigheden van de kinderen zoals gerapporteerd door de ouders.
We weten dus meer, maar nog niet alles! Het is belangrijk dat meer onderzoek gedaan wordt om op de hoogte te blijven van effecten van de ontwikkelingen op het gebied van digitale media. Om af te sluiten willen de onderzoekers alle ouders bedanken die deelgenomen hebben aan het onderzoek. Zij hebben de wetenschap weer een stapje verder geholpen!
De beschreven resultaten maken deel uit van het scriptie-onderzoek van Lisa Habermehl, Urlisa Kwidama, Lieke Dudink, Vera Bosch & Tirza Smits, masterstudenten Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Leiden. Met begeleiding van Elise Swart en Verna van der Kooy-Hofland.
Voor aanvullende informatie of vragen over het onderzoek kan contact opgenomen worden met Elise Swart (e.k.swart@fsw.leidenuniv.nl).
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.