LVB-kinderen verdienen eigen aanpak voor mediaopvoeding

donderdag 3 december 2015

Kinderen met een licht verstandelijke beperking (LVB) verdienen een eigen aanpak voor mediaopvoeding. Het IQ, de ontwikkelingsleeftijd en het verschil in aangeleerde vaardigheden verschillen per kind enorm. Hierdoor is mediaopvoeding niet altijd op eenzelfde wijze aan te bieden. Voor de lange termijn is er investering nodig van alle betrokken partijen. Hierbij hebben opvoeders en kinderen behoefte aan de juiste tools. Dat zegt sociaal pedagogisch hulpverlener Sonja Heijkamp van De Tweetfabriek in een interview. 

Waarom is mediaopvoeding voor deze groep kinderen / jongeren zo belangrijk?

Sonja: “Het is bij deze groep kinderen net zo belangrijk om ze mediawijs te maken als bij kinderen zonder verstandelijke beperking. Het verschil zit hem in de vorm en de duur van de ondersteuning. Iets leren kost meer tijd, omdat het vaker herhaald moet worden. Kinderen met een LVB hebben grote moeite met schoolse vaardigheden, gesproken taal, sociaal inzicht, plannen en organiseren. Ook zien ze bij situaties geen verband tussen oorzaak en gevolg. Deze vaardigheden heb je nodig om online te functioneren.”

“Soms zal mediaopvoeding een levenslange begeleiding zijn”

“Kinderen met een LVB zijn erg beïnvloedbaar voor wat anderen doen of zeggen. Dit maakt dat zij makkelijk slachtoffer of dader worden van een strafbaar feit. Mogelijk doen zij op internet dingen waarvan zij de gevolgen niet overzien. Kennis die vandaag is opgedaan kunnen zij vaak niet toepassen op andere situaties. Hierdoor leren zij niet direct wat wel en niet handig is.

Je moet je dus realiseren dat mediaopvoeding soms een levenslange begeleiding zal zijn. Zij overschatten zichzelf, worden overvraagd door de maatschappij, moeten op hun tenen lopen, worden vaker gepest en voelen zich sneller eenzaam en depressief. Welke invloed het internet precies heeft op deze gevolgen is nog onbekend. Wat je vaak ziet is dat ze niet in de gaten hebben dat zij slachtoffer of dader zijn. Het vermogen om te reflecteren naar hun eigen handelen is er niet of nauwelijks. Hierdoor is het erg lastig om LVB-kinderen bewust te maken van hun eigen rol in het verhaal.”

Kun je voorbeelden geven van positief dan wel negatief internetgedrag dat deze groep vertoond?

Sonja: “Internet is een enorme bron van positieve mogelijkheden voor kinderen met een beperking. Ze kunnen er allerlei spelletjes doen om zich te vermaken, maar ook juist om te leren. Op YouTube kijken hoe je iets moet doen of maken is juist heel prettig, omdat lezen of gesproken taal vaak te complex is. Ook contact zoeken of onderhouden met familie is een groot voordeel van internet. De vele apps die er tegenwoordig zijn kunnen erg goed ondersteunen bij de dagelijkse routine. Deze apps geven de doelgroep meer vrijheid om zelfstandiger in het leven te staan.”

“Apps geven de doelgroep de vrijheid om zelfstandiger in het leven te staan”

“De keerzijde is het gemak waarmee je via internet gevonden wordt door een loverboy, iemand uitscheld of discrimineert, spullen verhandelt, gokt en filmpjes vindt die schadelijk zijn voor de beeldvorming. Voor zowel de positieve als de negatieve kanten is begeleiding wenselijk. Het vraagt veel inzet van beide partijen om vaker dingen te herhalen, voorlichting te geven en deze steeds weer aan te passen aan de huidige ontwikkelingen.”

Moeten we ons richten op de jongeren zelf, of juist op de ouders en/of begeleiders?

Sonja: “We moeten ons richten op alle partijen. Het systeem rond kinderen met een LVB heeft vaak ook te kampen met een beperking. Zij kunnen zelf niet adequaat mediaopvoeding geven. De kinderen bezitten vaak al de nodige kennis over internet en de apparatuur, maar missen dus het inzicht en overzicht.”

“Het systeem rond kinderen met een LVB heeft ook te kampen met een beperking”

“Ouders, docenten, opvoeders en begeleiders zijn belangrijk voor de ondersteuning in het leven van de kinderen. Dit geldt ook voor vaardigheden als bed opmaken, boodschappen doen en koken. In dit lijstje hoort digitale vaardigenheden/mediaopvoeding/ondersteuning thuis.”

Lees ook: Alle kinderen moeten geholpen worden om digitaal te excelleren. Juíst kinderen in het speciaal onderwijs. Het boek ‘Sociale media in het speciaal onderwijs‘ bevat 15 inspirerende portretten van leraren die op een creatieve manier aandacht besteden aan sociale media en mediawijsheid in de les.

Waarom is het lastig om info bij de doelgroep te krijgen?

Sonja: “Als je leest om hoeveel mensen het ongeveer gaat in ons land, snap je niet dat er nog zo weinig rekening gehouden wordt met deze doelgroep. Er is nog steeds weinig kennis en begrip in de maatschappij voor kinderen/mensen met een LVB.

Organisaties houden nog geen rekening met de beperkingen van deze kinderen. Alles wordt aangeboden in geschreven taal, met veel prikkels en overvloed aan snelle nieuwe ontwikkelingen. Materiaal dat beschikbaar is, veroudert heel snel.

Kinderen met een LVB vinden zelf vaak dat ze het allemaal best kunnen. Zij ontkennen hun beperkingen en overschatten zichzelf. Daarbij schamen zij zich voor hun beperking en mijden zorg en begeleiding. Voor scholen is er nog geen lesmateriaal ontwikkeld. Ook voor begeleid wonen projecten is geen materiaal beschikbaar om ouders en opvoeders te ondersteunen bij de mediaopvoeding.”

Wat voor instrument zou je zelf het liefste zien?

“Ik zie vooral ons opvoeders als instrument om mediaopvoeding op de kaart te krijgen en deze kinderen te ondersteunen in een veilig online gedrag. We hebben in de zorg en op school voor kinderen met een LVB al flink wat materialen die betrekking hebben op allerlei andere thema’s, zoals seksualiteit en middelengebruik. Voorbeelden hiervan zijn praatplaten, filmpjes, bordspellen, vragenlijsten, kwartetten en boekjes. Deze moeten wat mij betreft ook snel komen met het thema internet en sociale media.”

“Veel verschillende materialen heeft de voorkeur, aangezien ieder kind anders is”

“Naast mijn verhaal is het soms prettig om via een tool in gesprek te gaan. Veel verschillende materialen heeft wel de voorkeur, aangezien ieder kind anders is. De één zal een bordspel fantastisch vinden en de ander kan beter zelf op de computer aan de slag. Materiaal moet bij voorkeur bestaan uit beeldmateriaal. Voor tieners met een LVB is dit ook eigenlijk nodig, maar zij hebben vaak weerstand tegen afbeeldingen. Hierdoor moet je als opvoeder vaak creatief zijn in het vinden van de juiste toon en snaar om het gesprek te voeren en de juiste vragen te stellen.”

Lees ook:
» 
LVB-jeugd vaker in problemen met sociale media
» Media verrijken het leven van je cliënt
» Dossier Online met een beperking op mediawijsheid.nl

Een deel uit dit interview verscheen eerder in het artikel Gezocht: briljante ideeën om LVB-jeugd te helpen zich mediawijzer te kunnen gedragen

Reacties 2

  1. Sandra van der Stege

    Na het bovenstaande gelezen te hebben, zou ik jullie graag willen wijzen op het lesprogramma App Note Mouse, wat MEE Friesland heeft ontwikkeld voor gebruik op VSO en Pro scholen. De lessen behandelen thema’s die in overleg met docenten zijn vastgesteld (bijv. online identiteit, pesten en zoekgedrag) en houden rekening met de (verstandelijke) beperking van de leerling. Voor meer informatie hierover verwijs ik jullie graag naar ons platform wat we rondom het thema sociale media/mediawijsheid en het speciaal onderwijs hebben ingericht: http://www.appnotemouse.nl . Hier vind je bijvoorbeeld lesideeen en achtergrondinformatie.

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.