Morele paniek over media is niet nieuw, maar lijkt ons de afgelopen tijd wel om de horen te vliegen. Een verfrissend positieve kijk op media komt van hoogleraar Mediastudies Mark Deuze. Onlangs schreef hij in aanloop naar de lancering van zijn boek ‘Leven in media’ al een blogartikel over hoe een mooi en goed leven in media eruit kan zien. Niet om de mogelijke risico’s af te doen als onzin, wel om eens op een andere manier naar ons medialeven te kijken. Vrijdag 8 december schoof hij in Pakhuis de Zwijger aan bij John Leek (Beeld en Geluid), kunstenaar Gabey Tjon A Tham en Bregtje van der Haak (journalist en documentairemaker) om hier dieper op in te gaan.
In het lesgeven viel het Deuze op dat studenten steeds vaker aangaven dat wat zij over hun leven met media te horen kregen – vooral over wat ze verkeerd hebben en hoe het dan écht werkt – helemaal niet aanvoelde alsof het over hun leven ging. “Wat als mijn studenten gelijk hebben? Wat als hun beleving van media en hun gevoel bij media veel meer inzicht verschaffen dan mijn theorieën en onderzoek, dan het gevoel dat we altijd een kritische afstand moeten houden tot media en dat het iets van buitenaf is?” Vanuit dat perspectief is hij toen gaan nadenken. Dit was een van de redenen om het boek te gaan schrijven. De andere reden was dat de mediapaniek hem eigenlijk gewoon een beetje pissig maakte. Ook geen onbelangrijke drijfveer. ;-)
Is de digitale detox onzin?
‘Paniek’ rond media maakt dat we op zoek gaan naar een leven buiten media. In de vorm van een digitale detox bijvoorbeeld (lees daarover ook eens dit verslag), of – simpeler – door ’s nachts je telefoon uit te zetten. In plaats van pogingen om te dedigitaliseren is het tijd om te accepteren dat media voor ons juist heel natuurlijk zijn, in de letterlijke zin van het woord zelfs. Zoals water voor vissen, geeft Deuze aan. Onvermijdelijk en onmisbaar. Zo intuïtief dat je niet meer het gevoel hebt dat je een apparaat aan het gebruiken bent. Waarom is YouTube bijvoorbeeld zo populair geworden? “Die hebben één ding heel goed begrepen: je hoeft geen speelknop in te drukken, maar je drukt op een plaatje.” Reality based interfaces zijn dat. Niet alleen studenten, maar ook mediamakers hebben dus eigenlijk een beter begrip van media dan ‘wij’, stelt Deuze.
LOLs, favorites en hartjes
De morele paniek gaat over ‘gaan we niet te ver?’, over verslaving et cetera. Termen als digitale detox komen op. En dat klinkt heel goed, zegt Deuze, maar die mensen vergeten dat velen familie en vrienden hebben die niet in de buurt wonen. Voor hen zijn media iets heel anders: technologie van de liefde. Een soort lifeline. De term digitale detox heeft voor hem dan ook een nare bijsmaak. Ook hebben mensen wel eens het idee dat we door media in zombies of robots veranderen. Maar: “juist als we ons niet tot elkaar en media verhouden, worden we robots. Op het moment dat we proberen erbuiten te staan en elkaar bekritiseren op onze nietszeggende communicatie, maken we elkaar minder menselijk.” Deuze is juist blij met de LOLs, favorites en hartjes. Die maken ons tot mensen in media. Hij roept dan ook op tot nuance, en tipt enkele boeken: Plugged In (lees ook de recensie van John Leek), Onlife en Zwemmen in de Oceaan.
Voordat de tafeldiscussie start, geeft hij nog vier dingen mee om in gedachten te houden:
- Geschiedenis. Alle discussies die we nu over media voeren zijn oud. Al in de 13e eeuw sprak men over de gevaren van een overvloed aan media.
- Mediawijsheid en digitale geletterdheid. Nederland is een pioniersland als het gaat om goede, genuanceerde informatie op dit gebied, waar iedereen z’n voordeel mee kan doen. Deuze licht het Handboek Digitale Geletterdheid uit als nuttige bron.
- Verwondering. Deuze noemt hierbij het #metoo-verschijnsel, met wereldwijde gevolgen, ook van online naar offline. Het gaat hem niet om de discussie op zichzelf, maar wel het verschijnsel van zo’n maatschappelijke discussie en hoe die op scherp is gezet.
- Hoe je het ook wendt of keert, we kunnen het nooit helemaal goed doen in media. Met andere woorden: chill. Vergeef jezelf en vergeef anderen voor de fouten die we in media maken.
In het daaropvolgende uur worden samen met de andere aanwezigen zo veel kanten van het leven in media besproken, dat ik je vooral wil aanraden de livestream terug te kijken. Een paar punten die mij in het bijzonder zijn bijgebleven:
- Media zijn meer dan een middel. Media zijn een combinatie van middelen voor communicatie, dingen die we met media doen (bij lezen, schrijven en luisteren zijn bijvoorbeeld appen en downloaden erbij gekomen), en dat alles heeft een rol in ons leven. We organiseren ons leven eromheen.
- “Eigenlijk is er niets bijzonders aan die digitale technologieën. Alles dat we ermee doen, deden we daarvoor ook al.” En de discussies die dat oplevert, waren er ook al. Alleen praat iedereen er nu over mee en is er een hashtag over.
- Media uitzetten is een prima manier om even te chillen, als je media alleen definieert als apparaat. Je kan niet jezelf uitzetten. Vandaar de metafoor leven in media. We willen misschien wel afstand nemen van media, maar het kan eigenlijk niet. Zoals Hans Schnitzler in zijn nieuwste boek ook beschrijft kan ‘ontkoppelen’ wél even een opluchting zijn en groter inzicht bieden: uit welk relaties besta ik eigenlijk? Wat doe ik om die gezond te houden? Wat leer ik van de relaties die ik aanga met de wereld om me heen? Focus op dat soort vragen in plaats van op de paniek van het offline moeten gaan.
- We maken allemaal fouten in media, bijvoorbeeld als we iets delen dat niet waar is, that’s okay. Maar wat interessant is: hoe kunnen we omgaan met een samenleving die gebaseerd is op imperfecte informatie? Dat geldt voor kinderen, maar ook voor de machtigste man ter wereld.
De tafelgasten concluderen dat mediawijsheid belangrijk is, maar dat er geen one size fits all manier is. Steeds naar specifieke contexten kijken is belangrijk. Daarnaast is mediawijsheid geen op zichzelf staand ding, het is verweven met alle aspecten van ons leven. Echt een leven in media dus.
Deze lezing werd op eigen initiatief bijgewoond. Bij recensies, verslagen e.d. geldt dat bloggers hun eigen mening delen.
Reacties 2
Bedankt Saskia voor je verslag.
Ik denk dat er onderscheid gemaakt zou moeten worden tussen het mediagebruik van Mark, jou en mij aan de ene kant, daar kom ik zo op terug. En aan de andere kant het mediagebruik wereldwijd onder grote delen van de bevolking, met allerlei politieke en commerciële gevolgen.
Eerst dat van onszelf: wij zijn allemaal prima in staat om technologie de rol te geven die ons toekomt, die ons leven verriikt. Ik heb geen smartphone, dat is omdat ik tijdens m’n werk altijd bereikbaar wil zijn IRL. En ik houd er van om ongestoord dikke boeken te lezen. Op Twitter “zit” ik ’s morgens en ’s avonds. Dat is wel eens lastig voor andere mensen omdat ik vaak lijk “weg te vallen”. Maar ok, ik begrijp het prima als andere hun smartphones wel vaak hard nodig hebben. Tot zover niks aan de hand.
Waar ik wel problemen mee heb is dat nieuwe (sociale) media in combinatie met altijd beschikbare smartphones een pracht gelegenheid geven aan politieke en commerciële “bad guys” om mensen te manipuleren. Een pracht gelegenheid omdat heel veel mensen wereldwijd het niet goed hebben: alle reden hebben tot klagen omdat ze arm gehouden worden of simpelweg hen de vrijheid onthouden wordt.
De Brexit is een mooi voorbeeld van beïnvloeding die er toe geleid heeft dat een heel volk een loer gedraaid werd. Persoonlijk vind ik het onvoorstelbaar dat die meneer Farage door iemand vertrouwd wordt (die grijns van die man!!!!), maar via de alomtegenwoordige media, kan hij toch zijn zegje doen en mensen overtuigen. En zo zijn er alarmerend veel voorbeelden over de hele wereld.
Kom bij mij niet aan, meneer Deuze, met “zo was het altijd al”: de communicatiemiddelen die nu overal beschikbaar zijn wel even wat anders dan de middelen die er vroeger waren. En de onvrede… nou ja, die was er altijd al…
Dag Roeland,
Dankjewel voor je uitgebreide reactie! Mooie toevoeging. Manipulatie en beïnvloeding zijn inderdaad reële gevaren die we niet moeten vergeten. Bij de bijeenkomst was deze nuance er wel degelijk (misschien dat deze in mijn verkorte samenvatting wat is ondergesneeuwd!), en was het punt vooral dat men dergelijke discussies vroeger ook al voerde en dat zulke problemen er toen ook al waren – maar: dat het ‘oude’ discussies zijn betekent natuurlijk niet dat ze vandaag de dag niet belangrijk meer zijn of dat de omstandigheden precies hetzelfde zijn als toen. Laten we dit onderwerp vooral hoog op de agenda houden, en (zoals in het artikel ook al aangestipt wordt) altijd kijken naar de huidige context!
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.