Dinsdagochtend 26 juni, stralend zonnig weer. Ik vertrok vroeg, linea recta vanaf de camping naar culturele onderneming ‘Het Huis’ in Utrecht, een huis voor kunstenaars en nieuwe ideeen. Het vormt een thuisbasis voor (theater-)kunstenaars en andere creatieven en ondersteunt hen in het verder ontwikkelen van hun plannen. De perfecte plek dus voor de eerste versie van de conferentie ‘Media in Transition’ buiten de VS. Het event staat traditiegetrouw in het teken van de invloed die nieuwe technologieën uitoefenen op (traditionele) media-industrieën. Een verslag van deze inspirerende dag.
Ik zou deze dag namens Beeld en Geluid en Mediawijzer.net deelnemen aan het eerste panel over Datafication and Public Values. Prof. Dr. William Uricchio himself, die dit event meermaals organiseerde bij het befaamde Massachusetts Institute of Technology, was ook prominent aanwezig. De Universiteit Utrecht vormt, naast het MIT, namelijk zijn tweede huis. De conferentie wordt deze keer georganiseerd door Mediastudies van de UU, waar onder andere Nanna Verhoef, Karin van Es en Nina Köll hard aan hebben getrokken. In voorbereidende gesprekken tussen Beeld en Geluid, Mediawijzer.net en de organisatie van de conferentie werd al snel duidelijk dat het een heel bijzondere gebeurtenis zou worden met een geweldige line-up, bestaand uit deskundigen zoals Henry Jenkins en Lisa Parks.
Doel van de conferentie is het faciliteren van kennisuitwisseling tussen wetenschappers en vertegenwoordigers uit de praktijk. Eerlijk gezegd was van dat laatste alleen sprake tijdens het eerste panel. De latere drie panels betroffen vooral academische discussies, maar daarover zo meer. In vier plenaire sessies delen internationale wetenschappers hun visie op onderwerpen zoals datafication, veranderende media-infrastructuren en publieke waarden. Het volledige programma kun je hier terugzien.
Een veranderend medialandschap
Keimpe Algra, decaan van de faculteit Geesteswetenschappen, opent de conferentie en refereert even aan de speciale locatie waar we ons bevinden: precies op de plek waar de barbaren waren gelegerd aan de Kromme Rijn, tegenover de Romeinse troepen.
William Uricchio schetst vervolgens de big picture, de grotere context waarbinnen de panels met elkaar in gesprek gaan. Hij verwijst naar Habermas; de naam van deze beroemde Duitse filosoof en vertegenwoordiger van de Frankfurter Schule zou meerdere malen langskomen deze dag. Volgens Uricchio levert de introductie van elk nieuw medium vergelijkbare discussies op, zoals: wie controleert het medium? Wie heeft welke rechten? In de eerste helft van de vorige eeuw regelden de publieke omroepen deze kwesties goed, maar er volgde sterke erosie. Vandaag de dag vormt de inbreng van publieke omroep in de VS nog maar 1/1000 in het medialandschap daar. Mediacontent is commercieel geworden.
Uricchio daagt het eerste panel uit met een aantal vragen, zoals: moet er een nieuw publiek domein komen op het internet? Zo ja, wie is verantwoordelijk? Alleen publieke partijen of is er ook een rol voor andere, misschien commerciële partijen? En wat is de rol van archieven? Moet de inhoud van archieven gewoon via Google openbaar worden en moet je dus samenwerken met Google? Kortom: moeten we een enorme virtuele shoppingmall creëren of moeten we meer toe naar een netwerk van kleine communities en winkeltjes?
Nut en noodzaak van experimenteren & innoveren
Giovanna Fossati (EYE Filmmuseum, Amsterdam) opent als eerste spreekster het panel waar ik ook in zit. Ze benadrukt de wens van EYE om zijn collectie zo open mogelijk beschikbaar te stellen en een open instituut te willen zijn. Nu is slechts zo’n 2% van de collectie online toegankelijk, met name vanwege rechtenvraagstukken. EYE lanceert binnenkort een pilot waarin via een online player filmcontent kan worden bekeken.
Mijn verhaal beschrijft hoe Beeld en Geluid een nieuwe positie zoekt in de enorm veranderde mediawerkelijkheid. In 10-15 jaar zijn er talloze nieuwe mediamakers bijgekomen, waarvan de content nu niet als media-erfgoed wordt gezien, terwijl ze hele generaties beïnvloeden en mee-opvoeden. Daarnaast is er een toenemende druk op Beeld en Geluid als onafhankelijk instituut om een rol te vervullen in het duiden van vraagstukken in media en journalistiek. Dit alles zal leiden tot een vernieuwd instituut, een vernieuwd museum dat zich verbindt met nieuwe partners en nieuwe netwerken. Daar kunnen ook commerciële partijen bij zitten.
Geert-Jan Bogaerts (VPRO) beschrijft hoe de VPRO zich bezint op zijn oorspronkelijke waarden en dat de VPRO meer een publieke diensten organisatie is dan alleen een publieke omroep. Dat gaat dus om meer dan alleen televisie maken. Hij beschrijft hoe de VPRO daarin experimenteert en innoveert. De organisatie ontwikkelt op basis van een innovatiematrix een soort prototypes van nieuwe manieren om zich tot het publiek te verhouden. Dat doen ze bij voorkeur in netwerken, bijvoorbeeld bij het project ‘PublicSpaces’, waar het gaat om het ‘reclaimen van het publieke domein’. Hij roept de zaal ook op om samen te werken rond dit laatste project en spreekt de hoop uit dat er binnen Europa steun is voor deze gedachte.
Eleonora Mazzoli (EBU, Europese Radio-unie) laat een palet van innovatie-initiatieven zien die binnen EBU-verband vanuit en samen met publieke omroepen lopen. Daaronder ook publiek-private voorbeelden. Ze laat het ‘MediaRoadEU’-model zien; een netwerk-, een beleids- en een ‘sandbox’hub staan daarin centraal. (NB: sandbox is een innovatiemodel, ontwikkeld bij de VRT)
Kritische geluiden
In het tweede panel over ‘Industries and Infrastructures’ volgt een stevige optocht van deskundigen. Jennifer Holt is kritisch over de ontwikkeling van clouddiensten die door grote partijen worden gehost. Ze noemt de cloud een metafoor van hoe de samenleving zichzelf ziet. Interessante observatie, want wat betekent het dat we massale hoeveelheden content, data waaronder persoonlijke data, in de cloud zetten (lees: in giga datacenters in de woestijn van Arizona of Utah)? Wat zegt dat over ons? Holt noemt het voorbeeld van Azure (Microsoft) die het contract opzegde over het opslaan van data van migranten in de VS die middels gezichtsherkenning waren verkregen. Hierdoor konden deze data vrijer doorzocht worden.
Geen tijd om lang bij stil te staan, want de volgende sprekers denderden door. Met name Vicki Mayer was indrukwekkend. Het dagelijks werk van veel werknemers vandaag de dag lijkt ‘eindeloos’ en kent geen grenzen meer. Ze noemt dat een ‘circulaire economie van zelfcreatie’. Ze verwijst naar het werk van Betty Friedman en diens ’The Feminine Mystique’ waarin wordt beschreven hoe huisvrouwen zich in de zestiger jaren van de vorige eeuw in het welvarende Amerika diep van binnen ongelukkig voelden, terwijl ze moesten voldoen aan het beeld van de gelukkige huisvrouw. Ze maakt een vergelijking met de ‘Google Mystique’ en beschrijft hoe medewerkers van onder andere Google zich volkomen identificeren met de narratief van het bedrijf, terwijl het de vraag is hoe het persoonlijk welzijn eruit ziet. Je hoort het al, kritische geluiden. Ik moest meteen denken aan de fantastische speelfilm ‘Revolutionary Road’ met Kate Winslet. Die gaat precies over dit thema. Een aanrader.
Ook Lisa Parks, de laatste spreekster in dit panel, is kritisch. Ze gebruikt de term ‘TO3B’, ofwel ’the other 3 billion’. Ze wijst op de enorme groep goedkope werkers die wereldwijd nodig zijn om de moderne digitale infrastructuur in stand te houden en uit te breiden. Ze zag in Tanzania ook hoopvolle voorbeelden, zoals van een groep arme werkers die telefoons repareerden die achter hun werkplaats een eigen modern lab waren gestart waarin ze innovaties aan de telefoons ontwikkelden en de telefoonmaatschappijen adviseerden.
Burgerschap en participatie in transitie
In panel 3 stonden participatory literacies centraal. Moderator Mirko Tobias Schäfer leidt in en geeft aan dat ook de literacies ‘in transition’ zijn. Schäfer: “It’s scholarship in transition, citizenship in transition.” Hij haalt (wederom) Habermas aan: “You have to engage with the public sphere”. En hij vervolgt met een quote van Shirkey: “We brought fact checkers to a culture war. Time to get serious.” (Clay Shirkey, 22-7-2016)
Hij beschrijft twee recente bedreigingen van de participatiecultuur door regulators:
- Uploadfilters op sociale media om memes te filteren (lobby van de uitgeversindustrie)
- Het iedere keer moeten betalen als een snippet van een artikel wordt gecommuniceerd via sociale media
Schäfer roept op om vooral te kijken in nicheplatfoms waar wel echte democratische participatie plaatsvindt; UU-masterstudent Tim de Winkel is daar mee bezig.
De eerste spreker Jay David Bolter spreekt over twee literacies: catharsis, dat gaat over serieuze media als film, tv, kranten en met een sterk narratief. Daarnaast noemt hij flow, dat gaat over sociale media, radio, reality tv en met een zwak narratief. Flow is het tegengestelde van de publieke ruimte van Habermas, aldus Bolter. Hij noemt Trump de Twitter- en Facebookpresident. Bolter: “He has made apparent how fragmented identities are in social media.” Hij geeft aan dat de opkomst van sociale media overigens niet het populisme heeft veroorzaakt, maar er een perfect klimaat voor biedt.
Henry Jenkins betreedt het podium en zet eerst William Uricchio even in het zonnetje; hij vertelt dat ze samen een brede researchbasis hebben neergelegd voor mediastudies, inclusief het houden van conferenties en delen van kennis. Hij noemt ook Sangita Shresthova, zijn hoofd research die hierbij een belangrijke rol speelt.
Jenkins benadrukt in zijn presentatie het gevaar van toxic fandom. Dat is bijvoorbeeld het verspreiden van gedachtegoed van alt-right via een tweet, dat snel een grote fanbase kan opbouwen. Hij roept onderzoekers op om vooral te zoeken naar nieuwe onderzoeksmethoden, beter onderzoek te doen in plaats van te blijven hangen in louter kritiek op deze reactieve boodschappen en ideeën. Ook noemt Jenkins de rol van verbeelding en creativiteit om adequaat te kunnen reageren op deze mediawerkelijkheid cruciaal en belangrijker dan ooit. Hij geeft als voorbeeld het nieuwe boek van Naomi Klein ‘No is not enough’ en ook het werk van Jonathan McIntosh. Het panel is het daarna eens over het belang van fandom bij de socialisatie van jongeren. Interessant is de discussie die dan volgt over het succes van de alt-right campagne in de VS. Danah Boyd noemt dat het succes van mensen die hoog scoren op mediageletterdheid. Henry Jenkins is het daarmee oneens. Hij verwijst naar het werk van Renee Hobbs, die onder andere scepticisme noemt als belangrijk ingrediënt voor media literacy. En dat ziet Jenkins niet terug bij alt-right.
Erg interessant natuurlijk. Ik geloof dat ik het iets meer met Danah Boyd eens ben. Want het is maar net vanuit welk kader je scepticisme definieert. Helaas geen tijd meer gehad om hierover te praten met Henry.
Het laatste panel ‘(Re)Searching (Media in) Transition’ moest ik helaas laten gaan. Evengoed was het een zeer boeiende dag, die wat mij betreft zeker herhaald moet worden. Interessant om weer te merken dat de media literacy-onderwerpen die vandaag langskwamen bijna per definitie raken aan politiek. Iets wat van oudsher speelt in de media literacy-beweging in de VS. Het zou goed zijn ons in Nederland af te vragen hoe het komt dat dat hier anders is, terwijl het medialandschap en de impact van media steeds globaler van karakter zijn. Ik zou de organisatoren mee willen geven dat een sterkere verbinding met actoren in het veld het programma rijker zou maken. De discussie bleef op hoog niveau, academisch. Voor mij zeer interessant en voor de zaal idem, maar voor het veld, ook voor het mediawijsheidsveld in Nederland is hier veel meer uit te halen. Ook zou een onwelgevallig geluid interessant zijn voor de discussie. Maar misschien ben ik nu teveel bezig met een eigen conferentie-concept :-). Misschien iets voor Mediawijzer.net? Met name het deel over de literacies!
Leuk om te bekijken: de #MiT2018 aftermovie. [de aftermovie staat niet langer online – red.]
Was je er ook bij en heb je aanvullingen, of een andere reactie? Laat ‘m hieronder achter.
Reacties 1
Twee reacties op dit mooie verslag:
* “Revolutionary road”: het boek is iets heel anders dan de film. Het boek is een Griekse tragedie: je voelt dat er iets mis is in de relatie van een pas getrouwd stel in een heel gewone buitenwijk in het zuiden van de VS. De onvrede van de vrouwelijke hoofdpersoon is heel algemeen, je kan er moeilijk de vinger op leggen.
Ik moet dit even kwijt want ik hou heel erg van het boek.
* Naar aanleiding van je zin: Ik zou de organisatoren mee willen geven dat een sterkere verbinding met actoren in het veld het programma rijker zou maken. De discussie bleef op hoog niveau, academisch.
Ik denk dat media zo zeer verstrengeld zijn met de realiteit; dat als je alleen de werking van de media belicht de mens er bekaaid afkomt. Filosofen kunnen beter afstand nemen van die symbiose tussen media en wereldgebeuren die momenteel plaatsvindt, of technologisch onderlegde mensen als Jaron Lanier, Andrew Keen en Tim 0’Reilly; die hebben de mens in het vizier en zijn diep bezorgd.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.