Mediawijsheid in het vo en mbo: wat doet men eigenlijk?

dinsdag 14 oktober 2014

ITS (Radboud Universiteit) heeft in het teken van de Mediawijzer.net Stimuleringsregeling 2014 op basis van onderzoek een theoretisch kader opgesteld. Hoe denken docenten in het vo en mbo over mediawijsheid, over welke competenties beschikken zij en hun leerlingen en wat zegt de literatuur hierover? De rapportage ‘Mediawijsheid in het vo en mbo: achtergronden en percepties’ is nu online beschikbaar.

Top 3 best en minst beheerste mediawijsheid competenties leerlingen

Dit is de top 3 van meest genoemde competenties uit het Mediawijsheid Competentiemodel die leerlingen volgens vo- en mbo-docenten het best en minst beheersen.

 Best beheerst Minst beheerst
 *G1: Apparaten, software en  toepassingen gebruiken S1: Reflecteren op het eigen  mediagebruik
 C3: Participeren in sociale  netwerken B3: Zien hoe media de werkelijkheid  kleuren
 C1: Informatie vinden en verwerken S2: Doelen realiseren met media

 

 

 

 

 

 

Klik hier voor toelichting per competentieniveaus

Twee van best beheerste competenties, apparaten, software en toepassingen gebruiken en informatie vinden en verwerken, worden volgens docenten ook het vaakst door hen onderwezen.

Opvallend is dat twee van de minst beheerste competenties in de top 3 staan van competenties die docenten volgens henzelf goed in staat zijn om bij te brengen. Toch staat allen reflecteren op eigen mediagebruik ook in de top 3 van competenties die vaak worden bijgebracht.

Nadruk in het onderwijs lijkt te liggen op de competenties die vallen onder Gebruik en Communicatie uit het competentiemodel. Begrip en Strategie komen minder aan bod. Er is bovendien een overlap tussen de competenties die leerlingen het best beheersen en de competenties die docenten het vaakst proberen bij te brengen: waar leerlingen goed in zijn, wordt over het algemeen ook het vaakst onderwezen.

Zijn leerlingen wel of niet informatievaardig?

De competentie Informatie vinden en verwerken wordt vaak aangeleerd, kunnen docenten goed aanleren/bijbrengen, en beheersen leerlingen volgens docenten ook goed. Uit onderzoek blijkt echter dat leerlingen niet informatievaardig zijn (zie bijvoorbeeld Walraven, Brand-Gruwel & Boshuizen, 2009). Het zou kunnen zijn dat docenten ten onrechte denken dat leerlingen over deze vaardigheden beschikken. Docenten in onderzoek van Kolowich (2011) gingen er van uit dat hun studenten handig zijn met Google en er goed mee uit de voeten kunnen. Dit bleek echter niet zo te zijn. Een tweede verklaring zou kunnen liggen bij de interpretatie van de vaardigheid. Misschien scharen docenten hier andere zaken onder dan onderzoek op dit gebied. Een laatste mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat docenten zelf minder vaardig zijn en leerlingen daarom ten opzichte van zichzelf hoger inschatten.

Leerlingen beheersen reflecteren op eigen mediagebruik het minst

Reflecteren op het eigen mediagebruik is ook een opvallende. Deze competentie wordt vaak bijgebracht, kunnen docenten volgens hen goed bijbrengen, maar beheersen leerlingen het minst. Dit zou een aanwijzing kunnen zijn dat onderwijs in deze competentie niet effectief is of dat het beheersen van deze competentie lang duurt. Een mogelijke verklaring zou ook in de ‘aard’ van de leerlingen kunnen liggen. Adolescenten moeten de vaardigheden om te reflecteren en eigen gedrag te evalueren in relatie tot sociale normen gaan ontwikkelen. De omgeving is hierbij van groot belang. Eerdere ervaringen spelen ook een belangrijke rol.

Dat docenten aangeven dat ze deze competentie goed kunnen bijbrengen stemt positief. Het is van belang dat docenten de leerervaringen bieden die aansluiten bij de ontwikkeling van de adolescent. De drie competenties die leerlingen volgens docenten het minst beheersen zijn bij uitstek de vaardigheden die zich tijdens de adolescentie ontwikkelen, mits de omgeving voldoende steun en sturing geeft. Dat die steun en sturing niet zomaar van docenten komt blijkt uit een opmerking van een van de docenten in de survey: “Reflectie is voor een vmbo’er niet weggelegd’.

De combinatie van adolescentie (de ontwikkelingen die jongeren doormaken) en het feit dat jongeren dagelijks in aanraking komen met media, maakt het uitermate belangrijk om mediawijsheid te ontwikkelen.

Welk mediawijsheidsniveau kun je nu op welke leeftijd verwachten?

Walraven, Schouwenaars en Paas (2013) concluderen dat onderwijs in alle mediawijsheidcompetenties gestart kan worden op de basisschool. Ervaringen opdoen zijn belangrijk voor de ontwikkeling van mediawijsheid. Er zijn echter een aantal competenties die tijdens de adolescentie een grotere rol zullen spelen en waarbij juist steun en sturing (en dus onderwijs) van belang is. Het gaat dan om inzicht hebben in de medialisering van de samenleving, begrijpen hoe media gemaakt worden, zien hoe media de werkelijkheid kleuren, participeren in sociale netwerken, reflecteren op het eigen mediagebruik en doelen realiseren met media.

De vraag ‘welk mediawijsheidsniveau kun je nu op welke leeftijd verwachten?’ is erg moeilijk te beantwoorden. Dit is namelijk erg afhankelijk van de ervaringen die een adolescent opdoet en de omgeving waar hij of zij verkeert. Er zijn bovendien geen aanwijzingen dat er met betrekking tot de mediawijsheidcompetenties verschillen zijn tussen het niveau dat een vmbo-leerling kan behalen en dat van een vwo-leerling. In principe kan iedereen op hetzelfde niveau uitkomen. Maar, net zoals dat er verschil in benadering en aanpak is tussen vmbo en vwo op het gebied van andere vaardigheden, zal dit ook gelden voor mediawijsheid.

Mediawijsheid bij adolescenten is geen kwestie van ‘welk niveau kunnen we wanneer verwachten’ maar ‘wat verwachten wij op welk moment van onze leerlingen’? We kunnen daarbij veel leren van de manier waarop adolescenten zich op andere gebieden ontwikkelen.

Download ITS-rapportage “Mediawijsheid in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs: achtergronden en percepties

Over de rapportage


Mediawijzer.net gaf opdracht tot het onderzoek ter ondersteuning van de Mediawijzer.net Stimuleringsregeling 2014. De regeling voor dit jaar staat in het teken van het inbedden van mediawijsheid in de praktijk van het vo en mbo, met als doel mediawijsheid eind 2015 in het onderwijs in te bedden. Alle informatie over Stimuleringsregeling 2014 vind je hier. De deadline voor het indienen van projecten is 23 oktober 12:00 uur.

Lees ook:
» Meer informatie over het Mediawijsheid Competentiemodel
» Een succesvol mediawijsheidproject runnen? Mediawijzer.net heeft 10 tips voor je!
» Mediawijsheid in het primair onderwijs: wat doet men eigenlijk?

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.