De geestelijke gezondheidszorg heeft nog geen beleid voor internettoegang. De gesloten afdeling lijkt afgesloten van de buitenwereld, maar dan alleen in fysieke zin. Laatst las ik een column van Greetje Paaij in de NRC. Ze schrijft: “Mijn dochter is daar slachtoffer van. Zij zit op de gesloten afdeling van een psychiatrische instelling en zet niets verhullende foto’s op Twitter en Facebook met provocerende teksten eronder. Zij ziet zichzelf als ‘aso-bitch onder de rappers’ en vraagt om ‘een nacht los te gaan’. De kliniek wist van niets.”
Schrijnende onwetendheid
Het is een schrijnend voorbeeld van onwetendheid in een sector die beter moet weten. Als iemand op de gesloten afdeling zit in een psychiatrische kliniek, wordt dat gedaan om die patiënt te beschermen. Zodra er dan wel, zonder toezicht, gebruik kan worden gemaakt van internet, kan het flink mis gaan. Zo kunnen manische mensen rustig verdergaan met grenzeloos shoppen bij Zalando. Mensen die chronisch aandacht tekortkomen, kunnen op Facebook blijven ronddolen om zichzelf te profileren. Met alle gevolgen van dien. Mensen kunnen tweets versturen die niet alleen zichzelf, maar ook anderen kunnen schaden (lees ook mijn artikel over twitteren in een psychose). Met een smartphone op zak is een fotootje zo gemaakt. Weg privacy van de kwetsbare mens. Zo ben je alleen in de isoleercel veilig.
De kliniek wist van niets
In andere jeugdinstellingen wordt dit heel anders aangepakt. Er zijn gesloten klinieken waar internet verboden is. De GGZ lijkt in die zin wel last te hebben van een bipolaire stoornis als het gaat om mediawijsheid. Alles of niets. Mensen mogen met hun smartphone in de achterzak over een gesloten afdeling rondlopen en aan de andere kant zijn er jongeren die niets mogen. Gekeken naar de achtergrond van de jongeren is het goed dat internetgebruik aan banden wordt gelegd. Het helpt niet om een jongere die verdacht wordt van zedendelicten, vrij te laten op internet. De kans is groot dat er dan sites bezocht worden die het daglicht niet kunnen verdragen.
Verbieden is naar mijn idee nooit een optie. Begeleiden wel. En de kwetsbare jongeren die mogen doen wat zij willen, zijn slachtoffer van chronische onwetendheid. Begeleiders die niet weten wat er allemaal online gebeurt, moeten begeleid worden in mediawijsheid. Pas dan kunnen zij hun cliënten beschermen tegen de gevaren van sociale media.
Eigen wil
Maar hoe zit dat dan met de eigen wil? Mensen die worden opgenomen, gaan vaak naar een kliniek uit vrije wil. Er komt lang niet altijd een Rechtelijke Machtiging aan te pas. Moeten wij het psychiatrisch patiënten dan verbieden om op internet rond te klikken?
Nee. Verbieden is te allen tijde een vervelende maatregel. Op het moment dat iemand zo verward is, dat tijdelijke rust de beste oplossing lijkt, is het beter om alle prikkels weg te halen. Internet is natuurlijk één grote prikkelbron voor iedereen, dus het uitschakelen van deze stimuli is op bepaalde momenten prima.
Verder is het een kwestie van voorlichting. Aan zowel kwetsbare jongeren, als aan ouders en begeleiders van een woongroep. Internet verbieden is geen oplossing en niet meer van deze tijd. Als jongeren straks weer terug de maatschappij in gaan, kunnen zij niet meer zonder internet. Ze moeten het leren. En leren is proberen. In kleine stappen met goede begeleiding.
En die eigen wil? Als je in een kliniek wordt opgenomen, ben je in de war. En op het moment dat je verward bent, kun je jezelf en je omgeving schade berokkenen op internet. Want de buitendeur kan wel op slot zijn, op sociale media kun je van allerlei dingen roepen waar je spijt van krijgt. Mensen met een ernstige psychiatrische aandoening zijn zich vaak niet bewust van de gevaren die internet met zich meebrengt. Een psychiatrische kliniek is geen gevangenis. Maar als je slachtoffer wordt van identiteitsfraude, heb je wel levenslang.
Het is belangrijk dat GGZ-medewerkers weten wat de mogelijkheden en de gevaren zijn op internet, zodat zij hun patiënten gedoseerd de informatie kunnen aanbieden.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.