Hoe nieuwswijs zijn leerlingen van Nederlandse middelbare scholen die mediawijsheidprogramma’s volgen? Dat is de vraag die wij bij Windesheim in ons onderzoek (red. niet meer beschikbaar) hebben onderzocht. Het startpunt was de veronderstelling dat leerlingen die speciale mediawijsheidprogramma’s volgen, ‘nieuwswijzer’ zijn dan leerlingen die deze programma’s niet volgen.
Dit bleek ten dele te kloppen, want in het algemeen waren leerlingen die deelnamen aan mediawijsheidprogramma’s inderdaad nieuwswijzer. Dat wil zeggen, ze snapten beter hoe nieuws wordt gemaakt, welke conventies er gelden en wat voor effect nieuws kan hebben op nieuwsgebruikers. Het onderzoek liet echter ook zien dat onderwijsniveau en leeftijd sterke voorspellers zijn voor de mate van nieuwswijsheid. HAVO-leerlingen die mediawijsheidprogramma’s volgen, zijn iets nieuwswijzer dan HAVO-leerlingen die deze programma’s niet volgen. Voor VWO-ers blijkt het volgen van een programma geen effect te hebben. Leerlingen die VMBO volgen en daarbij het mediawijsheidprogramma volgen, scoren verrassend genoeg lager dan VMBO-ers die de programma’s niet volgen. In het algemeen geldt dat nieuwswijsheid toeneemt naarmate een leerling ouder is.
Deze resultaten volgen uit een onderzoek onder meer dan 1300 leerlingen uit de onderbouw van zeventien scholen binnen het voortgezet onderwijs. Aan hen zijn vragenlijsten voorgelegd, waarmee we op basis van de antwoorden op twintig vragen over nieuws de nieuwswijsheid van deze leerlingen hebben vastgesteld. We weten dat deze vragen –die eerder door andere onderzoekers zijn gebruikt– een goede indicatie geven van de nieuwswijsheid van leerlingen. We hebben specifiek onderzocht wat leerlingen weten over nieuws en de productie van nieuws. Aanname hierbij was dat leerlingen die zelf nieuws, filmpjes of andere mediaproducties maken en hier les over krijgen, beter weten hoe het er op professionele redacties aan toegaat.
Wat hebben we niet onderzocht?
Omdat mediawijsheid een containerbegrip is en de tien competenties uit het mediawijsheidsmodel nauwelijks in 1 meetinstrument te vangen zijn, is het ook goed om aan te geven wat we niet hebben onderzocht: we hebben de kritische houding, de vaardigheden en het reflectief vermogen van de leerlingen niet onderzocht. We hebben ook de mediawijsheidprogramma’s niet geanalyseerd. Kortom, we hebben slechts een aspect van mediawijsheid onderzocht, namelijk (passieve) kennis over hoe media werken, en dan specifiek nieuwsmedia.
Waarom hebben we ons gericht op nieuwswijsheid?
In de eerste plaats gaan we ervan uit dat nieuwswijsheid een belangrijk aspect is van mediawijsheid vanuit de veronderstelling dat nieuwswijze leerlingen uitgroeien tot burgers die betrokken zijn bij de samenleving. Of zoals de Raad voor Cultuur tien jaar geleden formuleerde:
Om immers als burger optimaal te kunnen deelnemen aan die genetwerkte en van media doordrenkte maatschappij moeten burgers ‘mediawijs’ zijn. Met die term duidt de Raad op het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld (Raad voor Cultuur, 2005, p 2).
Ten tweede gaan we ervan uit dat nieuwsmedia nog steeds een belangrijke informerende en opiniërende rol vervullen in onze democratische samenleving en dat nieuwswijsheid daarom een aspect van mediawijsheid is dat specifieke aandacht verdient. Zonder dat we daarmee overigens af willen doen aan andere belangrijk aspecten van mediawijsheid.
Lessen voor de toekomst
Mediawijsheidsonderwijs heeft sterke raakvlakken met de 21e-eeuwse vaardigheden. De Stichting Leerplanontwikkeling heeft in beeld gebracht hoe mediawijsheid deel uitmaakt van digitale geletterdheid. Het is dan ook aannemelijk dat dit soort vaardigheden ‘als vanzelf’ een plaats krijgen in het onderwijs. Dat is goed nieuws natuurlijk, maar het zou nog beter zijn als nieuwswijsheid een vaste plaats krijgt in het curriculum van alle scholen voor basis- en voortgezet onderwijs in Nederland. Uit meerdere onderzoeken blijkt namelijk dat aandacht voor nieuwswijsheid onderbelicht is in het brede palet dat mediawijsheidsonderwijs te bieden heeft.
Verder houden we hier een sterk pleidooi voor het nader onderzoeken van het effect van zowel nieuwswijsheideducatie in het bijzonder, als mediawijsheidprogramma’s in het algemeen. Dit is belangrijk, omdat het inzicht geeft in wat wel en wat niet werkt. Daarmee kan onderzoek bijdragen aan een verbetering van nieuws- en mediawijsheidonderwijs. Dat is hard nodig. Er is in de afgelopen tien jaar ontzettend veel gepionierd. Op talloze plaatsen in Nederland wordt met passie gewerkt aan mediawijsheidprojecten. We zijn daardoor veel verder dan in 2005, maar een structurele implementatie van nieuws- en mediawijsheid in het onderwijs ontbreekt. Laat met mediawijsheid niet hetzelfde gebeuren als met media-educatie. Want ook hiervoor gold destijds dat het vooral een zaak was van docenten met passie, maar dat van echte verankering in lesprogramma’s en wetenschappelijke monitoring van het effect nauwelijks sprake was (Raad voor Cultuur, 2005, p. 16). In zowel onderwijs als onderzoek moet dus meer aandacht komen voor nieuws- en mediawijsheid.
Reacties 3
Meer nieuws in het onderwijs – https://t.co/PIeWg8OuEE https://t.co/dYk3zCKOdd
Hoe verklaren jullie de verschillende effecten bij de verschillende opleidingsniveaus?
Om te beginnen bij het niveau dat de grootste verschillen laat zien: het kan zijn dat leerlingen voor het programma kiezen juist vanwege de praktische vaardigheden die ze leren (altijd leuk om filmpjes te maken of journalist te spelen). Bij de havo-leerlingen is sprake van een klein verschil (wel in de verwachte richting). Ook hier kan dezelfde verklaring gelden: doen is leuker dan serieus nadenken over nieuws. We baseren ons hierbij op een studie van Maksl e.a.(2015). Voor de vwo-ers (ook voor de anderen overigens) kan gelden: de (grote) rol die opvoeding speelt mbt nieuws. Een andere verklaring kan de vragenlijst zijn: de vragen waren deel van een groter onderzoek. Als je niet zo’n lezer bent, heb je waarschijnlijk meer moeite met het invullen van de vragenlijst.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.