Op 23 mei 2017 komt het netwerk van Mediawijzer.net samen in Beeld en Geluid voor de jaarlijkse Mediawijsheid Netwerk Experience (MNX). Dit jaar is het thema: Digitale kloof – bruggen slaan met mediawijsheid. En zoals het wel vaker gaat met een breed, ambitieus thema, denk je er voortdurend over na en vallen je dingen op zoals je ze nog niet eerder zag.
Guardian: ‘We just want to be able to talk to our parents’
Vorige week las las ik een artikel in de Guardian met als titel: “We just want to be able to talk to our parents”. Aanleiding voor dit artikel is de toenemende zorg in Engeland, over een grote groep tieners die aangeeft zich steeds eenzamer te voelen. De generatie die nu opgroeit lijkt echt te worstelen met het leven – het aantal jongeren met psychische problemen is verdubbeld en dat geldt ook voor jongeren met een eetstoornis. In Nederland lijkt iets vergelijkbaars aan de gang.
De experts wijzen als oorzaak natuurlijk als eerste op het sociale mediagebruik van jongeren. Tieners zitten veel te lang op het internet, ze gamen te veel, ze kijken te veel naar porno en naar gewelddadige filmpjes. Door dit alles verliezen tieners steeds meer het vermogen om echt contact te maken met andere mensen en ze lijken opgesloten en verloren in de digitale wereld.
De journalist was op zoek gegaan naar de feiten en kon eigenlijk geen goede onderbouwing vinden voor het toenemende gevoel van eenzaamheid. Er was bijvoorbeeld gevraagd: voel jij je soms eenzaam? 62% van de tieners had geantwoord met ‘ja’. Maar wie voelt zich nu weleens niet ‘soms eenzaam’? Ze had ook aan jongeren gevraagd wat zij zélf vonden van eenzaamheid als gevolg van sociale media. Deze jongeren vonden het onzin. Volgens hen was er een hele andere oorzaak: veel ouders geven namelijk ‘niet thuis’ als er problemen of vragen zijn bij jongeren. Jongeren missen dat omdat ze de mening en het inzicht van hun ouders juist heel erg waarderen. En nodig hebben bij het opgroeien. Vandaar de titel van het stuk: we just want our parents to talk to us. Hoe komt het dat ouders er niet voor ze zijn? Wat veel voorkomt is dat ouders zelf zo druk zijn met hun mobieltje en computer dat ze gewoonweg niet aanspreekbaar zijn. Maar er is meer aan de hand.
Eerste digitale kloof: tussen ouders en kinderen
Dat brengt me bij een eerste digitale kloof: die tussen ouders en kinderen. Als ik de extremen schets, zijn er grofweg twee stereotype groepen ouders te onderscheiden: het eerste type ouder laat het kind volledig vrij. Het kind is naar hun idee ‘wijs’ genoeg, dus ouders laten hem of haar de wereld ontdekken. Deze ouders zien overal mogelijkheden en hebben een rotsvast vertrouwen in het lerend vermogen en de zelfredzaamheid van hun kind.
Er is ook het tegenovergestelde type ouders. Zij maken zich voortdurend zorgen en zien overal gevaren. Deze ouders worden gedreven door angst en proberen met regels en maatregelen het kind in te perken en te beschermen.
Bij beide typen ouders staat het kind er alleen voor. In het ene geval door de ‘laat maar’ houding van ouder die de moeite niet neemt zich te verdiepen. En in het andere geval door de paniekreactie van de ouder die overal gevaar ziet waardoor het kind wel twee keer nadenkt voordat het iets met die ouder deelt. In beide gevallen klopt het beeld dat de ouder heeft van het kind en de digitale wereld niet goed, en daardoor pakken ze beide hun rol als opvoeder niet op.
Tweede digitale kloof: tussen kinderen onderling
Ondertussen groeit er een generatie kinderen op waarbinnen de onderlinge verschillen steeds groter dreigen te worden. Dat blijkt uit eigen onderzoek van Mediawijzer.net en Kennisnet in 2015: ‘Monitor Jeugd en Media’ én uit nieuw, nog lopend onderzoek van Kennisnet waar in juni meer over bekend wordt gemaakt. Deze andere digitale kloof bevindt zich tussen kinderen onderling. Het gaat hier om kans-ongelijkheid.
Ook dit wil ik verduidelijken met het weergeven van twee extremen. Aan de ene kant groeien kinderen op die van jongs af aan meer bevoorrecht zijn. Deze kinderen zijn afkomstig uit de betere milieus, de ouders zijn wat hoger opgeleid en hebben een hoger inkomen. Deze kinderen blijken media – vaak met hun ouders als voorbeeld – te gebruiken om informatie te vinden, zichzelf te ontwikkelen, online te profileren en alvast een netwerk op te bouwen voor als ze later een stage of een baantje willen vinden.
De andere groep kinderen groeit op in een omgeving waar media heel anders worden gebruikt, voornamelijk voor entertainment. Hier wordt nog relatief veel naar de tv gekeken. De mobieltjes en computers zijn er voor het spelen van spelletjes en het kijken van filmpjes. Bij een deel van deze groep lopen de technische vaardigheden inmiddels flink achter en weten ze bijvoorbeeld niet meer hoe ze een foto uit hun mobieltje in een werkstuk moeten plakken.
Dit is precies waarom we scholen en onderwijs hebben: we willen heel graag dat álle kinderen gelijke kansen krijgen en zich volledig kunnen ontplooien. En dat wat kinderen van huis uit niet meekrijgen, ze wel leren op school. Vandaar dat het zo goed is dat digitale geletterdheid – met mediawijsheid als belangrijk onderdeel daarbinnen – zo snel mogelijk een plek krijgt in het curriculum.
Derde digitale kloof: professionals en jongeren
Als we kijken naar de netwerkpartners van Mediawijzer.net en de bezoekers aan de MNX, dan zijn jullie als het goed is de wegbereiders op gebied van mediawijsheid en mediaopvoeding. Jullie gaan ervoor zorgen dat mediawijsheid goed in het onderwijs en de opvoeding terecht komt. Maar ook bij jullie leven wellicht de nodige aannames en ideeën over media en de invloed van media op jongeren. Zo denkt een deel van jullie misschien dat ‘echte’ vriendschap niet mogelijk is online; dat bloot en porno voor alle jongeren schadelijke gevolgen hebben en dat jongeren niets meer geven om hun privacy. Ook tussen het netwerk en de professionals onderling zijn de verschillen groot.
Als ik de extremen schets heb je onder ons de idealisten die vooral de oneindige mogelijkheden willen benutten van media en de beschermers, die kinderen willen wapenen tegen nepnieuws, pesten, verslaving en criminaliteit.
Vraag jezelf eens af: Ben jij meer zoals die experts uit dat artikel in de Guardian die sociale media zien als de bron van alle kwaad in de levens van jongeren? Of ben je meer zoals die journalist die de nuance zoekt en vooral veel vragen heeft? Ben jij eerder een idealist die wil uitdagen of lijk je meer op de beschermer die risico’s wil voorkomen?
Waar sta jij? Hoe goed ken je werkelijk jouw doelgroep? Of dat nu kinderen, jongeren, ouders, leraren of bibliotheken zijn. Sta jij nog open voor nieuwe inzichten en informatie of weet je het allemaal al heel goed?
Bruggen slaan met mediawijsheid
De MNX gaat dit jaar over het slaan van bruggen met mediawijsheid. Ik ben ervan overtuigd dat je een kloof alleen kan overbruggen door te werken vanaf beide kanten van de kloof en van daaruit naar elkaar toe te bewegen. Bij beide kanten is zelfinzicht nodig en het kunnen omgaan met grote verschillen in hoe je er samen in staat, in perspectieven, aannames – of zelfs soms vooroordelen – en onkunde.
De media staan niet stil en mediawijsheid dus ook niet. We zullen er voortdurend met elkaar over in gesprek moeten blijven. Ik hoop daarom dat we op de MNX, maar zeker ook daarna, elkaar gaan verrassen zodat we met meer begrip voor al die verschillende kanten, in beweging kunnen komen en samen die bruggen gaan bouwen. Dat we in plaats van te denken in stereotypen en uitersten (zoals ik net heb gedaan) weer ruimte voor nuances gaan maken, voor het gesprek, voor wederzijds begrip en voor de verbinding.
Foto MNX: Jorrit Lousberg
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.