De meeste jongeren maken bewust gebruik van digitale media afhankelijk van het doel; vrije tijd, persoonlijke ontwikkeling of schoolwerk. Er zijn grote verschillen in mediagebruik tussen jongeren van verschillende leeftijden, onderwijsniveaus en geslacht. Jongeren van lagere onderwijsniveaus (vmbo basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerwegen) lijken minder te profiteren van voordelen die media kunnen bieden voor schoolprestaties dan andere jongeren. Bij hogere onderwijsniveaus zetten jongeren media functioneler in maar ze laten zich er tegelijkertijd meer door afleiden. Meisjes gebruiken sociale media consequent meer om school- en huiswerk samen met klasgenoten te maken dan jongens. Dit blijkt uit de monitor Jeugd en Media 2015 die Kennisnet en Mediawijzer.net vandaag, tijdens de MNX op 23 juni, publiceren.
Dit rapport brengt in beeld hoe jongeren media inzetten voor school en hobby’s, vooral digitale media als tablets, smartphones en laptops. De uitkomsten zijn representatief voor Nederlandse jongeren van 10 t/m 18 jaar. Simone Walvisch, vice-voorzitter van de PO-Raad, neemt vanmiddag het eerste exemplaar in ontvangst tijdens de Mediawijzer.Netwerk Experience bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum.
Programmanager Mary Berkhout reikt het eerste onderzoeksrapport uit aan Simone Walvisch, vice-voorzitter van de PO Raad. Bron/Fotograaf: Jorrit Lousberg
» Download gratis de monitor Jeugd en Media 2015
Verschillen in mediagebruik
Jongeren van lagere onderwijsniveaus gebruiken media wat minder voor hun schoolprestaties dan andere jongeren. Ze nemen ook wat meer gezondheidsrisico’s. Zo staan ze bijvoorbeeld minder stil bij mediagebruik in het verkeer, het volume van oortjes of hun houding bij langdurig computergebruik.
Meer opvallende onderzoeksresultaten:
- 99% van de 13-18 jarigen heeft een mobiele telefoon (meestal een smartphone) en van de 10-12 jarigen heeft 78% er een.
- Meisjes zijn geïnteresseerder in de sociale functies van media dan jongens en lijken meer last te hebben van de druk die deze media op kunnen leggen.
- Jongeren van 13-18 laten zich vaker bewust afleiden dan jongere kinderen (door berichtjes te sturen, filmpjes te kijken of sociale media te gebruiken).
- Slechts 11% van de respondenten vindt school-apps net zo goed en mooi als de apps en games die ze privé gebruiken. School-apps zijn vaak niet meer dan ‘boeken achter glas’.
- WhatsApp, Facebook en Instagram zijn dé levensaders voor jongeren, maar ze geven nog steeds de voorkeur aan face-to-face contact.
- Hooguit een derde van de ouders doet volgens de respondenten aan actieve mediaopvoeding (regels afspreken, afspraken maken, commentaar geven op media-uitingen).
- Áls ouders aan (actieve) mediaopvoeding doen, focussen ze vooral op de risico’s, en besteden ze minder aandacht aan de kansen en het plezier die media kunnen bieden.
Gelijke digitale kansen
Lager opgeleide jongeren lijken minder te profiteren van de mogelijkheden die media bieden voor schoolwerk. “Het is belangrijk dat we gelijke digitale kansen voor iedereen bevorderen. Niemand is gebaat bij een groeiende ongelijkheid in digitale vaardigheden.” aldus Remco Pijpers, coördinator van het onderzoek, expert jeugd en digitale media bij Kennisnet .
Mediawijs onderwijs
Vooral lager opgeleide jongeren zeggen meer behoefte te hebben aan gedigitaliseerd onderwijs. “Media bieden jongeren nieuwe en andere manieren van leren” aldus Mary Berkhout, Programmamanager van Mediawijzer.net. “Uit het rapport blijkt ook dat jongeren van 13-18 en lager opgeleide jongeren meer mediawijsheid-onderwijs willen. Ze willen dus niet alleen meer mediagebruik in de les, maar ook leren er wijs mee om te kunnen gaan.”
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.