De Netwerkmaatschappij deel 16: De aard van het beest

dinsdag 21 maart 2017

Eind 2016 heb ik 6e klas leerling Abel Levie begeleid bij zijn profielwerkstuk over de (on-)zin van een offline leven. Daarna hebben we samen, tijdens de 6e klas studiedag in Egmond, een presentatie over dat onderwerp gegeven. Ik bedank Abel voor het idee (dat hij weer bij Marshall McLuhan had opgedaan) dat je naar de aard van een medium moet kijken om een inschatting te maken van het effect van dat medium op de samenleving van dat moment. Hieronder wil ik belangrijke effecten van media op de samenleving onder elkaar zetten en kijken wat er nog meer nodig is dan een flinke portie mediawijsheid. Hoe veranderen moderne media de samenleving en wat moeten jongeren daar over weten?

Iets meer dan drie jaar geleden ben ik begonnen met het schrijven aan mijn serie over de Netwerkmaatschappij. Deze serie schrijf ik omdat nieuwe media onze samenleving meer en meer vormgeven. Lees hier de andere delen. Op dit ogenblik is er sprake van een stroomversnelling, het is niet makkelijk de ontwikkelingen te volgen. Alle reden om door te blijven schrijven.

Illustratie: Roeland Smeets. Klik op de afbeelding om te vergroten.

Media toen…

Mediawijsheid is voor mij ook: laten zien hoe samenlevingen veranderden door ander mediagebruik  (mooie boeken daarover zijn die van James Gleick en van Asa Briggs en Peter Burke). De televisie was goed voor heel wat sport en vermaak vanaf de zestiger jaren van de vorige eeuw.  De landing op de maan (’69) en veel later de Val van de Muur (’89) hebben op een groot deel van de wereldbevolking een onuitwisbare indruk gemaakt. Volgens Nelson Mandela waren populaire tv-zenders als CNN en MTV de wegbereiders voor het einde van de Apartheid. De tv verbond mensen en verstevigde bestaande banden.

…en nu: de aard van het beest

Natuurlijk spelen moderne media op talloze manieren een positieve rol bij intermenselijke relaties, vooral bij jongeren bij wie digitaal contact vaak dient om bestaande relaties te onderhouden en uit te diepen. Maar laten we ook eens objectief kijken het effect op de samenleving als geheel. Een paar punten om over na te denken:

  • Dominante media nu zijn internet en de smartphone. Internet schiet nullen en enen af op individuen. Liken of niet? Zwart of wit, rijk of arm, eens of oneens, vóór of tegen? Mensen gaan – ieder op eigen gezag – aan de haal met die nullen en die enen; ook binnen gezinnen, verenigingen en andere sociale eenheden. Er is ontzettend veel informatie en iedereen doet ermee wat hij of zij wil, en niet altijd op een even genuanceerde manier.
  • Onderzoek laat zien dat mensen hun bubble koesteren en – meer in het algemeen – dat nieuws dat inspeelt op al ingenomen posities of vooroordelen veel eerder zal worden geliked  en daarmee meer inkomen genereert voor sociale media bedrijven. (Bron)
  • De digitale economie – inclusief de nieuwsvoorziening – draait op eyeballs: op hoeveel en hoe vaak we klikken op een bepaald item. En als je dan voor veel spektakel zorgt, zoals Trump in en na verkiezingstijd, dan ben je verzekerd van aandacht.
  • Na de bestudering van vier miljoen tweets die gerelateerd waren aan de afgelopen Amerikaanse verkiezingen, kwamen hoogleraar Emilio Ferrara en zijn collega’s tot de conclusie dat één op de vijf tweets niet afkomstig was van mensen, maar gegenereerd werd door bots. Belangrijker nog lijkt me de bevinding dat negatief getoonzette tweets twee en een half keer sneller rondgingen dan positieve. Hier laat het beest zijn ware aard zien.
  • Volgens een pas verschenen rapport van het Rathenau Instituut is onze maatschappij nog niet klaar voor de digitale samenleving: ‘Nu is het maatschappelijk debat nog vooral gericht op privacy en veiligheid. Er is veel minder aandacht voor andere publieke waarden die door digitalisering evengoed onder druk staan zoals gelijke behandeling, menselijke waardigheid en ongelijke machtsverhoudingen.’

Laten we het hebben over de samenleving en hoe die verandert

We kunnen rustig concluderen dat een andere tijd is aangebroken waarin we ons anders tot elkaar verhouden dan vroeger. Vroeger hadden we maar een paar media, nu zit de hele wereld in onze broekzak. Of dat vooral komt doordat er een nieuw dominant medium ‘aan de macht’ is gekomen, namelijk het internet, moet nog blijken.

Een ding is zeker: media en samenleving zijn langzamerhand niet meer los van elkaar te bekijken. Daarom zouden we vooral bezig moeten zijn om jongeren ervan bewust te maken hoe de hele samenleving verandert. Iemand als ik gaat daardoor aanschuren tegen het vak maatschappijleer; ik ben dan ook heel blij dat ik nu en dan de kans krijg mijn zegje te doen op school.

Conclusie

Zoals Bas Heijne in het boek Onbehagen, Nieuw Licht op de beschaafde mens schreef:

“Wanneer onderlinge verbondenheid tussen individuen afneemt zijn mensen steeds meer geneigd om de ander als een vertegenwoordiger van iets te zien, niet langer als een individu.” (blz. 61)

Bovenstaande citaat illustreert de aard van het beest: we hebben lang gedacht dat het internet iedereen zou verbinden. Toch zien we het de andere kant op gaan, bijvoorbeeld in de recente situaties rondom nepnieuws, politiek en ‘alternatieve feiten’ versus de waarheid. Nu, rondom de verkiezingen, blijkt dat mensen die op politiek gebied heel tegengestelde overtuigingen aanhangen – tegen hun eigen verwachting in – in real life wel degelijk in staat zijn om met elkaar te communiceren.  Dat geeft hoop. Wat betreft het internet: een knipoog, een nuance, een glimlach en grijstinten liggen niet zo in de aard van het beest; laten we daar rekening mee houden.

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.