Beste collega’s,
Zo’n twintig jaar bestaat het World Wide Web (www) nu. Media & technologie blijven hun invloed uitoefenen, niet alleen op individuen, maar juist ook op onze (en niet alleen onze) samenleving. Tijd voor mij om afstand te nemen en de wereldwijde ontwikkelingen te beschrijven die van invloed zijn op onze samenleving: de Netwerkmaatschappij.
In de komende artikelenserie De Netwerkmaatschappij zet ik de positieve en negatieve aspecten van die Netwerkmaatschappij bij elkaar. Want het is hoog tijd dat een vak als Maatschappijleer zich ook gaat bekommeren om de effecten van grootschalige ontwikkelingen op het snijvlak van Media, Technologie & Maatschappij. Reden: jonge mensen hebben het recht om te weten in wat voor maatschappij zij (komen te) leven.
Wat is de netwerkmaatschappij?
De term ‘netwerkmaatschappij’ omvat de verschijnselen die in verband staan met de sociale, politieke, economische en culturele veranderingen veroorzaakt door de verspreiding van genetwerkte, digitale informatie- en communicatietechnologieën. Dit is mijn eigen vertaling van de definitie op de Engelse Wikipedia. Al in 1996 schreef de socioloog Manuel Castells het boek The rise of network society. Hij beschrijft in deze trilogie hoe de wereld vanuit het industriële tijdperk is overgegaan naar een netwerksamenleving. Op elk gebied, van cultuur, handel, werkgelegenheid, communicatie en ruimtelijke ordening tot politiek.
Waarom moeten jongeren leren over de netwerkmaatschappij?
De jongeren van vandaag zullen hun leven doorbrengen ín die netwerkmaatschappij. Om te kunnen overzien wat er allemaal op hen afkomt, moeten ze snappen welke invloed media, van pamflet tot blog, hebben op het functioneren van een maatschappij. Leerlingen zullen anders tegen onze huidige tijd aan kijken wanneer ze zien hoe media de identiteit van vroegere culturen hebben bepaald.
Hier is goede literatuur over verschenen: Sociale geschiedenis van de media, van boekdrukkunst tot internet en Informatie van James Gleick.
Waarom dan in het onderwijs? Het onderwijs stelt zich ten doel jonge mensen maximaal voor te bereiden op het leven in de maatschappij. Laten we eens enkele ontwikkelingen binnen die nieuwe netwerkmaatschappij onder de loep nemen. Er zijn steeds zowel positieve als negatieve aspecten aan te wijzen:
Big Data
Wie het nieuws volgt, weet dat niet alleen overheden maar ook bedrijven als Google over Big Data beschikken. Daarin kunnen ze met behulp van algoritmen zoeken naar informatie over jou en mij. Dit is veelal informatie die commercieel of politiek interessant is. Facebook bezit miljarden gegevens over relaties die wij met anderen onderhouden; die gegevens worden in gedataficeerde vorm verhandeld. Hetzelfde doet Twitter en LinkedIn met onze professionele ervaringen. Dat lijkt misschien niet zo’n punt omdat wij, en veel andere Westerse landen, een redelijk betrouwbare overheid hebben. Maar wat als dat niet langer zo is?
Maar Big Data kan ook heel belangrijke wetenschappelijke gegevens opleveren. Bijvoorbeeld bij de bestrijding van ziekten, zoals je kunt lezen in De Big Data Revolutie.
Werk en beloning
Afgezien van media en de overvloed aan informatie is ook automatisering van grote invloed op het ontstaan van de netwerkmaatschappij. Sinds een aantal jaren bestaat het begrip ‘flexwerken’, werken met een flexibel contract. In Nederland hebben we een Flexbarometer. Deze houdt bij welk deel van de werkende bevolking geen vast contract heeft; momenteel bijna 30%. De verwachting is dat dit percentage zal blijven stijgen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft hierover een rapport gepubliceerd met de omineuze titel: een onzeker perspectief.
Ook Jaron Lanier, computerprogrammeur van het 1e uur, is somber. Hij stipt in You are not a gadget een heel belangrijk punt aan. Op Facebook en andere sociale media delen we onze muziek, artikelen en allerlei andere artistieke uitingen. We hebben er vrede mee dat we daar niets voor terugkrijgen, behalve hooguit een schouderklopje. De enige partij die er beter van wordt is de commercie, via online advertenties. We hebben het hier misschien niet over werk, maar wel over activiteiten waar in vroeger tijden iets tegenover stond. In zijn onlangs verschenen Who owns the future? probeert hij te komen tot een oplossing.
MIT professor Erik Brynjolfsson vertelt dit verhaal weer anders. Het is waar dat door de steeds verder voortschrijdende automatisering aan de ene kant de productiviteit wereldwijd is gestegen en het aantal banen is gedaald. In deze Ted talk laat hij zien dat je, als het om het behoud van je baan gaat, niet moet willen concurreren met technologische ontwikkelingen. Probeer nieuw werk te creëren met gebruik van de nieuwe technologische mogelijkheden en werk samen.
Tijdloze Tijd
Tijdloze Tijd is volgens Castells een ander aspect van de netwerkmaatschappij. In de virtuele werkelijkheid zijn geen seizoenen, er is geen dag en geen nacht. Ons biologische ritme wordt ontkend en onze real time komt in het gedrang.
- In 1999 schreef James Gleick: Faster, the acceleration of just about everything waarin hij laat zien hoe de wereld – virtueel en analoog – in de versnelling is gegaan.
- De meeste mensen zien internet terecht als een verrijking van hun leven. Maar het langdurig gebruik van internet kan ook makkelijk verslaving in de hand werken.
- En doordat mensen veel tijd besteden aan online activiteiten en minder aan het lezen van boeken, kunnen activiteiten van een hogere orde, als kritisch denken en reflectie, in het gedrang komen.
- Een misverstand is ook dat we alles tegelijkertijd zouden moeten kunnen. Het blijkt echter dat multitasken</em rel=”nofollow”> gewoon niet bestaat. Er is geen sprake van verdeelde aandacht, maar van aandachtswisselingen.
- Justine Pardoen heeft een goede aanzet gegeven met een TV-uitzending: opvoeden in een tijd van multimediaprikkels.
Positieve aspecten
Digitale netwerken bieden ook talloze positieve mogelijkheden. Of zoals Howard Rheingold schrijft in zijn boek Net
Smart: “Ik heb me afgevraagd en ik heb anderen gevraagd hoe je sociale media op een intelligente, menselijke en bovenal bewuste manier kunt gebruiken.”
- Er zijn allerlei sympathieke burgerinitiatieven bij jou in de buurt, van mantelzorg tot het lenen van spullen, het koken van en voor jou en het gezamenlijk gebruik van een auto. Zo heb ik afgelopen zomer met drie Spaanse gezinnen van woning geruild zodat wij onze vakantie gratis op 3 mooie luxe plekken konden doorbrengen.
- Educatieve informatie is altijd en overal beschikbaar, bijvoorbeeld via Khan Academy, Ted.com en de Universiteit van Nederland. Iemand die het niet breed heeft maar wél gemotiveerd is, kan door zelfstudie heel ver komen.
- Jonge mensen zijn onderling zo sterk verbonden, dat zij ook daadwerkelijk socialer zijn. Dat ervaar ik – en met mij enkele collega’s – na 17 jaar werken tussen jongen mensen.
Tot slot wil ik jullie wijzen op het stuk The chemistry of social network van Nicholas Christakis over het potentieel van sociale netwerken.
Conclusie
Aan de ene kant hebben we de technologische middelen gekregen om op vrijwel ieder terrein met elkaar samen te werken. Aan de andere kant zal het voorlopig veel creativiteit vergen om een economisch bestaan op te bouwen omdat zoveel al zo goedkoop geproduceerd wordt.
Beste collega’s, zie dit stuk als een eerste poging om te komen tot een beschrijving van de netwerkmaatschappij en de bijbehorende aspecten. Er zullen steeds meer gegevens vrijkomen, laten we die bij elkaar blijven zetten.
Ik ben benieuwd naar jullie reactie.
» Lees ook uit deze serie: ‘De netwerkmaatschappij deel 2: wat betekent de automatisering voor onze toekomst?‘
» Lees ook het derde deel: ‘De Netwerkmaatschappij, deel 3: Ideeën voor 21ste eeuwse vaardigheden en digitale geletterdheid‘
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.