Dit jaar was het thema van de Week van de Mediawijsheid ‘Aan of uit?‘. Een thema dat iedereen die dit blogartikel leest bezighoudt, want wij mediawijsheidprofessionals zitten allemaal weleens te lang achter onze pc, te vaak op onze telefoon of kijken te veel afleveringen op Netflix. Ik vond het dan ook een prachtig thema. Maar daar ben ik inmiddels van teruggekomen.
Via #WvdM, de tijdlijnen van collega’s en de liveblog van Netwerk Mediawijsheid kwam er van alles langs over ON or OFF. Projecten, onderzoeken, lanceringen, tentoonstellingen, awards, quizzen en zelfs prijsvragen. OFF was daarbij de grote winnaar: OFF is beter, want we zijn vanzelf toch altijd wel ON. Een logische uitkomst als je ON en OFF als binaire tegenstelling neerzet. Gesteld voor de keuze tussen mate en overmaat, kiest ieder weldenkend mens voor de deugdzame optie. Maar eigenlijk is de binaire oppositie geen geschikt kader voor waar het eigenlijk om gaat: hoe vaak, hoe lang, waar, wanneer, waarom en met wie maak je gebruik van media?
De filosoof Immanuel Kant bedacht eind 18de eeuw de term ‘antinomie’. In de 20ste eeuw is de term door sociale wetenschappers toegepast op het menselijk bestaan. Zij beschreven een antinomie als een tegenstelling van twee uitersten, die allebei intrinsiek waardevol zijn, en waartussen je nooit voorgoed een keuze kunt maken. Een antinomie raak je dus nooit vanaf. Steeds opnieuw in je leven moet je een keuze maken tussen twee goede dingen, een balans vinden tussen twee zaken die allebei belangrijk zijn. Een voorbeeld ervan is vrijheid versus binding in de opvoeding. Je moet je kind warmte en geborgenheid bieden, maar het ook vrij laten en te durven laten uitglijden. En die twee botsen voortdurend.
ON or OFF is precies zo’n antinomie. Je apparaat aan- of uitzetten, je toepassing wel of niet opstarten: daar zijn geen algemene regels, voorschriften of trucs voor die de keuze doen oplossen. Alleen door te leven kun je ondervinden wanneer jouw online bestaan te druk was of juist te rustig, te saai of juist te gezellig, te oppervlakkig of juist te zwaar. En met die zelfkennis is de antinomie nog niet opgelost. Want nog steeds zul je elke dag opnieuw je mediabestaan moeten vormgeven. Dus als we de volgende #WvdM weer voor een soortgelijk thema kiezen, dan graag: ON and OFF.
Meer blogartikelen over balans en keuzes in mediagebruik:
» Mijn relatie met mijn smartphone: 30 dagen zelfreflectie
» 10 tips voor een goed digitaal leven
» ‘Is daar iemand?’ De spiegel van je smartphonegedrag
Reacties 5
Is het niet zo, Daniel, dat die boodschap van on/off beter aan volwassenen gericht kan worden?
Want “jongeren zijn primair op elkaar gericht en hun sociale mediagebruik is er vooral om bestaande vriendschappen mee te onderhouden”. Uit ‘Jongens zijn slimmer dan meisjes, blz 132 ?https://pedrodebruyckere.blog/2012/12/31/jongens-zijn-slimmer-dan-meisjes-en-andere-mythes-over-leren-en-onderwijs-uit-in-2013/
Een zesdeklas-leerling zou ik een paar jaar geleden begeleiden; hij zou 2 weken offline zou zijn en daarover een Profielwerkstuk schrijven. De eerste avond ging het al mis want hij wist niet waar zijn vrienden waren. Het Profielwerkstuk is er alsnog gekomen en een van de conclusies was dat – als je functioneel gebruik maakt van je telefoon – het onzin is om dat een paar weken niet te doen.
Raar sociaal mediagebruik over Zwarte Piet, stikstofbeleid e.d. ; daar zijn over het algemeen volwassenen verantwoordelijk voor. Wat meer offline zou een gezond advies zijn voor die lui
Roeland, deze blog was niet ‘Gemaakt voor kinderen’ ;))
Voor iedereen die nu eens echt wil weten over waarom en hoe jongeren sociale media gebruiken: Danah Boyds prachtige It’s complicated – The social lives of networked teens trof ik laatst online aan: https://seeingcollaborations.files.wordpress.com/2014/08/itscomplicated.pdf Een betere bron dan die jij noemt, want gebaseerd op eigen veldonderzoek van Boyd.
Wie gaat er eens zo’n objectief, genuanceerd en diepgravend onderzoek doen naar de medialevens van volwassenen?
Ok Daniel, Je eerste zin begrijp ik niet
Maar in “Jongens zijn slimmer dan meisjes” wordt juist dana boy aangehaald (Blz. 132, ciaat) “In haar meest recente boek beschrijft danah boyd de belangrijkste redenen waarom jonge mensen technologie gebruiken. Het zijn vooral sociale redenen zoals informatie delen en online of in het echt afspreken met elkaar.”.
Bij volwassenen zien we een (helaas nooit onderzocht) ander gebruik dat nogal wat negatieve effecten met zich brengt als het gaat om de sfeer in onze (en niet alleen de onze) samenleving. Er is volgens mij een omgekeerde generatiekloof gaande: volwassenen gebruiken ze vaak dom en bij de jongeren zit het vaak gewoon goed.
Wat ik bedoel te zeggen: als we het hebben over sociaal mediagebruik, moeten we maar meten specificeren of dat onder jongeren bedoelen of dat onder volwassenen want het is in ieder geval behoorlijk verschillend.
Hallo Roeland (en Daniel),
Lijkt me dat er een mooi thema is aangeboord voor Profielwerkstukken – een samenwerkingsverband van leerlingen door den lande die nagaan of en hoe/waarin er verschillen en overeenkomsten zijn in hun en hun ouders mobieltjes gebruik.
De leerlingen kunnen tijdens het maken/schrijven dan bv. ook bijhouden hoe zij hun mobieltje gebruiken.
Algemene kreet : volwassenen gebruiken ze vaak dom en bij de jongeren zit het vaak gewoon goed. Bestaat deze generatiekloof?
Wat een mooi idee, Guy! Want over het sociale media gebruik van jongeren verschijnt onderzoek na onderzoek. Hier is er er weer een: https://www.uva.nl/content/nieuws/nieuwsberichten/2017/06/leren-leven-met-sociale-media.html
Naar aanleiding van Daniel lechner’s vraag : Wie gaat er eens zo’n objectief, genuanceerd en diepgravend onderzoek doen naar de medialevens van volwassenen? Wil ik graag opmerken dat het echt wel HEEL raar is dat zo’n onderzoek nog steeds niet heeft plaatsgevonden.
Ondertussen vinden we wel van alles van het sociale mediagebruik van volwassenen. Jij noemt het “dom””. Ik zou willen zeggen dat volwassenen wel heel vaak hun frustraties afreageren op die sociale media.
In ieder geval is het voorstel dat jij doet voor (een landelijk) project heel zinnig. Misschien kunnen we het volgende week donderdag verder uitwerken in Utrecht
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.