Om zoveel mogelijk jongeren te kunnen ondersteunen bij de omgang met de digitale overheid, is Stichting Digisterker bezig met het uitrollen van het lesprogramma op zoveel mogelijk scholen. De adoptie van het lesprogramma door meer scholen kost tijd. Daarnaast is een deel van de doelgroep niet goed bereikbaar via het onderwijs, en worden sommige jongeren liever op andere plekken geholpen bij dit soort zaken dan op school. Daarom heeft Stichting Digisterker het Verwey-Jonker Instituut gevraagd om te onderzoeken of jongeren ook via andere wegen geïnformeerd kunnen worden over, en ondersteuning kunnen krijgen bij, de omgang met de digitale overheid.
De hoofdvraag van het onderzoek was: ‘Wat zijn, anders dan via een onderwijsprogramma, alternatieve aanpakken om jongeren tussen 15 en 21 jaar voor te bereiden op de omgang met diensten van de digitale overheid?’ Om deze vraag te beantwoorden, hebben onderzoekers van Verwey-Jonker verschillende onderzoeksmethoden gebruikt. Zo is er deskresearch gedaan en zijn jongeren en ouders geïnterviewd. Ook zijn er met professionals uit diverse domeinen groepsgesprekken gevoerd die zich bezighouden met de doelgroep jongeren.
Enkele conclusies
- Jongeren willen graag weten welke digitale overheidszaken ze wanneer moeten regelen. En hoe en waarom ze dit moeten doen. Video’s, voorlichting en oefenmateriaal kunnen hier goed bij helpen.
- Ouders, familieleden en vrienden kunnen jongeren niet altijd helpen met (het regelen van) meer complexe zaken. Het kan daarom helpen om hier de ouders beter bij te betrekken.
- Naast ouders zijn ook docenten, mentoren, jongerenwerkers en andere maatschappelijk werkers belangrijk binnen het netwerk van jongeren. Het is van belang dat zij goed kunnen ingaan op eventuele vragen die jongeren hebben over het regelen van zaken met de digitale overheid.