Digitale geletterdheid, digitale vaardigheden, digitaal bewustzijn, mediawijsheid. Deze termen gaan allemaal over mee kunnen doen aan de digitale samenleving. Vaak ontbreekt er een eenduidige, conceptuele definitie. Ook worden de termen regelmatig overgenomen en op een nieuwe manier ingezet, afhankelijk van context of het beoogde doel.
Wat is er nodig om te participeren in de gemedieerde samenleving? Daarover gaat nieuw onderzoek in opdracht van Netwerk Mediawijsheid: ‘Mediawijsheid: conceptualisering en belang in een gemedieerde samenleving’. Onderzoekers Helsper en Van Deursen, van Universiteit Twente, presenteren twee modellen waarmee het concept mediawijsheid en lacunes in bestaand onderzoek en beleid worden geduid. Het biedt studenten, wetenschappers, experts en beleidsmakers een conceptueel kader rond mediawijsheid in relatie tot digitale geletterdheid en inclusie.
Een aantal belangrijke bevindingen uit het rapport
- Onderzoek en interventies voor mediawijsheid zouden in beginsel rekening moeten houden met de economische, sociale, culturele en persoonlijke middelen die mensen tot hun beschikking hebben. Een beter begrip van de omstandigheden waarin mensen verkeren is nodig voor effectieve interventies
- Voor mediawijsheid zelf geldt dat het niet duidelijk is welke groepen (in termen van positie en beschikbare middelen) precies beschikken over welke aspecten van mediawijsheid
- Er is weinig concreet onderzoek naar of bijvoorbeeld het gebruik van alleen een smartphone nadelig is in relatie tot het ontwikkelen en toepassen van verschillende soorten en niveaus van mediawijsheid
- Mediawijsheid op zichzelf is geen oplossing voor structurele sociale en culturele problemen, zoals seksisme