Hoe gaan we goed met smartphones en met het smartphonegebruik van onze leerlingen om? Dit zijn vragen die boven de hoofden van veel opvoeders en leerkrachten hangen. Moeten we verbieden, regels maken, en hoe streng dan? Of is al die drukte over smartphones maar overdreven? In een serie gastblogs op de website van netwerkpartner Myndr geeft neuropsychiater Theo Compernolle antwoord op drie veelgestelde vragen. In deze blog behandelen we de eerste vraag. De vraag waar alles mee begint. Waarom zijn we zo verslaafd aan onze smartphones?
Om te begrijpen waarom we verslaafd zijn aan onze smartphones, moeten we weten hoe onze hersenen werken. In ons brein zijn verschillende breinsystemen. We hebben een denkbrein, een reflexbrein en een archiverend brein.
Ons denkbrein is uniek menselijk omdat we daarmee in staat zijn tot doelgericht denken, helemaal los van de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid. Het is de basis van ons vermogen om taal te gebruiken, informatie uit te wisselen en continu te leren en nieuwe dingen te bedenken. Het menselijk denkbrein kan niet multitasken en kan dat ook niet leren. Het lijkt een zwakte van ons denkbrein dat het slechts aan één zaak tegelijk aandacht kan geven, maar dat is ook zijn unieke sterkte, omdat het hiermee heel diep en vooruit kan denken.
‘In ons brein zijn verschillende breinsystemen. We hebben een denkbrein, een reflexbrein en een archiverend brein’
Ons reflexbrein is een netwerk dat we gemeenschappelijk hebben met vrijwel alle dieren. Het is continu alert en reageert razendsnel op elke trigger die potentieel gevaar of genot kan betekenen. Dat was en is nog steeds noodzakelijk als het om direct overleven gaat.
Ons archiverend brein is noodzakelijk om alle indrukken en informatie die we opdoen te verwerken en nieuwe verbindingen te leggen.
Ons brein op het internet
Altijd verbonden kunnen zijn is een zegen voor ons breinwerk omdat het alle mogelijke informatie en contacten binnen handbereik brengt. Echter, altijd verbonden zijn is er een ramp voor. Als je altijd met het internet verbonden bent, dan wordt je aandacht namelijk continu gelokt naar je reflexbrein. Je functioneert in een impulsieve, stimulus gedreven reflexbrein-modus, waarbij je minimaal nadenkt. Hierdoor krijgt je denkbrein geen kans.
Ook leidt het ertoe dat we worden verleid tot multitasken, tot continu wisselen tussen taken, of tot proberen twee taken tegelijk te doen. Echter, omdat ons denkbrein maar aan één zaak tegelijk aandacht kan geven, moet het telkens omschakelen en elke schakeling gaat ten koste van tijd, energie, geheugen, zorgvuldigheid, creativiteit en veroorzaakt stress.
Het internet, en met name de anti-socialemedia en apps, zijn bewust zo gebouwd dat ze voortdurend de aandacht trekken van ons dierlijke reflexbrein. Verschillende tendensen van dit brein maken het knap moeilijk om efficiënt, gezond en veilig met smartphones om te gaan.
‘Het internet, en met name de anti-socialemedia en apps, zijn bewust zo gebouwd dat ze voortdurend de aandacht trekken van ons dierlijke reflexbrein’
Door deze eigenschappen is gezond smartphonegebruik lastig
- De afhankelijkheid van dopamine. Dit hormoon is verwant aan amfetamine, dat een belangrijke rol speelt in ons belonings- en motivatiecircuit. In de media wordt dit beloning/motivatiebrein niet voor niets ‘de plezierhersenen’ genoemd. Social media geven ons continu dopaminekickjes, zodat we ‘hooked’ blijven.
- Conditionering. Het piepje van onze telefoon werkt als het belletje dat de honden van Pavlov deed kwijlen.
- Hang naar onmiddellijke behoeftebevrediging, terwijl het voor de moderne mens juist zo belangrijk is om die impuls tot behoeftebevrediging te kunnen uitstellen in het belang van ons doel.
- Gewoontes vormen bij herhalend gedrag, wat op zich uitermate nuttig en efficiënt is voor al het gedrag dat we met oefenen automatiseren, echter dat maakt het afleren van gedrag moeilijk.
- Het bekende FOMO (Fear Of Missing Out). Zelf noem ik het liever FOBE: Fear Of Being Excluded. We hebben een diepe behoefte om bij een stam, een groep te horen en dat gevoel is nog sterker bij adolescenten. Uitgesloten worden doet echt pijn. Echter, de eenzaamheid van kinderen is wereldwijd toegenomen toen de antisociale media artificiële intelligentie gingen gebruiken om hun gebruiker aan zich te binden. We hebben meer verbindingen, maar ervaren minder verbondenheid en zoeken die in nóg meer virtuele verbindingen, enzovoort.
- Nieuwsgierigheid, dat zelfs zijn eigen hersencircuit heeft. Echter, de stroom van interessante maar irrelevante informatie is eindeloos. Onze nieuwsgierigheid wordt alsmaar geprikkeld, maar de informatie is te oppervlakkig en te onpersoonlijk om ons te bevredigen, waardoor we nog meer geneigd zijn verder te scrollen.
- Snelle reactie, stimulus gedreven. Dit was belangrijk voor onze voorouders om te overleven in de Savannah en het is nog steeds belangrijk in situaties van fysiek gevaar. Echter, het is een nadeel als de snelle impulsen van ons reflexbrein het doelgerichte denken van ons denkbrein hindert. Snelheid is de vijand van denken.
- Controle willen hebben en dat gevoel krijgen we als we iets doen. Echter, bezig zijn met appjes is heel veel niets doen en leidt juist tot verlies van controle.
De verslavende werking van smartphones en sociale media
Smartphones mikken bewust op de werking van deze aangeboren tendensen om hun producten zo verslavend mogelijk te maken. De kostbare grondstof van onze aandacht en die van onze kinderen is letterlijk goud waard. Daardoor heerst op het internet een aandachtseconomie, waarin een genadeloze strijd wordt gevoerd voor de aandacht van de gebruikers.
‘De kostbare grondstof van onze aandacht en die van onze kinderen is letterlijk goud waard’
Hoe verslaafder (“engaged” in bedrijfstermen) hoe liever. Ongehinderd door enige ethiek wordt geen enkel middel geschuwd om de aandacht van de gebruiker vast te houden, ook die van kinderen. Daarom noem ik ze liever anti-socialemedia.
Constant gekaapte aandacht
Smartphones zijn dus verslavend omdat we online constant in de modus van ons reflexbrein worden gehouden. Apps en social media kapen onze aandacht weg bij ons denkend brein, daar waar ons vermogen tot doelgericht denken en diepgang ligt. Misschien vraag je je af of er verschillen zijn tussen kinderen en volwassenen als het om de omgang met smartphones gaat. Het antwoord kun je lezen in deel 2 van deze serie.
(En, spoiler: ja, die zijn er…)
Reacties 1
Is het onderscheid tussen een “denkbrein”, een “reflexbrein” en een “archiverend brein” wetenschappelijk aangetoond en in medisch-psychiatrische kringen algemeen aanvaard als vaststaand, onomstreden feit?
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.