In onze huidige wereld is digitale technologie niet meer weg te denken en dit heeft veel invloed op de omstandigheden waaronder kinderen opgroeien. Maar wat betekent dit voor kinderen en wat vraagt het van de kinderopvang en haar professionele opvoeders? Het BMK Pedagogenplatform geeft haar visie op dit onderwerp.
In dit artikel licht het Pedagogen Platform van de BMK toe, hoe maatschappelijke kinderopvang de rol en invloed van de digitale technologie op de opvoeding ziet. Dit BMK Platform met een vaste kern en wisselende gastdenkers, geeft drie maal per jaar een visie op een actueel thema in de sector. Uitgangspunt hierbij is het ‘Pedagogisch Fundament van de BMK’.
“De kinderen van nu zijn van jongs af aan gewend aan ‘schermgebruik’.”
Samen met onderwijs hebben we een maatschappelijke verantwoordelijkheid om digitale technologie toegankelijk te maken voor ieder kind, vindt het Pedagogen Platform. Met behulp van een aantal concrete handvatten wordt duidelijk hoe een visie op digitale technologie concreet vertaald kan worden naar de werkvloer.
Het 4e opvoedmilieu
De kinderen van nu zijn van jongs af aan gewend aan ‘schermgebruik’; van huishoudelijke apparaten tot boardcomputers (Iene Miene Media-onderzoek, 2020) en zij zien ook dat volwassenen er mee bezig zijn. Voor kinderen is er eigenlijk geen verschil tussen een analoge en digitale wereld, het vloeit in elkaar over en zij hebben het recht om zich te leren verhouden tot deze nieuwe wereld. Vandaar dat de digitale technologie – in het bijzonder de social media – het ‘4e opvoedmilieu’ genoemd kan worden. Ofwel: een belangrijke poot waar (professionele) opvoeders rekening mee moeten houden en verantwoordelijkheid voor moeten nemen. Dit kan door erover na te denken en door bij te dragen aan een veilige en gezonde digitale wereld. Dit 4e opvoedmilieu beschrijft het Pedagogenplatform in het ‘Pedagogisch Fundament’.
Ontwikkelbehoefte
Het Pedagogenplatform hecht er aan om toepassingen van digitale technologie te vatten in pedagogische, ontwikkelingspsychologische en ethische termen en om aan te sluiten bij ontwikkelbehoefte, rijke speelomgeving, risicovol spel en gelijke kansen voor kinderen. Hierbij krijgen zowel het plezier en de kansen van de nieuwe toepassingen als de risico’s aandacht.
Technologisch burgerschap van de toekomst
Een kind leert in interactie met een betekenisvolle omgeving door het opdoen van ervaringen. Dit gebeurt intuïtief en spelenderwijs. Daarnaast leert een kind met andere mensen om zich heen en met de dingen om zich heen. Als de kinderopvang kinderen wil voorbereiden op de wereld van morgen waarin sprake is van ‘technologisch burgerschap’ onontbeerlijk is, hoort daar ook digitale technologie bij.
“Opvang en onderwijs hebben […] de maatschappelijke verantwoordelijkheid om digitale technologie toegankelijk te maken voor ieder kind.”
Dat betekent dat kinderen vaardigheden moeten ontwikkelen die nodig zijn om toegang te hebben tot digitale techniek, dat zij leren digitale techniek als middel te gebruiken voor eigen doelen, leren wat techniek met je doet en hoe hiermee om te gaan. Vanuit de maatschappelijke opdracht van de BMK vindt het Pedagogenplatform dat alle kinderen ondersteund moeten worden in het gezond leren omgaan met digitale technologie.
Risico van kansenongelijkheid
Als bepaalde groepen kinderen worden uitgesloten van het 4e opvoedmilieu ‘digitale technologie’, vergroot dit de kansenongelijkheid tussen kinderen. Willen kinderen zich breed ontplooien en volwaardig en zelfstandig kunnen deelnemen aan de (toekomstige) maatschappij dan moeten ze toegang hebben tot alle vormen van leren binnen de digitale technologie. Kinderen leren over digitale technologie (‘digitale geletterdheid’), maar ook via digitale technologie (‘digitale vaardigheden’) en door digitale technologie zelf toe te passen. Zelf iets maken bijvoorbeeld.
Hoge aanschafkosten
Opvang en onderwijs hebben daarom de maatschappelijke verantwoordelijkheid om digitale technologie toegankelijk te maken voor ieder kind. De middelen die nodig zijn om toegang te krijgen tot de digitale wereld kennen nog steeds hoge aanschafkosten en dat kan ertoe leiden dat niet elk kind thuis de mogelijkheid heeft om er gebruik van te maken. Juist voor deze kinderen zou opvang en onderwijs zorg moeten dragen voor kansengelijkheid. Lees meer over de (pedagogische) uitgangspunten voor digitale technologie, het vierde opvoedmilieu en de richtlijnen voor schermtijd
Richtlijnen
Bij het al dan niet inzetten van digitale technologie op de groepen in de kinderopvang speelt de wijze waarop kinderen zich in een bepaalde (leeftijds)fase ontwikkelen en leren een belangrijke rol. Want welke informatie kunnen de kinderen cognitief verwerken? En wat is hun spanningsboog? En past de inhoud bijvoorbeeld bij de interesse, belevingswereld en taalniveau van het kind?
“Ouders spelen een essentiële rol in de manier waarop kinderen opgroeien tot verantwoordelijke en bekwame digitale burgers.”
Het Pedagogenplatform pleit daarom voor een bredere kijk op ‘schermtijd’ waarbij de focus ligt op de inhoud en de ontwikkelfase van het kind. Het is belangrijker te weten wát het kind doet op een beeldscherm dan de duur. En houd natuurlijk rekening met het kind zelf. Is het in staat zichzelf te reguleren – kan het uit zichzelf stoppen? Of heeft het hulp nodig? Voor sommige kinderen kan digitale technologie motiverend werken om vol te houden en zich te blijven concentreren. En weer anderen worden juist apathisch of opgezweept. Het gaat om een gezonde balans en passende inhoud en dat verschilt per kind.
Begeleiding
Digitaal (spel)materiaal vormt onderdeel van de rijke speelomgeving in de kinderopvang. Maar hoe begeleid de pedagogisch professional kinderen in de omgang en het (gezamenlijke en) ontdekkende spel hierin? Een deel van de professionals is daar niet mee opgegroeid en ook tijdens hun opleiding speelde digitale technologie geen rol. Zij voelen zich soms onbekwaam. Terwijl dé grootste succesfactor het enthousiasme van de pedagogisch professional is. Ditzelfde geldt voor ouders. Zij spelen een essentiële rol in de manier waarop kinderen opgroeien tot verantwoordelijke en bekwame digitale burgers.
Toepassingen
Maar hoe je dat, invulling geven aan een digitale opvoeding op de groep? Hieronder een aantal concrete toepassingen van het 4e opvoedmilieu op de groep:
- Er is geen gouden formule te geven om mediaopvoeding (zoals het omgaan met digitale technologie voor opvoedsituaties ook wel genoemd wordt) vorm te geven. Maar er zijn wel vele handvatten ontwikkeld voor de praktijk, beleid en scholing. Voor zowel thuis als voor op de kinderopvang. Zo is de MediaDiamant een voorbeeld van een tool voor thuis en werk.
- Leren omgaan met digitale technologie is als buiten spelen/aanvaarden van risicovol spel: ga erin met plezier en een positieve blik, voorkom uiteraard de allergrootste gevaren en stuur je bij als het nodig is. Just get started!
- Digitale technologie vraagt van pedagogisch professionals om hier en daar out-of-your-comfort-zone te stappen. Je hoeft niet alles zelf te weten om toch met kinderen aan de slag te zijn met digitale technologie. Kinderen kunnen op hun beurt jou van alles bijbrengen en zijn trots te kunnen uiten/laten zien wat ze al weten en kunnen op dat gebied. Op jouw beurt ben jij nodig om zaken te duiden, te verbreden naar bijvoorbeeld offline activiteiten of er eens een goed gesprek over aan te gaan. Samen digitale technologie beleven maakt dat jullie elkaars wereld begrijpen. Een boost voor de kinderparticipatie en de band met de kinderen dus!
- Wanneer je je als pedagogisch professional openstelt voor digitale technologie, creëer je een sfeer waarin kinderen ook naar je toe durven komen wanneer iets niet oké is wat ze meemaken met digitale technologie. Dit hoort dus ook bij een moderne veilige sfeer op de groep.
- Deel met ouders ook verhalen en belevenissen op dit gebied en inspireer ze daarmee voor hun mediaopvoeding thuis.
Good practices
Tenslotte een aantal tips en aandachtspunten uit een online leden-sessie over dit onderwerp, die de BMK organiseerde in november vorig jaar:
- Neem je medewerkers én de kinderen mee in de ontwikkeling van het beleid m.b.t. digitale technologie en media. Stel het plezier voorop en laat de medewerkers ook zelf ontdekken wat de mogelijkheden zijn.
- Verweef digitale technologie in bestaande activiteiten. Online en offline activiteiten naast elkaar aanbieden.
- Ouders zijn soms te voorzichtig. Neem ze goed mee in de ontwikkelingen, ook zij hebben behoefte aan informatie.
- Maak een opbouw naar leeftijd en ontwikkelingsfase in de digitale middelen die je aanbiedt en maak daarbinnen onderscheid tussen online – offline en digitaal – analoog.
- Het is belangrijk om de gevolgen van het gebruik van digitale technologie op de groep te blijven monitoren. Wat doet het gebruik bijvoorbeeld met het aanwezige werkgeluid/achtergrondgeluid op de groep en de houding van de kinderen (raken ze afgeleid)?
- Het omgaan met digitale technologie vraagt om zowel een pedagogisch standpunt, als om een technische blik (wifi, hardware, toegang tot veilige software) en een kwaliteitsbril (bijv regelgeving rondom privacy). Interdisciplinaire samenwerking dus zeker nodig binnen de organisatie.
Dit artikel is in gezamenlijkheid tot stand gekomen; met de vaste kartrekkers van het BMK Pedagogen Platform: Ellen Monteban, Ruth de Waal en Simon Hay en deze keer met gastdenkers Anneke van Soest, Marijke Koekkoek en Tim van der Harst. Dit is een ingekorte versie van een artikel dat eerder verscheen op KinderopvangTotaal.nl.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.