Veel ouders houden een oogje in het zeil bij de online activiteiten van hun kinderen, zo blijkt uit een recent onderzoek van het Safer Internet Centre Nederland. Begrijpelijk natuurlijk want als ouders ben je verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het welzijn van je kinderen. Het is dan ook belangrijk dat je betrokken bent bij hun wel en wee, ook in de digitale wereld, en hen met raad en daad bijstaat als ze tegen uitdagingen of problemen aanlopen. Er is echter een verschil tussen betrokkenheid tonen en kinderen voortdurend in de gaten houden, bijvoorbeeld door te eisen dat je app-gesprekken in hun vriendengroep mag meelezen of door met speciale software hun online en offline gedragingen te volgen. Dat laatste kan niet alleen een negatieve impact hebben op de ontwikkeling van kinderen, maar zou ook wel eens in strijd kunnen zijn met hun privacy. Het vinden van een gezonde tussenweg is echter geen sinecure voor ouders.
Evenwicht tussen bescherming en privacy
Bij het opvoeden van kinderen worden ouders uitgedaagd om een evenwicht te vinden tussen de verschillende verantwoordelijkheden die zij hebben: het beschermen van hun kinderen tegen schadelijke invloeden en het stimuleren van hun gezonde ontwikkeling. Beide liggen in elkaars verlengde, maar kunnen ook spanningen opleveren. Door je kind te willen behoeden voor het kwaad, kun je nadelige effecten op zijn of haar welzijn voorkomen. Je kind te veel beschermen tegen – irrationele – risico’s kan echter ten koste gaan van zijn of haar vrijheid om zich ten volle te ontplooien. Een complicerende factor is dat de balans tussen beide – bescherming en vrijheid – gaat schuiven naarmate kinderen ouder worden. Naar verhouding horen kinderen steeds meer vrijheid te krijgen naarmate zij opgroeien. Ze zijn steeds beter in staat, of moeten op zijn minst in staat worden gesteld, om zelfstandig beslissingen te nemen, buiten het blikveld van ouders relaties aan te gaan en hun identiteit in een andere dan de gezinscontext vorm te geven.
Kinderen – en niet alleen zij natuurlijk – zullen zich in verschillende contexten verschillend gedragen: in de nabijheid van je ouders ‘ben je anders’ dan in je vriendengroep. Op die manier kun je met je identiteit spelen en verschillende rollen uitproberen. Daarvoor is het dan wel van belang dat die contexten niet naadloos in elkaar overgaan, of je ‘publiek’ geen kijkje gaat nemen in contexten waar het niet thuishoort. Het gescheiden houden van de verschillende contexten in je leven is veel lastiger in de digitale wereld. Informatie verspreidt zich online sneller en gemakkelijker op grote schaal en op sociale media heb je vaak ‘vrienden’ of ‘volgers’ uit verschillende contexten tegelijkertijd, waardoor het bewaken van de grenzen een uitdaging is. (1) Dit soort kenmerken van de digitale wereld maken het managen van wie toegang heeft tot je digitale identiteiten, denk bijvoorbeeld aan je profiel op Instagram of je YouTube-kanaal, een hele uitdaging. Ook ten opzichte van ouders, voor wie deze informatie niet altijd bedoeld is. Het zich vrij van je ouders bewegen of onopgemerkt spelen, ook online, is dus belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Die behoefte aan het hebben en creëren van eigen ruimtes – en daarmee privacy – begint al op vrij jonge leeftijd. Denk aan de kleuter die in een rustig hoekje serieus ‘in gesprek is’ met een pop en dat spel staakt als hij of zij doorkrijgt dat je meeluistert. Of de achtjarige die je er fijntjes op wijst dat je hoort te kloppen voordat je zijn of haar slaapkamer komt binnenstormen. Dat soort verwachtingen en behoeften van kinderen zijn niet ineens anders nu een deel van hun doen en laten zich afspeelt in de digitale wereld. Daar moet je je als ouders bewust van zijn en rekening mee houden.
Toezicht versus vertrouwen
Dat neemt niet weg dat ouders bezorgd kunnen zijn over de risico’s van de digitale wereld, bijvoorbeeld door verhalen over cyberpesten, sexting en online challenges, of omdat hun kinderen daadwerkelijk iets vervelends hebben meegemaakt. (2) Bovendien biedt digitale technologie tal van mogelijkheden om kinderen juist meer in de gaten houden. Doordat kinderen – zoals we net zagen – steeds meer online posten, zijn de interacties met hun vrienden op profielsites wellicht zichtbaarder voor ouders dan wanneer die vooral buitenshuis – bij het fietsenhok op school, in het park of het winkelcentrum – plaatshebben. En wanneer kinderen op pad zijn met leeftijdgenoten, kan een smartphone vrij eenvoudig zo worden ingesteld dat je weet waar ze uithangen en via de app contact worden gezocht. Mocht je als ouder zorgelijk aangelegd zijn, dan kan het aantrekkelijk zijn om van je kinderen te verlangen dat ze reageren wanneer je contact zoekt, de locatiebepaling niet zelf weer uitzetten en inzicht geven in al hun sociale media-activiteiten, website-bezoeken, apps en andere berichten. Er zijn ook steeds meer speciale devices (denk aan de Conncted Kids smart watch (3)) en diensten (bijvoorbeeld T-mobile’s FamilyWhere voor Android-telefoons (4)) waarmee de bewegingen van kinderen kunnen worden gemonitord.
Ook hier geldt weer dat je een goede balans moet vinden tussen het inzetten van deze toezichtinstrumenten en vertrouwen hebben in je kind dat hij of zij zich redt. De meeste kinderen lopen niet in zeven sloten tegelijk en een vervelende ervaring kan ook heel leerzaam zijn. Het is in ieder geval van belang dat ouders hun kinderen niet stiekem in de gaten houden, aangezien dat ten koste kan gaan van het vertrouwen tussen kind en ouder. Bovendien is het goed als kinderen – zeker tieners – zeggenschap hebben in het meekijken van ouders in hun leven. Sommige tieners zullen het niet erg of zelfs wel prettig vinden om informatie of zelfs hun locatie te delen met hun ouders, terwijl anderen dat echt niet willen. Zet je dan toch door, dan vinden kinderen wellicht wel weer manieren om onder het ouderlijk toezicht uit te komen en wederom kan het negatieve effecten hebben op de vertrouwensrelatie tussen ouder en kind. Je kunt ook andere afspraken maken om je zorgen te temperen, dan wel regelmatig met je kind te praten over diens online ervaringen om aldus betrokken te blijven. Dat veronderstelt overigens wel dat er een open communicatie mogelijk is tussen ouder en kind. In om allerlei redenen problematische ouder-kind relaties kan het zijn dat dit lastiger is. Ook kunnen er gegronde redenen zijn waarom het toch in het belang van het kind is om als ouder strikter toezicht te houden dan een kind wellicht zou willen. Denk aan het geval waarin een gemakkelijk beïnvloedbare 14-jarige regelmatig seksueel getinte chatgesprekken voert met oudere volwassenen die aandringen op een afspraakje en de ouder besluit om de chatcontacten van de tiener voortaan in de gaten te houden.
Tot slot keren we nog even terug naar het onderzoek waar we mee begonnen. Hieruit blijkt inderdaad dat ongeveer een op de acht ouders voorzorgsmaatregelen heeft genomen om zijn of haar kinderen in de gaten te houden. Meestal gaat het dan om online meekijken met kinderen of het controleren van mobiele telefoon en sociale media. Er zijn echter maar vrij weinig ouders (20%) die hun kinderen volgen met locatiebepalingstechnieken en de helft van de ouders zou dat zelfs niet overwegen. Daar ligt voor veel ouders dus wel een duidelijke grens. In alle gevallen is evenwel niet duidelijk of de voorzorgsmaatregelen werden getroffen met instemming van de kinderen dan wel of daarvoor speciale redenen waren. Positief is dat een meerderheid van de ouders en vooral moeders minimaal wekelijks met hun kind praten over hun online belevenissen. Tegelijkertijd mag dat nog wel wat vaker, want juist dat gesprek is zo’n belangrijk onderdeel van de relatie tussen ouder en kind en biedt allerlei aanknopingspunten om advies of hulp te geven mocht dat nodig zijn. Oprechte interesse zorgt voor verbinding en vertrouwen waardoor zowel mooie als vervelende ervaringen kunnen worden gedeeld.
(1) De Amerikaanse onderzoeker danah boyd heeft het over ‘collapsing contexts’, zie o.m. danah boyd. (2014). It’s Complicated: The Social Lives of Networked Teens. New Haven: Yale University Press.
(2) Overigens laat een recent onderzoek van de Amerikaanse Family Online Safety Institute ouders van 6-17-jarigen zien dat veel ouders ouders ook de positieve kanten zien van digitale technologie.
(3) Met deze smart watch weet je waar je kind zich bevindt en kun je zogenaamde veilige zones instellen waarbinnen het kind moet blijven and anders volgt er een melding.
(4) Met deze app kunnen familieleden op de hoogte blijven van elkaars locatie.
Dit artikel verscheen eerder op Privacyweb.
Meer weten over mediaopvoeding? Lees:
» Jonge kinderen worden steeds vaker alleen gelaten met tablet of smartphone
» #MediaDiamant & de mediacoach: kapstok voor gesprek over mediaopvoeding
» Geef digitaal burgerschap met de paplepel in
Reacties 1
Hallo Simone
Ik doe een onderzoek voor school over het online leven van een kind.
Ik heb een onderzoeksvraag: ouders zouden mee moeten kijken naar het online leven van je kind. Ik probeer daar 4 voordelen en 4 nadelen mee te bedenken weet u er misschien een paar
groetjes Sophie
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.