Het wringt in families. Het blijkt moeilijk een goede manier te vinden om de aantrekkingskracht van onze media te combineren met aandachtig ouderschap. Wij kunnen blijkbaar nog steeds niet altijd goed omgaan met de stickyness van onze devices. Hoe waarborgen we goede sociale interactie? En wat voor digitale tools zijn goed voor families?
Ik merk dat het denken over deze vragen met de toenemende beschikbaarheid van devices niet eenvoudiger is geworden: meer gebruik stimuleren is niet altijd goed, minder misschien wel. Maar wij moeten vooral zoeken naar beter. En daarmee ligt een schone taak voor ons als makers. Want wij worden verondersteld te weten hoe het beter moet ;-).
Onze kinderen moeten altijd wachten
In 2010 heeft IKEA een onderzoek gedaan waarvan de uitkomsten me tot de dag van vandaag inspireren. Daaruit bleek dat ouders opvoeden vaak best lastig vinden:
- Veel ouders zijn te gestresst zijn om te spelen.
- Veel ouders geven aan geen tijd te hebben om met hun kinderen te spelen.
- Veel ouders geven aan dat ze niet meer goed kunnen spelen.
Tegelijk ervaren kinderen een afstand tot hun ouders, terwijl:
- maar liefst 73% van kinderen veel liever speelt met hun ouders dan dat ze tv kijken (of andere media gebruiken).
Sinds 2010 is de beschikbaarheid van media heel sterk toegenomen: 77% van de kinderen heeft beschikking over een iPad.
Naast de vele voordelen die media bieden, ervaren gezinsleden ook druk van deze buitenwereld die maar binnenkomt. Het is voor hen soms moeilijk in het moment bij de echte mensen te blijven. We hebben een wacht-even generatie gecreeërd: kinderen die voortdurend moeten wachten omdat ouders even snel iets op hun telefoon moeten doen.
Sticky screens
Het recente onderzoek van the American Academy of Pediatrics bevestigt dat beeld. Het is een Amerikaans onderzoek en waarschijnlijk wordt de soep niet zo heet gegeten als die wordt opgediend. Dat hoop ik in ieder geval.
In het onderzoek blijkt dat bij families die samen eten (in een fastfood restaurant) de ouders meer met hun scherm bezig zijn, dan met hun kinderen.
iPhoneClub: “Uit het onderzoek van kinderarts Jenny Radesky blijkt dat ouders in fastfoodrestaurants bijna voortdurend op hun schermpje kijken. Ze observeerde 55 gezinnen en constateerde dat bij 40 van hen de telefoon wel heel nadrukkelijk aanwezig was. Terwijl baby bezig is te lachen en grimassen trekt, is moeder vooral bezig met het kijken van een YouTube-video, constateerde Redesky.”
En kinderen accepteren dat soms gelaten: “We did find it striking that during caregiver absorption with devices, some children appeared to accept the lack of engagement and entertained themselves, whereas others showed increasing bids for attention that were often answered with negative parent responses.” Naarmate ouders meer verdiept waren in hun device, reageerden ze negatiever op hun kinderen die aandacht vroegen.
Gelukkig zorgt het samen bekijken van media dan wel weer voor veel plezier.
Media zijn goed! (We moeten er alleen nog mee leren omgaan)
Het wegleggen van al je devices is in zo’n geval de makkelijkste oplossing. Maar beter nog is te leren hoe het dan wel moet zonder ons het plezier van content en contact via onze devices te ontzeggen. Howard Rheingold is ervan overtuigd dat het ontkennen van media door jezelf gebruik te ontzeggen een heilloze weg is. Het is er en het gaat niet weg. Sterker nog: het is goed.
We staan wat hem betreft op het punt betere mediagebruikers te worden; beter te kiezen en beter te doseren. Digitaal gedrag zal verbeteren omdat wij zelf de noodzaak voelen het te verbeteren. Apps zullen verbeteren omdat wij om betere producten vragen.
Sociale armoede
Uit Playreport weten we dat ouders soms niet weten hoe ze in het echt leuk moeten zijn. Dat ze naar hun kinderen een bepaalde handelingsverlegenheid voelen. De keuze om de (eucatieve) opvoeding van hun kinderen uit te besteden aan (weliswaar) leuke apps is dan snel gemaakt.
En dat is jammer. Goede digitale toepassingen zetten ouders en kinderen samen in hun kracht. Met de iPad niet als kinderoppas, maar bijvoorbeeld als facilitator van sociale processen.
Goede dingen hoeven niet beter
Het feit dat samen kijken voor veel plezier zorgt is een fijne observatie. Want junkerig schermchecken is voor niemand echt bevredigend. Veel fijner is het om samen een echte ervaring te hebben, dat is altijd zo geweest. En daar zitten de kansen voor ontwikkelaars van apps (en andere digitale of multimedia producten) voor de jonge doelgroep en families: want hoe versterk je dat digitaal?
Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan in de Zoek het uit-app van het Klokhuis. Daarin is de app een tool om samen te kunnen spelen.
Zoek het uit app
Kinderen zijn meer dan apps
Het komt er wellicht gewoon op neer een meer holistische benadering te kiezen. Niet alleen een appje te maken over een onderwerp, maar die app in de volle breedte in het kinderleven te plaatsen. Alle aspecten in een kinderleven zijn verbonden, in het ontwikkelen van concepten moet je over al die aspecten nadenken: wat kinderen doen, wat ze kunnen, wat ze willen, wie daarbij zijn en hoe die interactie idealiter is.
Unicef zegt het heel mooi in haar communicatie richtlijnen: “Research from the fields of health, nutrition, psychology, child development and anthropology, among others, confirms that all aspects of child development are interconnected. Physical, social, emotional and cognitive development are inextricably linked.”
Wanneer voegt digitaal iets toe?
Om een (communicatie)product voor kinderen goed te balanceren, moet aan al die verschillende development needs aandacht gegeven worden. Een app waarin kinderen cognitieve skills oefenen moet ook aandacht besteden aan het delen van successen, in de app of in het sociale proces eromheen. (Sociaal, dus niet alleen een simpele beloningsanimatie of iets met badges.) En misschien is leren uitproberen en omgaan met fouten maken wel net zo belangrijk als leren spellen.
En om het dan concreet te maken, is dit voorlopig mijn checklist:
- Maak sociaal waardevolle apps (die nooit een vriend, ouder of leraar vervangen);
- die het omgaan met de echte wereld beter of leuker maken (en dus niet beperkt blijven tot de app zelf);
- die mensen de juiste vaardigheden leren: liever goed eten, dan calorieën tellen;
- en goede bestaande structuren niet proberen te veranderen (geen tools voor dingen die zonder app eigenlijk beter gaan);
- en die kinderen zelf creatief laten zijn.
Die laatste vind ik eigenlijk het belangrijkst. Want als het echt van jezelf wordt, is het waardevol. De Harvard Business School heeft dat mooi beschreven: op het moment dat je mensen explicitiet een eigen inbreng geeft (eitje bij de pannenkoekenmix, zelfbouwen van je IKEA meubel), heeft het veel meer waarde. Dat geldt voor kinderen, maar laten we vooral ook de ouders niet vergeten!
Als ze beide eigen inbreng hebben wordt je app of concept meteen veel waardevoller en het gebruik positief en structureel.
Wat is er nou eigenlijk belangrijk?
Rheingold heeft wat mij betreft gelijk: media hoeft niet perse minder, maar wel beter. Waarbij we ons niet laten verblinden door de mogelijkheden, maar slechts aandacht hebben voor wat de echte kern is (en dat is al jaren niet veranderd). Hoe denken jullie hierover?
Lees ook:
» Not available on the App Store
» Sharenting: overal waar ‘te’ voor staat is niet goed
» Kinderen WIJS de online wereld in
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.