Deze week staat helemaal in het teken van enen en nullen: de taal van computers! In NEMO Amsterdam vond op zaterdagochtend 10 oktober de kick-off van de tweede Nederlandse Codeweek plaats met een inspirerend programma. De belangrijkste vragen van de dag: waar staan we in Nederland op het gebied van programmeren, en hoe komen we verder? Het woord was onder meer aan onderwijsprofessionals, het bedrijfsleven, kennisinstellingen én kinderen.
Natuurlijk wordt er niet alleen tijdens de Codeweek geprogrammeerd. Het hele jaar door zetten steeds meer scholen, bedrijven, bibliotheken en andere code-initiatieven zich in om zoveel mogelijk kinderen enthousiast te maken voor programmeren. Maar deze week staat deze vaardigheid extra in de spotlight: met meer dan vijftig code-activiteiten die door het hele land plaatsvinden wordt het belang van leren programmeren onderstreept.
Waarom wordt code de ’taal van de toekomst’ genoemd, en welke stappen moeten er gezet worden om te zorgen dat iedereen het over een aantal jaar voldoende ‘spreekt’? Ik vat de conclusies van de openingsbijeenkomst voor je samen.
Enthousiasmeren & verbinden
Tineke Netelenbos, voorzitter van ECP en Digital Champion van Nederland, was moderator en opende de ochtend met een mooi pleidooi: programmeren is een belangrijke vaardigheid om jongeren voor te bereiden op onze samenleving én op werk in een steeds digitaler wordende toekomst. Code is immers overal!
Hoe staan we ervoor in Nederland?
Simone Walvisch van de PO-raad ging in op het recente advies van Platform Onderwijs2032 [red. dit advies staat niet meer online]. Het is duidelijk dat digitale vaardigheden steeds belangrijker worden. Maar wat moeten kinderen dan precies moeten leren, als ze leren programmeren? SLO creëert die duidelijkheid nu, door digitale geletterdheid uit te werken in vaardigheden en subvaardigheden. Op basis daarvan kan een leerlijn worden ontwikkeld. Daarbij is ook praktische hulp en inspiratie nodig, onder andere uit het bedrijfsleven.
Waarom is zo’n versnellingsvraag en een leerlijn programmeren nodig? Sandra Legters van Stichting OPONOA, Teun Meijer van Onderwijsgroep Fier en Wietse van Bruggen van Kennisnet geven aan dat leerlingen in de huidige maatschappij hele andere vaardigheden nodig hebben dan dertig jaar geleden, zoals mediawijsheid, probleemoplossend vermogen en creatief denken. Daarmee trekken zij programmeren breder dan code.
Petra Fisser van SLO komt aan het woord over het advieskader voor OCW over digitale geletterdheid en geeft daarbij aan dat maar liefst tweederde van de Nederlandse leerkrachten zich niet bekwaam genoeg voelt om aan de slag te gaan met 21e-eeuwse vaardigheden, waaronder computational thinking. Een conclusie die duidelijk weergeeft dat er zeker nog werk te verzetten valt.
Inspiratie uit het buitenland
In Engeland is programmeren al verplichte kost. Remco Pijpers (Mijn Kind Online/Kennisnet) presenteerde het rapport ‘Computing-onderwijs in de praktijk. Wat kunnen we van de Britten leren?’ In het rapport wordt aangeraden om:
- samen te werken met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld door experts docenten te laten trainen en gastlessen aan leerlingen te laten verzorgen. Daarnaast zouden scholen zouden net als in Engeland codeclubs moeten oprichten.
- codeclubs op te richten om te kijken hoe die verlopen en welke activiteiten ook in de klas een plek kunnen krijgen.
- kinderen te stimuleren om mee te doen aan buitenschoolse activiteiten. Dit werkt versterkend en stimulerend.
Wat is er nodig om verder te komen?
In een debat met de zaal kwamen diverse stellingen aan bod, zoals ‘Programmeren moet een verplicht deel in het curriculum van de pabo zijn’ en ‘Zonder ouders lukt het nooit om kinderen aan het programmeren te krijgen’. Aan de verschillende perspectieven van de vele aanwezigen was te merken dat er nog veel moet gebeuren, maar er zijn ook al veel initiatieven die helpen Nederland in de goede richting te krijgen. Samenwerking is hierbij de sleutel tot succes. Drie complementaire initiatieven presenteerden zich op het podium om dit statement kracht bij te zetten.
- James van Thiel van Google presenteerde Codestarter, een intiatief van Science Center NEMO en Platform Bèta Techniek, gesteund door Google. Het doel is om kinderen in de leeftijd van 8 tot en met 12 jaar, hun ouders en leerkrachten kennis te laten maken met programmeren en 3D-printen via buitenschoolse activiteiten.
- Codepact, geïnitieerd door StartupDelta en opgezet om d.m.v. publiek-private samenwerking van Nederlandse kinderen krachtige, zelfstandige denkers te maken, verwelkomde maar liefst 16 nieuwe partners en ontving een grote financiële bijdrage van Microsoft.
- Enthousiaste ICT-professionals naar de klas brengen om middelbare scholieren te inspireren voor een toekomst met ICT te kiezen, dat is het doel van Geef IT Door. Deze ochtend werd in het kader van de Codeweek de Geef IT Door programmeer special gelanceerd – met het nieuwe lesmateriaal is het nu nog makkelijker om vo-leerlingen kennis te laten maken met de wereld van code. De 14-jarige Faye gaf Menno Vis van Bol.com tips over wat nou écht leuk zou zijn om te leren. Vervolgens werd het stokje doorgegeven aan Joost Visser van SIG om zich ook sterk te maken voor Geef IT Door.
Na een inspirerende ochtend was het tijd om te kijken hoe dat nou werkt, programmeren! Tientallen kinderen konden in o.a. CoderDojo’s op een laagdrempelige manier kennismaken met computers en code.
Over de Codeweek
De Nederlandse Codeweek is een initiatief van ECP Platform voor de Informatiesamenleving en Stichting Kennisnet en loopt van 10 tot en met 17 oktober 2015. Ook meedoen? Kijk op www.codeweek.nl voor meer informatie.
Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.